Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:209:2023:3 Btw-tarief levering 3d-geprinte zwangerschapsbeeldjes

Aanleiding

X maakt met behulp van een 3d-printer beeldjes van personen.
Een klant heeft de keuze uit een beperkt aantal afmetingen en materialen.   

Het vervaardigingsproces is als volgt:

  • X maakt met een 3d-scanner een scan van het lichaam door rondom het lichaam te lopen met de scanner.  
  • Na softwarematige bewerking wordt het beeldje vervaardigd met een 3d-printer.
  • Tot slot wordt het beeld door X geschuurd en gepolijst.

Ieder beeldje dat wordt vervaardigd, is uniek. Op bestelling kan er een tweede exemplaar worden gemaakt (eventueel van een ander materiaal). De beelden krijgen een nummer en een stempel.

Vraag

Zijn de beeldjes die X vervaardigt en levert kunstvoorwerpen in de zin van tabel I, post a-29 behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: post a-29 en Wet OB)?

Antwoord

Nee. De beeldjes die X vervaardigt en levert vormen geen kunstvoorwerpen in de zin van post a-29 behorende bij de Wet OB.

Beschouwing

Op grond van post a-29 vallen, voor zover hier relevant, onder het verlaagde tarief:

‘‘b. kunstvoorwerpen voor zover deze worden geleverd door:
1°. de maker of diens rechtverkrijgende onder algemene titel;’’

Wat onder kunstvoorwerpen dient te worden verstaan, is gedefinieerd in artikel 2a, eerste lid, onderdeel m, van de Wet OB juncto artikel 4, tweede lid, van de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968 (hierna: Uitvoeringsbeschikking) en de bij de Uitvoeringsbeschikking behorende bijlage J. In onderdeel c van post 1 van bijlage J zijn als kunstvoorwerpen aangewezen:

“originele standbeelden en origineel beeldhouwwerk, ongeacht het materiaal waarvan zij vervaardigd zijn, mits het werk geheel van de hand van de kunstenaar is; afgietsels van beeldhouwwerken in een oplage van maximaal acht exemplaren, die door de kunstenaar of diens rechthebbenden wordt gecontroleerd (GN-code 9703 00 00);”

Bijlage J van de Uitvoeringsbeschikking verwijst naar post 9703 van de Gecombineerde Nomenclatuur (Uitvoeringsverordening (EU) 2022/1998). In de Uitvoeringsverordening is opgenomen dat beeldhouwwerken met een commercieel karakter niet tot post 9703 behoren.

In de toelichting op post a-29 (Besluit van de Staatssecretaris van Financiën 31 maart 2022, Stcrt 2022, 9114) is eveneens opgenomen dat een beeldhouwwerk met een commercieel karakter niet onder de post valt.

Uit het bovenstaande volgt dat aan de hand van de volgende criteria dient te worden beoordeeld of het verlaagde tarief van toepassing is:

  1. De beeldjes moeten kwalificeren als originele standbeelden of originele beeldhouwwerken;
  2. die geheel van de hand van de kunstenaar of maker zijn; en
  3. geen commercieel karakter hebben.

De vraag moet worden beantwoord of de beeldjes geheel van de hand van X zijn of dat het hier een in hoofdzaak technisch proces betreft. Uit wetgeving noch uit jurisprudentie volgt een definitie of omschrijving van het begrip ‘geheel van de hand van de kunstenaar’.

De bewoording van de tekst geheel van de hand sluit in ieder geval niet aan bij een uitleg dat het standbeeld volledig met de hand moet zijn vervaardigd.

Uit het arrest Regards Photographiques (HvJ EU 5 september 2019, C-145/18, r.o. 30) volgt dat met de voorwaarde ‘geheel van de hand van de kunstenaar’ volgens het HvJ EU een persoonlijke betrokkenheid van de maker is vereist bij de belangrijke fase van het ontwerp en het vervaardigingsproces van de voorwerpen.

In dit geval is de persoonlijke betrokkenheid van X bij het ontwerp en het vervaardigen van de beeldjes zeer beperkt. X verricht nagenoeg uitsluitend technische handelingen met betrekking tot het maken van de foto en de 3d-scan, het bijwerken van deze scan en het bedienen van de 3d-printer. De beeldjes zijn derhalve niet geheel van de hand van X als kunstenaar of maker en zijn niet aan te merken als kunstvoorwerpen in de zin van tabel I, post a-29 behorende bij de Wet OB.

Deel deze pagina