Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:003:2024:20 Certificering aandelen Natuurschoonwet-lichaam en box 3

Aanleiding

X houdt alle aandelen in Y BV. Y BV bezit uitsluitend onroerende zaken die deel uitmaken van een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet 1928. Daardoor is Y BV een zogenoemd Natuurschoonwet-lichaam (hierna: NSW-lichaam) en worden de werkzaamheden, rechten en verplichtingen van de BV toegerekend aan X (fiscale transparantie). De aan X toegerekende onroerende zaken van het landgoed vallen in box 3 onder een vrijstelling.

Vraag

X wil zijn aandelen in Y BV certificeren. Kan X na het certificeren een beroep blijven doen op de vrijstelling in box 3 voor onroerende zaken van een landgoed?

Antwoord

Ja, als de aan X uitgereikte certificaten te vereenzelvigen zijn met de aandelen in Y BV, dan heeft de certificering van de aandelen in het NSW-lichaam geen gevolgen voor de fiscale transparantie voor de inkomstenbelasting. X kan in box 3 een beroep blijven doen op de vrijstelling voor onroerende zaken van een landgoed.

Beschouwing

In box 3 geldt een vrijstelling voor (sommige) onroerende zaken die deel uitmaken van een landgoed in de zin van de Natuurschoonwet 1928 (artikel 5.7, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001, hierna: Wet IB 2001). Als een natuurlijke persoon het landgoed niet rechtstreeks bezit maar via een bv, kan in beginsel geen gebruik worden gemaakt van deze vrijstelling in box 3. Het landgoed is dan immers geen bezitting van de natuurlijke persoon maar van de bv. De door de natuurlijke persoon gehouden aandelen in de bv worden dan in box 1, box 2 of box 3 belast met inkomstenbelasting.

Als de bv kwalificeert als een NSW-lichaam worden onder voorwaarden de werkzaamheden, rechten en verplichtingen van die bv toegerekend aan de aandeelhouders/natuurlijke personen (zie artikel 10.9 Wet IB 2001 juncto artikel 23 van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001). De onroerende zaken van deze bv worden door die fiscale transparantie rechtstreeks bij de aandeelhouders/natuurlijke personen belast. Voor zover de onroerende zaken daarbij in box 3 vallen kan de landgoedvrijstelling van artikel 5.7, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 van toepassing zijn.

In de praktijk komt het regelmatig voor dat de aandelen van een bv worden gecertificeerd. Voor de toepassing van de aanmerkelijkbelangregeling geldt dat een certificering van aandelen niet wordt aangemerkt als een vervreemding van de aandelen, indien de uit te reiken certificaten kunnen worden vereenzelvigd met de aandelen. De staatssecretaris heeft aangegeven onder welke voorwaarde van vereenzelviging kan worden gesproken (zie onderdeel 4.4 van het Verzamelbesluit aanmerkelijk belang van 9 maart 2018, nr. 2018/27139, Stct. 2018, 15751). Als gevolg van de vereenzelviging van de certificaten met de aandelen, wordt de certificaathouder gelijkgesteld met de aandeelhouder. Daardoor voldoet de certificaathouder van aandelen in een NSW-lichaam aan de in artikel 10.9, eerste lid, Wet IB 2001 gestelde voorwaarde van aandeelhouderschap, zodat de fiscale transparantie van toepassing kan zijn en voor Y BV uit de casus van toepassing blijft.

Deel deze pagina