Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de filters Ga direct naar de footer

KG:013:2025:3 Is voor het bepalen van de catalogusprijs van een kampeerauto door middel van vergelijking de toegestane maximum massa een relevant voertuigkenmerk?

Aanleiding

Belanghebbende voert een gebruikte kampeerauto in. Het betreft een half-integraal kampeerauto die is afgeleid van een chassis-cabine bestelauto.

De belasting van personenauto's en motorrijwielen (hierna: BPM) van de kampeerauto wordt berekend op basis van de catalogusprijs van de zoveel mogelijk met de kampeerauto vergelijkbare gesloten bestelauto. In paragraaf 2 van het Kaderbesluit bpm is voor een aantal situaties aangegeven hoe de catalogusprijs door vergelijking kan worden vastgesteld. Voor de kampeerauto is aangegeven dat bij vergelijken achtereenvolgens rekening wordt gehouden met:

  1. merk en type
  2. motortype
  3. wielbasis

De toegestane maximum massa (hierna: TMM, in de handel ook vaak aangeduid met de Engelse term GVW – gross vehicle weight) staat hier niet bij.

De TMM van de door belanghebbende ingevoerde kampeerauto is 3.500 kilogram. De TMM van de door belanghebbende gehanteerde gesloten bestelauto ten behoeve van de vergelijking bedraagt 3.300 kilogram, terwijl er ook een gesloten bestelauto leverbaar is met een TMM van 3.500 kg. Beide bestelauto’s voldoen aan de hiervoor genoemde drie criteria.

Vraag

Mag belanghebbende voor de berekening van de BPM de catalogusprijs van een vergelijkbare bestelauto gebruiken die een andere TMM heeft dan de kampeerauto die wordt ingevoerd, als er ook een catalogusprijs bekend is van een gesloten bestelauto met dezelfde TMM als de kampeerauto?

Antwoord

Nee, dat mag niet. De bestelauto met dezelfde TMM is de meest vergelijkbare gesloten bestelauto.

Beschouwing

Een kampeerauto die aan alle eisen voldoet van artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 en de daarop berustende bepalingen is een bijzondere personenauto. Voor een bijzondere personenauto wordt de verschuldigde BPM berekend op basis van de netto catalogusprijs. Zie in dit verband artikel 9, lid 15, Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 (hierna: Wet BPM 1992) en de verwijzing naar Bijlage I, onderdeel A, punt 5 van Verordening (EU) 2018/858.

Is er geen catalogusprijs bekend, dan moet deze op grond van artikel 9, vijfde lid, Wet BPM 1992 door vergelijking worden bepaald. In het Kaderbesluit bpm is voor een aantal situaties aangegeven hoe de catalogusprijs door vergelijking kan worden vastgesteld.

In paragraaf 2.1 van het Kaderbesluit bpm staat dat de BPM van een kampeerauto wordt berekend op basis van de catalogusprijs van de zoveel mogelijk met de kampeerauto vergelijkbare gesloten bestelauto, waarbij achtereenvolgens rekening wordt gehouden met:

  1. merk en type
  2. motortype
  3. wielbasis

Ook als er een gesloten bestelauto is gevonden die voor wat betreft de genoemde kenmerken (in elk geval) overeenkomt met de kampeerauto, geldt dat het gaat om het meest gelijkende motorrijtuig. Dit betekent dat ook voor wat betreft de overige eigenschappen de bestelauto die het meest overeenkomt met de kampeerauto als basis wordt gehanteerd.

Deel deze pagina