KG:059:2024:5 Betalingen aan verpleegden in een tbs-kliniek
Publicatiedatum 15-11-2024, 13:49 | Laatste update 15-11-2024, 13:49 |
Aanleiding
In een kliniek voor forensische psychiatrie worden patiënten verpleegd en behandeld met ernstige psychiatrische problematieken. Er zijn behandelafdelingen met verschillende beveiligingsniveaus.
Tijdens de opname in de kliniek doorlopen patiënten een (forensisch) zorgprogramma. Een (forensisch) zorgprogramma biedt een samenhangend behandelaanbod om in een beveiligde context delict-risico’s te verkleinen. De zorgprogramma’s worden op maat gemaakt voor de specifieke behoeften van de patiënt. Iedere patiënt volgt op zijn problematiek toegespitste trainingen en therapieën, wordt op zijn woonafdeling door sociotherapeuten begeleid, gemotiveerd en geobserveerd en werkt gericht aan zinvolle dagbesteding op gebieden als scholing, werk, activering en/of vrijetijdsbesteding.
Verpleegden die gedwongen in een tbs-kliniek verblijven op basis van het Wetboek van Strafrecht vallen onder de rechtspositie op basis van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden (hierna: Bvt).
Deze patiënten volgen in het kader van hun behandeling maximaal 15 blokken per week op het gebied van dagbesteding, opleiding of werk. Het aantal blokken wordt in het behandelplan vastgelegd op basis van draaglast van de patiënt. Deelname aan de blokken is niet verplicht. Dit volgt uit artikel 46, eerste lid, Bvt. De aanwezigheid, bijzonderheden en ontwikkeling tijdens de blokken is wel onderdeel van de periodieke gesprekken in het kader van het behandelplan. Doel van de blokken is zelfontwikkeling, het wennen aan een werkritme en zinvolle dagbesteding.
Een blok duurt 60 minuten. Een blok kan bijvoorbeeld zijn educatie/opleiding, het verrichten van diverse werkzaamheden (leerwerkplek) of ontspanning. Voor de deelname aan blokken ontvangt de verpleegde een vergoeding van 3 euro per blok. Het recht op de vergoeding volgt uit artikel 46, tweede lid, Bvt. De vergoeding wordt alleen uitbetaald als de verpleegde geen andere inkomsten heeft (bijvoorbeeld uit een Wlz-uitkering). Bij ziekte wordt de vergoeding gedeeltelijk betaald en er worden snipperuren opgebouwd per blok. De vergoeding is niet geheel vrij te besteden. Er worden eerst een aantal reserveringen ingehouden, bijvoorbeeld voor de aflossing van schulden, reiskosten en verzekeringen.
In de huisregels van de kliniek, die zijn vastgesteld conform de Regeling model huisregels private instellingen voor de verpleging van ter beschikking gestelden, is het volgende opgenomen over de hoogte van de beloning:
“De hoogte van de beloning vindt u terug in uw individueel financieel plan. Het bedrag dat u daadwerkelijk ontvangt, hangt af van de mate waarin u blokken heeft gevolgd en welke indicatie op u van toepassing is.
Het beloningsysteem is gebaseerd op een norm van 15 uur (…) per week (indicatie (…) of (…)). Indien u deze norm niet kunt halen (bijv. indicatie (…)), dan worden de uren die u niet kunt realiseren, middels een uitkering ter hoogte van 70% aangevuld.”
Vraag
Vormen de betalingen aan tbs-verpleegden voor de werkzaamheden die zij verrichten in het kader van hun behandelplan (leerwerkplek) een bron van inkomen, te weten de bron belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden in de zin van artikel 3.90 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)?
Antwoord
Nee, er is geen sprake van een bron van inkomen. De werkzaamheden liggen in de persoonlijke sfeer. Zij worden verricht in het kader van een klinisch behandelplan en het is aannemelijk dat dit de overwegende reden is dat de werkzaamheden worden verricht. Bovendien is er onvoldoende verband tussen de verrichte werkzaamheden en de voordelen die daarmee worden behaald.
Beschouwing
Inkomsten uit werkzaamheden zijn alleen belast als sprake is van een bron van inkomen. Het bronbegrip is niet geregeld in de wet, maar uitsluitend ingevuld door de jurisprudentie. Daarnaast is beoordeling van de bron ook afhankelijk van de feiten en omstandigheden.
Een resultaat (positief of negatief) kan alleen inkomen zijn als er een bepaalde bron aan ten grondslag ligt. Bij bronnen met arbeid moet aan de volgende 3 voorwaarden worden voldaan om te kunnen spreken van een bron van inkomen:
- deelname aan het economische verkeer
- het (subjectieve) oogmerk (geldelijk) voordeel te behalen
- de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.
Bovendien moet er een causaal verband zijn tussen de verrichte arbeid en het behaalde voordeel.
Toetsingscriteria
Artikel 3.90 Wet IB 2001 omschrijft het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden als het gezamenlijke bedrag van het resultaat uit een of meer werkzaamheden die geen belastbare winst of belastbaar loon genereren. In de voorgelegde casus staat vast dat geen sprake is van belastbare winst uit onderneming of van een dienstbetrekking. In andere situaties zijn er wel patiënten die, als zij verder zijn in hun behandeling, op basis van een dienstbetrekking bij een externe partij werkzaamheden verrichten. In die gevallen is wél sprake van een belastbare bron, te weten belastbaar loon. Deze gevallen vallen buiten de reikwijdte van dit kennisgroepstandpunt.
Deelname aan het economisch verkeer
Van deelname aan het economisch verkeer is sprake als tegen een vergoeding werkzaamheden worden verricht buiten de gezins- en/of hobbysfeer. In deze casus verricht de verpleegde werkzaamheden in het kader van een behandelplan in het kader van een forensisch zorgprogramma. De verpleegde krijgt voor het verrichten van de werkzaamheden een geldelijke vergoeding van de tbs-instelling. Deze vergoeding volgt uit artikel 46, eerste lid, Bvt. Aan de voorwaarde van deelname aan het economisch verkeer is hiermee voldaan.
Voordeel beogen (subjectief) en voordeel verwachten (objectief)
De verpleegde verricht de werkzaamheden in het kader van het behandelplan. Het volgen van de blokken op het gebied van dagbesteding en/of werk is een belangrijk onderdeel van de behandeling. De verpleegde kan zichzelf ontwikkelen, wennen aan het werkritme en heeft een zinvolle dagbesteding. Het uiteindelijke doel is om toe te werken naar een situatie buiten de tbs-kliniek. Het verrichten van de werkzaamheden is vrijwillig, verpleegden kunnen niet worden gedwongen te werken. Wel is het voldoen aan het behandelplan en dus het volgen van de blokken een voorwaarde om in aanmerking te komen voor verlof. Voor het volgen van de blokken krijgt de verpleegde een vergoeding van € 3 per uur, mits hij/zij geen andere inkomsten heeft. Deze vergoeding geldt zowel voor gevolgde blokken op het gebied van werk als op het gebied van opleiding of dagbesteding.
Indien iemand tegen beloning in het economische verkeer werkzaamheden verricht, vormt een eventueel ontvangen beloning in beginsel resultaat. Zie bijvoorbeeld het medische proevenarrest, HR 3 oktober 1990, ECLI:NL:HR:1990:BH7882.
Op dit uitgangspunt zijn in de rechtspraak een drietal uitzonderingen geformuleerd in het nasi- en bamireceptenarrest, HR 14 april 1993, ECLI:NL:HR:1993:BH8770. In de voorgelegde casus is de derde door de Hoge Raad in dit arrest geformuleerde uitzonderingsgrond relevant, te weten de afbakening van het resultaat uit overige werkzaamheden ten opzichte van de activiteiten in de persoonlijke sfeer. De Hoge Raad formuleert het aldus:
“De vraag of een voordeel is beoogd kan daarnaast ook een rol spelen in die gevallen waarin weliswaar diensten of werkzaamheden in het economische verkeer zijn verricht doordat de belastingplichtige buiten de gezinssfeer is getreden, maar de behaalde voordelen niettemin buiten het inkomen dienen te blijven omdat zij in de persoonlijke sfeer liggen.”
Het gaat hier om activiteiten waar het voordeeloogmerk niet de verklaring vormt voor een ontvangen beloning.
Zie over de persoonlijke sfeer ook een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 15 juni 1960, ECLI:NL:HR:1960:AY0641. Hierin overweegt de Hoge Raad:
“dat toch in gevallen als het onderhavige, waarin een belastingplichtige ten behoeve van een ander diensten heeft verricht, welke in de persoonlijke sfeer liggen, en daarvoor een beloning heeft genoten, het, wil die beloning als opbrengst van arbeid in den zin der eerder vermelde wettelijke bepaling kunnen worden aangemerkt, niet voldoende is, dat een redelijk vooruitzicht op geldelijk voordeel bestond, doch tevens is vereist, dat dit vooruitzicht de reden, althans mede een reden, heeft gevormd tot het verrichten van de diensten”.
In de voorgelegde casus is dit het geval. Gezien de onlosmakelijke band van de verrichte werkzaamheden met het behandelplan, de geringe vergoeding en de verplichte inhouding voor een aantal reserveringen, is aannemelijk dat het behandelplan van de verpleegde de overwegende verklaring vormt voor het verrichten van de activiteiten en niet het behalen van enig voordeel. De werkzaamheden spelen zich - hoewel daaraan een enigszins inkomensverwervend karakter niet kan worden ontzegd - af in de persoonlijke sfeer.
Verband tussen de verrichte arbeid en de voordelen
Onder het vorige kopje komt de Belastingdienst in dit specifieke geval al tot het oordeel dat geen sprake is van een bron van inkomen. Er is echter nog een reden waarom er in dit geval geen sprake is van de bron belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden. Er is namelijk onvoldoende verband tussen de verrichte werkzaamheden en de behaalde voordelen. De hoogte van de beloning hangt niet alleen af van het aantal gewerkte uren, maar ook van de indicatie van de betreffende patiënt. Dit volgt uit de huisregels van de kliniek. Daarin is geregeld dat als een patiënt op grond van zijn indicatie niet in staat is om de norm van het aantal blokken (uren) te halen, er alsnog een compensatie volgt, en wel in de vorm van 70% van het bedrag. Dit betekent dat ook een beloning wordt ontvangen indien de verpleegde gelet op zijn of haar indicatie niet in staat is om werkzaamheden te verrichten. Hieruit volgt dat in dit geval geen voldoende verband valt vast te stellen tussen de werkzaamheden en de ontvangen beloning.
Conclusie
Er is geen sprake van een bron van inkomen. De werkzaamheden vinden plaats in het kader van het behandelplan. Hoewel sprake is van een voordeel in het economische verkeer, spelen de werkzaamheden zich in dit specifieke geval af in de persoonlijke sfeer. Bovendien is er onvoldoende verband tussen de verrichte arbeid en de daarmee behaalde voordelen.