KG:003:2024:21 Toepassing aandelenfusiefaciliteit artikel XII WFKR bij opeenvolgende aandelenfusie
Publicatiedatum 20-12-2024, 10:07 | Laatste update 20-12-2024, 10:07 |
Aanleiding
De natuurlijke personen X, Y en Z houden ieder 33 1/3% van de commanditaire participaties in een open commanditaire vennootschap (hierna: OCV). De bezittingen van OCV bestaan uit vastgoed.
Daarnaast bezitten X, Y en Z ieder een persoonlijke houdstermaatschappij. De persoonlijke houdstermaatschappijen bezitten ieder 33 1/3% van de aandelen in een tussenhoudstervennootschap (TH BV).
In verband met de in werking getreden Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (hierna: WFKR) is elke commandiet voornemens zijn participatie in OCV in te brengen in zijn persoonlijke houdstermaatschappij tegen uitreiking van aandelen in deze houdstermaatschappij (eerste aandelenfusie). Vervolgens zijn de persoonlijke houdstermaatschappijen voornemens deze verkregen participaties in te brengen in TH BV tegen uitreiking van aandelen TH BV (tweede, opeenvolgende aandelenfusie).
Vraag
Is de tweede (opeenvolgende) aandelenfusie aan te merken als een aandelenfusie in de zin van artikel XII WFKR?
Antwoord
Ja, (ook) de tweede aandelenfusie is aan te merken als een aandelenfusie in de zin van artikel XII WFKR.
Beschouwing
Van een aandelenfusie als bedoeld in artikel XII WFKR is sprake als:
Aandelenfusie, artikel XII, lid 2:
“2. Voor de toepassing van dit artikel en de artikelen XIII, XIV en XVI is sprake van een aandelenfusie indien een vennootschap (verkrijgende vennootschap) tegen uitreiking van eigen aandelen of winstbewijzen, eventueel met bijbetaling, dan wel bij wijze van storting op de aandelen in die vennootschap, het aandeel van de commanditaire vennoot in de open commanditaire vennootschap, bedoeld in artikel IX, eerste lid, verwerft, tenzij:
a. de bijbetaling 10 percent van de nominale waarde van de uitgereikte aandelen te boven gaat;
b. de commanditaire vennoot die een aanmerkelijk belang heeft in de commanditaire vennootschap na het vervreemden van zijn aandeel in die vennootschap aan de verkrijgende vennootschap in het kader van de fusie geen aanmerkelijk belang heeft in die verkrijgende vennootschap; of
c. de fusie per saldo resulteert in een vermogensverschuiving van de commanditaire vennoot in de open commanditaire vennootschap naar een of meer andere aandeelhouders in of andere gerechtigden tot het vermogen van de verkrijgende vennootschap.”
Artikel XII WFKR is geschreven voor de toepassing van de afdelingen 3.2 en 3.4, hoofdstuk 4 en de afdelingen 7.2, 7.3 en 7.5 van de Wet IB 2001 en de Wet Vpb 1969. Artikel XII WFKR is in de Kamerstukken II 2023-2024, 36425, nr. 3, blz. 86, als volgt toegelicht:
“Het voorgestelde artikel XII, eerste lid, regelt dat een commanditaire vennoot in een open cv die als gevolg van dit wetsvoorstel niet langer op grond van artikel 2 of 3 Wet Vpb 1969 aan de vennootschapsbelasting onderworpen is (fiscaal transparant wordt), gebruik kan maken van de – in dit artikel voorgestelde – zogenoemde aandelenfusiefaciliteit. Deze faciliteit houdt in dat het voordeel behaald door een commanditaire vennoot ter zake van de vervreemding van zijn aandeel in bovengenoemde open cv in het kader van een aandelenfusie niet in aanmerking wordt genomen voor de toepassing van de afdelingen 3.2 en 3.4, hoofdstuk 4 en de afdelingen 7.2, 7.3 en 7.5 Wet IB 2001 en de Wet Vpb 1969. Daarbij geldt wel de eis dat het voordeel alleen buiten aanmerking mag blijven indien latere heffing verzekerd is. Dit is het geval als de fiscale claim voor de Nederlandse belastingheffing behouden blijft als gevolg van de aandelenfusie. Deze aandelenfusie is gedefinieerd in het voorgestelde artikel XII, tweede lid (zie hierna). De aandelenfusie heeft tot gevolg dat het aandeel in de open cv niet langer wordt gehouden door de «oorspronkelijke» commanditaire vennoot in de open cv, maar dat dat aandeel al dan niet gezamenlijk met andere aandelen wordt ingebracht in een verkrijgende vennootschap die daardoor commanditair vennoot in de open cv wordt.”
De eerste aandelenfusie (X, Y en Z dragen hun participaties in OCV over aan de eigen persoonlijke houdstervennootschap tegen uitreiking van aandelen) kwalificeert als een aandelenfusie in de zin van artikel XII WFKR. Na deze aandelenfusie zijn de drie persoonlijke houdstervennootschappen de commanditaire vennoten in OCV.
De tweede, opeenvolgende aandelenfusie (de persoonlijke houdstervennootschappen van X, Y en Z dragen de participaties in OCV over aan TH BV tegen uitreiking van aandelen) kwalificeert ook als een aandelenfusie in de zin van artikel XII WFKR. TH BV verwerft het aandeel in OCV van de commanditaire vennoten, op dat moment de persoonlijke houdstervennootschappen, tegen uitreiking van aandelen.
In het geval van een aandelenfusie in de zin van artikel XII WFKR geldt onder aanvullende voorwaarden een vrijstelling voor eventuele overdrachtsbelasting gevolgen op grond van artikel XV WFKR.