KG:003:2022:13 Onzakelijke omzetting in preferente aandelen op indirect niveau
Publicatiedatum 06-03-2023, 16:44 | Laatste update 29-03-2023, 14:45 |
Aanleiding
X houdt alle aandelen in BV X. BV X houdt alle gewone aandelen in Tussenholding BV die op haar beurt aandelen houdt in meerdere besloten vennootschappen (hierna: bv’s). Op 1 januari 2020 wordt een deel van de gewone aandelen in Tussenholding BV omgezet in preferente aandelen. Op 15 februari 2020 vindt een splitsing plaats van BV X, waarbij de resterende gewone aandelen in Tussenholding BV overgaan naar twee nieuwe bv’s tegen uitreiking van aandelen aan X. BV X behoudt de preferente aandelen in Tussenholding BV. Op 16 februari 2020 schenkt X de aandelen in deze twee nieuwe bv’s aan zijn kinderen. De preferente aandelen kennen een onzakelijk laag dividendpercentage.
Vragen
- Vormt de omzetting van indirect gehouden gewone aandelen in preferente aandelen met een onzakelijk laag vergoedingspercentage een (middellijke) uitdeling?
- Is de omzetting gepaard gegaan met het toekennen van gewone aandelen aan een ander als bedoeld in artikel 26b, derde lid, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (hierna: URIB 2001) nu de gewone aandelen pas na zes weken zijn overgedragen aan een ander?
Antwoorden
- Nee, omdat geen vermogen verschuift van BV X naar haar aandeelhouder is geen sprake van een (middellijke) uitdeling.
- Nee, de omzetting is niet gepaard gegaan met de toekenning van gewone aandelen aan een ander. “Gepaard gaan met” betekent in dit verband dat de gewone aandelen gelijktijdig met de omzetting worden toegekend aan een ander. De latere afsplitsing en schenking van de gewone aandelen in Tussenholding BV aan de kinderen brengen daarin geen verandering.
Beschouwing
Beschouwing antwoord 1 uitdeling
X houdt alle aandelen in BV X en indirect alle gewone aandelen in Tussenholding BV. In dat geval leidt de omzetting van indirect gehouden gewone aandelen in indirect gehouden preferente aandelen onder onzakelijke voorwaarden niet tot een verschuiving van vermogen van Tussenholding BV naar de aandeelhouder, BV X, of de uiteindelijke aandeelhouder X. In deze situatie is dan ook geen sprake van een (middellijke) uitdeling. Het onzakelijk lage dividendpercentage heeft wel gevolgen voor de waarde van de gewone aandelen.
Beschouwing antwoord 2 toekennen gewone aandelen aan een ander
Een deel van de indirect gehouden gewone aandelen wordt omgezet in indirect gehouden preferente aandelen. Vervolgens vindt zes weken na de omzetting, een afsplitsing plaatst waarna X de gewone aandelen in de nieuwe bv’s schenkt aan de kinderen. Er is dan geen sprake van ‘gepaard gegaan met het toekennen van gewone aandelen aan een ander’ als bedoeld in artikel 26b, derde lid, URIB 2001. “Gepaard gaan met” betekent dat de gewone aandelen gelijktijdig met de omzetting in preferente aandelen moeten worden toegekend aan een ander. Zie in dit verband de parlementaire geschiedenis bij artikel 35c van de Successiewet 1956 onderscheidenlijk artikel 4.17a, derde lid, Wet IB 2001 (Belastingplan 2010, beantwoording van vragen van de NOB):
“In de tweede plaats strekt dit artikel ertoe dat uitsluitend reële bedrijfsopvolgingen worden gefaciliteerd. Dit wordt om te beginnen gerealiseerd door bij de verkrijging van een medegerechtigdheid of van preferente aandelen te eisen dat deze moeten zijn ontstaan in het kader van een bedrijfsopvolging. De verkrijger van een medegerechtigdheid of van preferente aandelen kan niet zonder meer worden beschouwd als een bedrijfsopvolger, maar kan veel meer worden gezien als een kapitaalverstrekker. Omdat er alleen in gevallen van een reële bedrijfsopvolging voldoende rechtvaardigingsgrond bestaat om de verkrijger van ondernemingsvermogen een vrijstelling te verlenen, wordt de verkrijging van een medegerechtigdheid of preferente aandelen alleen gefaciliteerd indien zij zijn ontstaan in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging. In die situaties fungeert een commanditaire vennootschap (in de winstsfeer) of de omvorming van gewone aandelen tot preferente aandelen onder gelijktijdige toekennen van gewone aandelen aan de beoogde bedrijfsopvolger (in de aanmerkelijkbelangsfeer) als tussenfase voor de uiteindelijke overdracht. De (beoogd) bedrijfsopvolger wordt in die gevallen beherend vennoot onderscheidenlijk houder van de gewone aandelen in de vennootschap. Het doel is dat de overdrager uiteindelijk helemaal zal uittreden en de opvolger alleen verder zal gaan.” Kamerstukken II 2008/09, 31930, nr. 3, p. 43/44
en,
“Ik ga ervan uit dat de (cumulatief) preferente aandelen zijn ontstaan in het kader van een bedrijfsopvolging en dat de beoogde opvolger, bijvoorbeeld het kind, op dat moment alle gewone aandelen heeft verkregen.” Kamerstukken II 2009/10, 32128, nr. 20, p. 22