Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:212:2022:6 Omzetting FOR in een tijdelijke oudedagslijfrente ingaand voor AOW-leeftijd

Aanleiding

Belastingplichtige heeft een fiscale oudedagsreserve (hierna: FOR) opgebouwd en wil deze omzetten in een lijfrente. De FOR is gedeeltelijk opgebouwd voor 2014.

Vraag

Kan de stand van de FOR per 31 december 2013 op grond van het overgangsrecht van artikel 10a.12 Wet IB 2001 worden gebruikt voor de aankoop van een tijdelijke oudedagslijfrente die ingaat in het kalenderjaar waarin de belastingplichtige de 65-jarige leeftijd bereikt (in plaats van in het kalenderjaar waarin de belastingplichtige de AOW-leeftijd bereikt)?

Antwoord

Nee. Het overgangsrecht van artikel 10a.12 Wet IB 2001 geldt alleen voor reeds opgebouwde aanspraken op een tijdelijke oudedagslijfrente of een tegoed op een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht. Het overgangsrecht ziet niet op de stand van een opgebouwde FOR per 31 december 2013.

Beschouwing

Met ingang van 1 januari 2013 is de AOW-leeftijd stapsgewijs verhoogd en zijn alle leeftijdsafhankelijke fiscale bepalingen daarop aangepast. Zo eiste de wettekst van artikel 3.125, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 tot 2013 dat een tijdelijke oudedagslijfrente op zijn vroegst mocht ingaan op 65-jarige leeftijd en uiterlijk op 70-jarige leeftijd van de belastingplichtige. Vanaf 1 januari 2013 spreekt de wet niet langer over de leeftijden van 65 en 70 jaar, maar wordt aangesloten bij de pensioengerechtigde leeftijd, respectievelijk de pensioengerechtigde leeftijd plus 5 jaar.

Met art. 10a.12 Wet IB 2001 is beoogd een overgangsregeling te treffen met eerbiedigende werking voor tijdelijke oudedagslijfrenten die wel voldoen aan de voorwaarden van artikel 3.125, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001, zoals die luidden per 31 december 2013, maar niet aan de voorwaarden zoals die luiden met ingang van 1 januari 2014.

Art. 10a.12, eerste lid, Wet IB 2001 vormt de hoofdregel van de overgangsbepaling. Eerbiedigende werking wordt op grond daarvan verleend voor aanspraken die betrekking hebben op tijdelijke oudedagslijfrenten voor zover die aanspraken voortvloeien uit premies die vóór 2014 in aanmerking zijn genomen als uitgaven voor inkomensvoorzieningen. Op 31 december 2013 bestaande aanspraken op tijdelijke lijfrenten die voldoen aan de fiscale definiëring in de Wet IB 2001 (wettekst 2013) kunnen nog worden uitgevoerd overeenkomstig de op 31 december 2013 bestaande bepalingen. Op grond van artikel 10a.12, vierde lid, Wet IB 2001 is het overgangsrecht ook van toepassing op de lijfrenterekening of het lijfrentebeleggingsrecht waarop artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel a, onder 3°, Wet IB 2001 zoals dat luidde op 31 december 2013, van toepassing is.

De FOR is een fiscale reserve op de balans van de onderneming. Tot aan het moment van afwikkelen is het onzeker of de FOR al of niet wordt aangewend voor een oudedagsvoorziening. De FOR kwalificeert derhalve niet als een opgebouwde aanspraak op een tijdelijke oudedagslijfrente of een tegoed op een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht. De dotaties aan de FOR van voor 2014 zijn dan ook niet aan te merken als premies die vóór 2014 zijn afgetrokken als uitgaven voor een inkomensvoorziening. Het overgangsrecht kan dus niet worden toegepast op de stand van de FOR per 31 december 2013. Overigens kan een belastingplichtige gedurende het bestaan van de onderneming de FOR vrijwillig geheel of gedeeltelijk omzetten in een lijfrenterecht, een lijfrenterekening of een lijfrentebeleggingsrecht (zie artikelen 3.124, eerste lid, onderdeel a, 3.126a en 3.128 Wet IB 2001). De aftrek van de lijfrentepremie compenseert dan de afneming van de reserve tot hetzelfde bedrag (artikel 3.70, eerste lid, onderdeel a, Wet IB 2001). Indien en voor zover belastingplichtige destijds de waarde van de FOR uiterlijk per 31 december 2013 had omgezet in een aanspraak op een tijdelijke oudedagslijfrente of een tegoed op een lijfrenterekening of lijfrentebeleggingsrecht was het overgangsrecht wel van toepassing geweest.

Deel deze pagina