KG:210:2024:9 (Beroeps-)opleiding vrijwilligers; onderwijsvrijstelling

Publicatiedatum 20-12-2024, 13:26 | Laatste update 20-12-2024, 13:26 | Standpunt

Aanleiding

X biedt tegen vergoeding trainingen aan voor vrijwilligers in de zorg. De trainingen hebben tot doel het bijbrengen en ontwikkelen van vaardigheden noodzakelijk voor de verzorging van cliënten. X heeft als instelling een CRKBO-registratie.

Zorgorganisaties hebben werknemers (beroepskrachten) in dienst en maken ook gebruik van diensten van zorgvrijwilligers. De organisatie is niet in staat om zijn dienstverlening aan te bieden zonder de inzet van de vrijwilligers die cliënten verzorgen. Tussen de vrijwilliger en de betreffende organisatie wordt een vrijwilligersovereenkomst opgesteld. In de overeenkomst staan bepalingen die vergelijkbaar zijn met die in een arbeidsovereenkomst. Het gaat bijvoorbeeld om de taakomschrijving van de vrijwilliger, de mogelijkheid en/of verplichting om trainingen te volgen, bepalingen over geheimhouding en aansprakelijkheid, alsmede de verplichting om minimaal een of een aantal dagdelen in de maand aanwezig te zijn, nadrukkelijke afspraken over het inroosteren, alsmede de aanvang en duur van de overeenkomst.

De trainingen zijn ontwikkeld voor vrijwilligers, maar het komt ook voor dat werknemers van zorgorganisaties de training volgen.

Vraag

Zijn de trainingen die X tegen vergoeding aanbiedt aan vrijwilligers die werkzaam zijn binnen de zorg aan te merken als vrijgesteld beroepsonderwijs?

Antwoord

Ja, de trainingen die X tegen vergoeding aanbiedt aan vrijwilligers die werkzaam zijn binnen de zorg zijn aan te merken als vrijgesteld beroepsonderwijs.

Beschouwing

De trainingen die X tegen vergoeding aanbiedt zijn aan te merken als vrijgesteld beroepsonderwijs, omdat de trainingen zijn gericht op het bijbrengen of op peil houden van kennis die de vrijwilliger nodig heeft om in een werkkring te kunnen functioneren.

Op grond van artikel 11, eerste lid, aanhef en onderdeel o, onder 2˚, van de Wet op de omzetbelasting 1968 is onder andere vrijgesteld bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen onderwijs. In artikel 8, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 zijn aangewezen beroepsopleidingen verzorgd door instellingen die zijn opgenomen in het Instellingenregister Beroepsonderwijs.

Volgens het Besluit Omzetbelasting, vrijstellingen; onderwijsvrijstelling is een beroepsopleiding iedere onderwijsvorm die opleidt voor een specifiek beroep of vak of voor een specifieke betrekking dan wel die een bijzondere bekwaamheid verleent om een dergelijk beroep, vak of betrekking uit te oefenen, ongeacht de leeftijd en het opleidingsniveau van leerlingen of studenten. Naast specifiek beroepsopleidingen vallen onder een beroepsopleiding mede cursussen die zijn gericht op het functioneren van personen in een bestaande of toekomstige werkkring. Onderwijs dat zich primair richt op het bijbrengen en ontwikkelen van vaardigheden in de persoonlijke levenssfeer valt echter niet onder het begrip beroepsopleiding.

De begrippen specifieke betrekking en werkkring zijn niet gedefinieerd, waardoor het moet worden uitgelegd overeenkomstig de gebruikelijke betekenis in de omgangstaal, rekening houdend met de context waarin het wordt gebruikt en de doelstellingen die worden beoogd met de regeling waarvan het deel uitmaakt (zie in die zin het arrest HvJ 11 januari 2024, C-433/22 (HPA – Construções SA), ECLI:EU:C:2024:25, punt 24 en aldaar aangehaalde rechtspraak). In de omgangstaal is een betrekking een “ambt, bediening, werkkring, baan” en is een werkkring “geheel van omstandigheden waaronder je werkt en van de objecten van het werk”.

De beroepskrachten en vrijwilligers werken samen in dezelfde zakelijke omgeving. De vrijwilligers verrichten hun werkzaamheden dus niet in de persoonlijke levenssfeer. De vrijwilligers maken deel uit van de werkkring, omdat zij onder vergelijkbare omstandigheden werken als de beroepskrachten, cliënten verzorgen en hun werkzaamheden nodig zijn voor de continuering van de dienstverlening van de zorgorganisatie.