Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:041:2024:18 Verdrag NL – DEU, pensioenartikel, Erwerbsminderungsrente

Aanleiding

Een inwoner van Nederland ontvangt een Erwerbsminderungsrente vanuit Duitsland. Deze uitkering wordt betaald door de Deutsche Rentenversicherung.

Vraag

Is de Erwerbsminderungsrente een socialezekerheidsuitkering waarop artikel 17, derde lid, van het verdrag Nederland-Duitsland (hierna: Verdrag) van toepassing is?

Antwoord

Nee, de Erwerbsminderungsrente die wordt betaald door de Deutsche Rentenversicherung wordt op grond van artikel XIII van het protocol bij het Verdrag aangemerkt als een “sociaalzekerheidspensioen”. Dat betekent dat niet artikel 17, derde lid, maar artikel 17, eerste of tweede lid, Verdrag van toepassing is.

Beschouwing

De Erwerbsminderungsrente is een pensioen wegens algehele arbeidsongeschiktheid. Personen die aangesloten zijn bij een pensioenverzekering zijn onder bepaalde voorwaarden ook verzekerd in geval van invaliditeit. Het is een wettelijke en verplichte verzekering voor werknemers en bepaalde groepen zelfstandigen. Het recht op de uitkering ontstaat na 78 weken arbeidsongeschiktheid en is vergelijkbaar met de WIA. De uitkering wordt betaald door de Deutsche Rentenversicherung (zie nader hoofdstuk V uit de gids: ‘uw sociale zekerheidsrechten in Duitsland’).

Op 31 juli 2022 zijn de bepalingen van het protocol tot wijziging van het Verdrag van 24 maart 2021 in werking getreden. In dit wijzigingsprotocol zijn onder andere afspraken gemaakt met betrekking tot het heffingsrecht over socialezekerheidsuitkeringen. De aanleiding voor het wijzigingsprotocol was gelegen in onevenwichtige uitkomsten waarin artikel 17 Verdrag vóór het wijzigingsprotocol kon resulteren met betrekking tot een aantal specifieke kortdurende socialezekerheidsuitkeringen, zoals het Duitse Elterngeld, Krankengeld en Mutterschaftsgeld. De hoogte van deze uitkeringen wordt in Duitsland afgestemd op het netto-loon en deze uitkeringen zijn in Duitsland onbelast. Doordat het heffingsrecht over deze uitkeringen in de oude situatie in bepaalde gevallen aan de woonstaat werd toegewezen, kon de situatie ontstaan dat een Duitse netto bedoelde uitkering in Nederland als bruto-inkomen werd belast. Er is daarom een wijziging van artikel 17 Verdrag overeengekomen die er in essentie op neerkomt dat socialezekerheidsuitkeringen (niet zijnde sociaalzekerheidspensioenen) voortaan in alle gevallen ter heffing worden toegewezen aan de staat waaruit deze afkomstig zijn (Staten-Generaal 2021/22, 35955, nr. 1, p. 3-4). Deze oplossing is niet beperkt tot de specifieke Duitse socialezekerheidsuitkeringen waarvoor aandacht was gevraagd.

Na de inwerkingtreding van het wijzigingsprotocol luiden de relevante bepalingen van artikel 17 Verdrag als volgt:

“1. Onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 18, tweede lid, zijn pensioenen en andere soortgelijke beloningen betaald aan een inwoner van een verdragsluitende staat alsmede lijfrenten betaald aan een inwoner van een verdragsluitende staat slechts in die staat belastbaar. Pensioenen en andere uitkeringen betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat aan een inwoner van de andere verdragsluitende staat zijn slechts in die andere staat belastbaar.

2. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste lid, mag een pensioen of andere soortgelijke beloning, alsmede een lijfrente of een pensioen betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat (socialezekerheidspensioen) ook worden belast in de verdragsluitende staat waaruit het of deze afkomstig is, in overeenstemming met de wetgeving van die staat, indien het totale brutobedrag ervan in enig kalenderjaar de som van 15.000 euro te boven gaat.

3. Niettegenstaande de bepalingen van het eerste en tweede lid, mag een uitkering betaald krachtens de bepalingen van een socialezekerheidsstelsel van een verdragsluitende staat, niet zijnde een socialezekerheidspensioen, ook in die staat worden belast.”

De term “socialezekerheidsuitkering” en “sociaalzekerheidspensioen” kent geen nadere definitie in artikel 3 Verdrag. In artikel XIII van het protocol bij het Verdrag staat echter ten aanzien van artikel 17 voor zover van belang het volgende opgenomen:

“1. Het is wel te verstaan dat de uitdrukking „socialezekerheidspensioen”

     mede omvat:

a. (..)

b. in het geval van de Bondsrepubliek Duitsland:

aa. elk bedrag betaald door de federale en regionale instellingen van de

„Deutsche Rentenversicherung” en de „Landwirtschaftliche Alterskasse”;    

bb. elk bedrag betaald krachtens een pensioenregeling voor vrije beroepen („berufsständische Versorgungseinrichtung”);

dat periodiek betaalbaar is op vaste tijdstippen, hetzij gedurende het leven,

hetzij gedurende een vastgesteld of voor vaststelling vatbaar tijdvak, ingevolge een verbintenis tot het doen van de betalingen en dat beschouwd wordt als een lijfrente of soortgelijke uitkering volgens artikel 22, nummer 1, derde volzin, van de Wet inkomstenbelasting (Einkommensteuergesetz).”

De Erwerbsminderungsrente voldoet in het geval van Duitsland aan de uitdrukking “sociaalzekerheidspensioen”. De uitkering wordt betaald door de “Deutsche Rentenversicherung” en voldoet ook aan de overig gestelde voorwaarden. Voor verdragstoepassing is daarom sprake van een “sociaalzekerheidspensioen”. Dit betekent dat artikel 17, eerste of tweede lid, Verdrag van toepassing is.

Deel deze pagina