Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:207:2025:2 Inlichtingenplicht aan lokale invorderingsambtenaar

Aanleiding

Een instantie die namens een gemeente de heffing en inning van gemeentelijke belastingen regelt doet aan de ontvanger van de Belastingdienst (hierna: ontvanger) een informatieverzoek op grond van de artikelen 58 t/m 62 Invorderingswet 1990 (hierna: Iw 1990). De lokale invorderingsambtenaar geeft aan een vordering ex artikel 19 Iw 1990 te willen doen bij een derde. De ontvanger had al beslag gelegd onder deze derde. De invorderingsambtenaar vraagt de ontvanger om de navolgende informatie:

  1. Wanneer is het beslag gelegd?
  2. Voor welk totaalbedrag is het beslag gelegd?
  3. Wat is het huidige saldo van de vordering waarvoor beslag is gelegd?
  4. Wat is de gehanteerde beslagvrije voet?
  5. Welk bedrag wordt (maandelijks) ingehouden en afgedragen?
  6. Is er sprake van meerdere beslagleggers? Zo ja, wat is de hoogte van de totale vordering(en)?

Vraag

Moet en/of kan de ontvanger op grond van enige wettelijke bepaling de vragen van de invorderingsambtenaar, voordat deze een vordering doet dan wel als hij al een vordering heeft gedaan, beantwoorden?

Antwoord

De geheimhoudingsplicht van artikel 67 Iw 1990 verzet zich tegen het verstrekken van de gevraagde gegevens aan de invorderingsambtenaar voordat deze een vordering heeft gedaan.

De wet verplicht de ontvanger, als deze een cumulatief beslag legt (of vordering doet) de eerdere beslagleggers op de hoogte te stellen van het door hem gelegde beslag. Als de ontvanger als coördinerende deurwaarder optreedt, verplicht de wet de ontvanger alleen om de beslagvrije voet vast te stellen en daar mededeling van te doen aan andere beslagleggers als daar om wordt verzocht.

Als de invorderingsambtenaar al een vordering heeft gedaan, is het antwoord op de vraag afhankelijk van het feit of de ontvanger de eerste beslaglegger is. De ontvanger is dan verplicht aan de invorderingsambtenaar van de gemeente mededeling te doen omtrent de beslagvrije voet. De andere gevraagde gegevens zal de derde in zijn verklaring opnemen. Als de invorderingsambtenaar van de gemeente de eerste beslaglegger is, dan is de ontvanger verplicht de invorderingsambtenaar van de gemeente op de hoogte te brengen van zijn beslag.

Beschouwing

Geheimhoudingsplicht

De ontvanger heeft op basis van artikel 67 Iw 1990 een geheimhoudingsplicht. In het eerste lid van artikel 67 Iw 1990 is bepaald dat het verboden is om informatie die is verkregen tijdens de uitvoering van deze wet, met betrekking tot de persoon of zaken van een ander, verder bekend te maken dan noodzakelijk is voor de uitvoering van de Iw 1990 of voor de heffing van een rijksbelasting. Als bekendmaking van belang is voor de invordering van de verschuldigde belasting(aanslag) kan de bekendmaking (aan derden) plaatsvinden zonder dat daarmee de geheimhoudingsplicht wordt geschonden. De gegevensverstrekking aan de gemeente is niet van belang voor de invordering van de belasting door de ontvanger en daarmee is de geheimhoudingsplicht van het eerste lid van artikel 67 Iw 1990 van toepassing.

Er zijn echter uitzonderingen op deze geheimhoudingsplicht, zoals omschreven in het tweede lid van artikel 67 Iw 1990 en in artikel 43c van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (hierna: Uitvoeringsregeling AWR).

De geheimhoudingsplicht geldt niet als:

  • Een wettelijk voorschrift verplicht tot bekendmaking.
  • Een regeling van de Minister bepaalt dat bekendmaking noodzakelijk is voor de vervulling van een publiekrechtelijke taak van een bestuursorgaan.
  • De bekendmaking plaatsvindt aan degene op wie de gegevens betrekking hebben, voor zover deze gegevens door of namens hem zijn verstrekt.

Ten slotte kan de Minister ontheffing verlenen van de geheimhoudingsplicht. Voor de beantwoording van de vraag of de gevraagde gegevens verstrekt mogen worden, is het dus van belang om vast te stellen of één van de uitzonderingsgronden van toepassing is.

Artikel 67 van de Leidraad Invordering 2008 (hierna: LI 2008) bevat daarnaast aanvullend beleid over artikel 67 Iw 1990. Dit beleid gaat over:

  • Het bekendmaken van gegevens op verzoek van de belastingschuldige zelf (artikel 67.1 LI 2008).
  • Informatieverstrekking aan gerechtsdeurwaarders over periodieke betalingen (artikel 67.3 LI 2008).

De geheimhoudingsplicht geldt niet voor de bekendmaking van gegevens aan degene op wie zij betrekking hebben (de belastingschuldige), voor zover deze gegevens door of namens hem zijn verstrekt. Dit betekent dat het verstrekken van informatie over belastingschulden aan de belastingschuldige zelf niet onder de geheimhoudingsplicht valt.

Een voorbeeld van een wettelijke verplichting tot bekendmaking is artikel 475g, derde lid, van het Wetboek van Rechtsvordering (hierna: Rv). De ontvanger moet op grond van dit artikel aan de gerechtsdeurwaarder, die gerechtigd is beslag te leggen, schriftelijk informatie verstrekken over periodieke betalingen die hij aan die schuldenaar verricht of gaat verrichten op grond van een verleende voorlopige teruggaafbeschikking. De ontvanger is in dat geval een “derde”.

De geheimhoudingsplicht van artikel 67 Iw 1990 is ook niet van toepassing als artikel 43c, onder j, van de Uitvoeringsregeling AWR van toepassing is. De gegevens die de gemeente vraagt vallen niet onder de gegevens die verstrekt mogen worden aan gemeenten zoals in dat artikel bepaald is.

Informatieplicht

Er zijn verschillende wettelijke bepalingen die derden verplichten om informatie bekend te maken aan lokale invorderingsambtenaren. Voor zover die bepalingen zien op informatieverplichtingen van de ontvanger, vormen zij een uitzondering op de geheimhoudingsplicht van de ontvanger. In bepaalde gevallen kan de invorderingsambtenaar ook een beroep doen op deze artikelen omdat deze van overeenkomstige toepassing zijn verklaard. Onder het kopje “Algemene informatieplicht” zal allereerst ingegaan worden op de informatieplichten uit de Invorderingswet 1990 die van overeenkomstige toepassing zijn voor de lokale invorderingsambtenaar. Ten slotte zal ook gekeken worden naar mogelijk relevante informatieplichten uit het Rv.

Informatieplicht invorderingswet

Artikel 231, eerste lid, van de Gemeentewet (hierna: Gemw) bepaalt dat de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen geschiedt met toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, Iw 1990 en de Kostenwet invordering rijksbelastingen als waren die belastingen rijksbelastingen. In artikel 249 Gemw is bepaald dat bij de invordering van gemeentelijke belastingen de artikelen 5, 7c, 20, 21, 59, 62 en 69 van de Iw 1990 buiten toepassing blijven. De informatieplichten uit de Iw 1990, te weten de artikelen 58, 60 en 61 van de Iw 1990, zijn dus niet buiten toepassing verklaard. De vraag is of de invorderingsambtenaar zich op deze artikelen kan beroepen om de gevraagde gegevens te ontvangen.

Artikel 58, eerste lid, Iw 1990 verplicht een ieder om, desgevraagd, de gegevens en inlichtingen te verstrekken die van belang kunnen zijn voor de invordering van zijn of haar belastingen. Dit artikel regelt niet de informatieplicht tussen de lokale invorderingsambtenaar en de ontvanger. Dit artikel regelt de informatieplicht tussen de ontvanger c.q. lokale invorderingsambtenaar en de belastingschuldige. De ontvanger kan de gevraagde gegevens dus niet aan de lokale invorderingsambtenaar verstrekken op basis van artikel 58 Iw 1990.

De artikelen 60 en 61 Iw 1990 regelen op welke wijze aan het inlichtingenverzoek van de ontvanger moet worden voldaan. Het bepaalt dat aan de actieve informatieverplichting duidelijk, stellig en zonder voorbehoud moet worden voldaan en dat niemand zich voor een weigering om aan de in artikelen 58, 59 en 60 van de Iw 1990 neergelegde verplichtingen te voldoen, kan beroepen op een geheimhoudingsverplichting. Ook deze twee artikelen kunnen niet gebruikt worden om de verzochte informatie te overleggen.

Hoewel in artikel 249 Gemw, de artikel 59 en 62 van de Iw 1990 buiten toepassing zijn verklaard geeft artikel 246a van de Gemw aan dat met betrekking tot gemeentelijke belastingen bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld waarbij de informatieplichten uit de artikelen 59 of 62 van de Iw 1990 en 55 AWR geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard. Dit is gebeurd in artikel 7 van het Besluit gegevensverstrekking gemeentelijke heffing:

''indien een belastingschuldige een verzoek heeft ingediend tot het verlenen van kwijtschelding van belasting op de voet van artikel 26 van de Invorderingswet 1990, is de Rijksbelastingdienst gehouden desgevraagd gegevens en inlichtingen te verstrekken aan de in artikel 231, tweede lid, onderdeel c van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar over de inkomens- en vermogenspositie van de belastingschuldige, ten behoeve van de beoordeling van dit verzoek. Dit artikel ziet dus uitsluitend op de informatieverplichting van de ontvanger bij kwijtscheldingsverzoeken.''

Informatieplicht Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering

De informatieplicht die geldt wanneer er beslag onder derden wordt gelegd, is geregeld in het Rv. In artikel 475g Rv zijn diverse informatieverplichtingen opgenomen, maar ze zijn niet op de door de invorderingsambtenaar gevraagde informatie. Artikel 478, zesde lid, Rv bepaalt dat ieder van de deurwaarders die het beslag heeft gelegd, of de beslagleggers die een vordering hebben gedaan, verplicht is anderen van het door hen gelegde beslag op de hoogte te brengen. Deze bepaling is van toepassing op beslagen die gelegd zijn nadat de verklaring is afgelegd. De eerder gelegde beslagen zijn in de verklaring door de derde opgenomen. De derde-beslagene heeft de verplichting om een ieder in te lichten omtrent andere beslagen, namen en gekozen woonplaatsen van de beslagleggers en het beloop van hun vorderingen. In artikel 478, eerste lid, Rv is opgenomen dat de coördinerende deurwaarder de beslagvrije voet vaststelt, de inning coördineert en de verdeling van de betalingen doet. In het tweede lid van art 478 Rv is opgenomen dat als er sprake is van een beslaglegger die een vereenvoudigd derdenbeslag legt voor een preferente vordering, vóórdat andere executoriale beslagen gelegd worden, deze beslaglegger de coördinerend deurwaarder is. De coördinerend deurwaarder kan daarmee ook een bestuursorgaan zijn. De taak van de coördinerend deurwaarder is onder andere het vaststellen van de beslagvrije voet en de communicatie met de beslagene, derde en andere beslagleggers. Uit deze artikelen vloeit echter alleen de verplichting voor de ontvanger voort om eerdere beslagleggers op de hoogte te brengen van zijn beslag of vordering. Ook vloeit hier de verplichting van de ontvanger uit voort om informatie over de beslagvrije voet te verstrekken aan de lokale invorderingsambtenaar van de gemeente als de ontvanger coördinerend deurwaarder is. De andere bepalingen in de Rv kunnen dus ook niet als uitzondering op de geheimhoudingsplicht van de ontvanger worden beschouwd.

Conclusie

De geheimhoudingsplicht van artikel 67 Iw 1990 staat het verstrekken van de gevraagde gegevens in beginsel niet toe. Als er een cumulatief beslag wordt gelegd is de deurwaarder die het cumulatieve beslag heeft gelegd of de beslaglegger die de vordering heeft gedaan verplicht de eerdere beslagleggers op de hoogte te brengen van het door hen gelegde beslag of vordering. Als de ontvanger als innende of coördinerende deurwaarder optreedt, bestaat de verplichting om de beslagvrije voet en de gegevens waarop deze is gebaseerd te verstrekken aan andere beslagleggers.

Deel deze pagina