KG:013:2023:2 Reikwijdte van het begrip “motorvoertuig als zodanig”
Publicatiedatum 14-03-2023, 15:58 | Laatste update 24-03-2023, 9:14 |
Aanleiding
Op 20 mei 2022 heeft de Hoge Raad een arrest (ECLI:NL:HR:2022:640) gewezen over de toegang tot het gebruiken van de taxatiemethode voor het bepalen van de afschrijving van een motorvoertuig op grond van artikel 10 Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna Wet BPM 1992). In dit arrest is de volgende overweging (4.2.3) opgenomen:
“… Uitsluiting van de taxatiemethode voor een motorvoertuig, dus ook voor een kampeerauto, is alleen mogelijk wanneer het desbetreffende voertuig als zodanig, dat wil zeggen naar merk, model, transmissie, brandstof, vermogen, carrosserie en uitvoering, in een relevante koerslijst is benoemd. Voor motorvoertuigen die als zodanig niet in een relevante koerslijst voorkomen, geldt dat de handelsinkoopwaarde daarvan op verzoek mag worden vastgesteld op basis van taxatie…”
Vanuit de praktijk bestaat de behoefte om duidelijkheid te krijgen over het begrip “motorvoertuig als zodanig” in relatie tot geringe afwijkingen in de CO2-uitstoot. Er doen zich namelijk situaties voor waarbij het importvoertuig op de genoemde punten in het arrest (merk, model, transmissie etc.) overeenkomt met een voertuig zoals opgenomen in de koerslijst, maar waarbij de CO2-uitstoot van het importvoertuig enkele grammen afwijkt van het motorvoertuig dat voorkomt in de koerslijst.
Vraag
Is er sprake van een “motorvoertuig als zodanig” indien een motorvoertuig wat betreft merk, model, transmissie, brandstof, vermogen, carrosserie en uitvoering overeenkomt met het motorvoertuig in de koerslijst, maar waarvan de CO2-uitstoot afwijkt?
Antwoord
Ja, want voor de kwalificatie van een motorvoertuig als zodanig is enkel bepalend of de door de Hoge Raad opgesomde kenmerken overeenkomen. CO2-uitstoot is door de Hoge Raad niet meegenomen in de limitatieve opsomming en dus geen relevant criterium voor de vraag welke methode gehanteerd mag worden voor het bepalen van de afschrijving.
Let op! De beantwoording van deze vraag ziet op (de aangiftemethodiek die gehanteerd wordt voor het bepalen van) de afschrijving ex artikel 10 Wet BPM 1992. Voor de maatstaf van heffing (artikel 9 Wet BPM 1992) is de CO2-uitstoot van het importvoertuig wel bepalend voor het te hanteren tarief (zie ook rechtsoverweging 3.4.1 en verder van ECLI:NL:HR:2020:561).
Beschouwing
Algemeen
Vanaf 1 januari 2015 geldt dat op grond van artikel 10 lid 8 Wet BPM 1992 enkel in de volgende gevallen de afschrijving mag worden bepaald aan de hand van een taxatierapport:
- Wanneer sprake is van een motorrijtuig met meer dan normale gebruiksschade, en
- Voor motorrijtuigen die, vanwege de geringe mate waarin deze motorrijtuigen in Nederland verhandeld worden, niet voorkomen op een in de handel algemeen toegepaste koerslijst voor de inkoop van gebruikte motorrijtuigen door wederverkopers.
De vraag die hier beantwoord moet worden is welke criteria van belang zijn voor de beoordeling of er sprake is van een voertuig waarvan de waarde niet is vast te stellen door middel van een koerslijst vanwege de geringe mate waarin deze motorvoertuigen in Nederland verhandeld worden. Of in de bewoordingen van de Hoge Raad: wanneer is er géén sprake meer van een motorvoertuig dat als zodanig voorkomt in de koerslijst? Betekent slechts een (geringe) afwijking in CO2-uitstoot dat er geen sprake meer is van een motorvoertuig als zodanig?
Uitleg arrest van de Hoge Raad
In het arrest van de Hoge Raad van 20 mei 2022 (ECLI:NL:HR:2022:640) is in rechtsoverweging 4.2.3. benoemd dat uitsluitend in het geval het voertuig als zodanig voorkomt in de koerslijst (en er geen sprake is van meer dan normale gebruikssporen), toepassing van de taxatiemethode is uitgesloten. Daarbij geeft de Hoge Raad een limitatieve opsomming met de criteria die van belang zijn voor deze beoordeling. Dit blijkt uit rechtsoverweging 4.2.3 waarin de woorden “dat wil zeggen” worden gebruikt, waarna de opsomming volgt. Het voertuig in de koerslijst moet op het gebied van merk, model, transmissie, brandstof, vermogen, carrosserie en uitvoering overeenkomen met het importvoertuig om de kwalificatie voertuig als zodanig te krijgen.
De koerslijstproviders die deelnemen aan het platform koerslijsten hebben tijdens het overleg van 6 september 2022 bevestigd dat de CO2-uitstoot op zichzelf (vooralsnog) geen relevante factor is voor het al dan niet meenemen van een handelstransactie bij de bepaling van de handelsinkoopwaarde. Dit kan wellicht in de toekomst veranderen als er bijvoorbeeld een kilometerheffing gebaseerd op CO2-uitstoot wordt ingevoerd.
Tot slot, grotere afwijkingen in de CO2-uitstoot vloeien doorgaans voort uit verschillen in (één of meerdere) door de Hoge Raad opgesomde kenmerken van een motorvoertuig. De uitvoering van een voertuig dat bestemd is voor de Amerikaanse markt zal bijvoorbeeld niet overeenkomen met de uitvoering van een voertuig voor de Europese markt. De CO2-uitstoot kan dan ook grote verschillen vertonen. In dergelijke gevallen is er geen sprake van een motorvoertuig als zodanig.
Toepassing van de koerslijst in een taxatierapport
In de situatie dat wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor het gebruik van een taxatierapport – er is geen sprake van een motorvoertuig als zodanig of er is sprake van meer dan normale gebruiksschade – kan voor het vaststellen van de afschrijving gegevens worden gebruikt die zijn ontleend aan de koerslijst. Daarbij dient het volgende in acht te worden genomen.
- Als een taxatierapport wordt gebruikt omdat er sprake is van meer dan normale gebruiksschade én de koerslijst wordt gebruikt voor het vaststellen van de handelsinkoopwaarde, dan dient aangesloten te worden bij het motorrijtuig dat als zodanig voorkomt op de koerslijst. Als het voertuig niet als zodanig voorkomt op de koerslijst, dan geldt dat in het taxatierapport het voertuig van de koerslijst wordt gebruikt dat het dichtst tegen het importvoertuig aan leunt.
- Van het vergelijkbaar voertuig moeten de eigenschappen en kenmerken (zoals merk en model, type aandrijving, uitrusting, leeftijd en kilometrage en de staat van onderhoud) het dichtst aanleunen bij die van het voertuig waarvan de afschrijving moet worden bepaald (r.o. 4.3.2).
- Zodra vast is komen te staan dat gebruik kan worden gemaakt van een koerslijst (ook binnen een taxatierapport), heeft de Hoge Raad vervolgens geoordeeld dat voor het vaststellen van het juiste afschrijvingspercentage als bedoeld in artikel 10 lid 2 Wet BPM 1992, zowel de catalogusprijs als de handelsinkoopwaarde betrekking moeten hebben op hetzelfde referentievoertuig (r.o. 3.2.3 en 3.3.4).