KG:204:2023:6 Renseigneringsverplichting tbs-instelling
Publicatiedatum 25-05-2023, 10:36 | Laatste update 22-08-2023, 15:26 |
Aanleiding
De meeste patiënten van een tbs-instelling verrichten binnen de instelling werkzaamheden als onderdeel van hun behandeling, op therapeutische basis. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld houtbewerking, schilder- en schoonmaakwerkzaamheden en fietsonderhoud. Voor deze werkzaamheden krijgen de patiënten een vergoeding van € 2,75 per uur. Hierbij wordt in eerste instantie uitgegaan van een bepaald aantal normuren en wordt vervolgens gekeken hoeveel uren de patiënt daadwerkelijk kan werken. Stel dat het aantal normuren 15 per week is en de patiënt feitelijk maar 5 uur per week kan werken, dan krijgt hij / zij die 5 uren per week uitbetaald tegen € 2,75 per uur en de overige 10 uren tegen een lager bedrag.
Het gaat om 160-170 patiënten, waarvan de meesten per persoon zo’n € 2.000 – € 4.000 per jaar ontvangen als vergoeding voor de werkzaamheden. Volgens de tbs-instelling zijn er slechts enkele patiënten met een dusdanig inkomen dat dit leidt tot een IB-verplichting, bijvoorbeeld omdat ze ook nog een Wajong-uitkering ontvangen. De meeste patiënten verblijven voor lange tijd (8 – 10 jaar) in de tbs-instelling.
Naast de vergoeding voor de verrichte werkzaamheden krijgt iedere patiënt zak- en kleedgeld van de tbs-instelling, waar geen prestatie (werkzaamheden) tegenover staat.
Vraag
Is de tbs-instelling verplicht gegevens en inlichtingen te verstrekken aan de Belastingdienst over de uitbetaling van de vergoedingen aan de patiënten op grond van artikel 22a van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 (hierna: UBIB)?
Antwoord
De renseigneringsverplichting van artikel 22a UBIB is van toepassing op alle betalingen die betrekking hebben op de therapeutische werkzaamheden die de patiënt verricht voor de tbs-instelling.
De verplichting is niet van toepassing op het zak- en kleedgeld dat de patiënt ontvangt van de tbs-instelling. Er worden namelijk voor deze betalingen geen werkzaamheden of diensten ten behoeve van de tbs-instelling verricht.
Beschouwing
Op grond van artikel 10.8, eerste lid, Wet IB 2001 in samenhang met artikel 22a, eerste lid, onderdeel a, UBIB geldt een renseigneringsverplichting voor
“inhoudingsplichtigen als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964 die een of meer betalingen doen aan een natuurlijk persoon inzake voor de inhoudingsplichtige (…) verrichte werkzaamheden en diensten”.
De patiënten (natuurlijke personen) verrichten werkzaamheden voor (en ten behoeve van) de tbs-instelling (een inhoudingsplichtige) en krijgen daarvoor betaald. De renseigneringsverplichting is daarom in beginsel van toepassing.
Een inhoudingsplichtige hoeft echter geen opgaaf te doen van betalingen aan o.a.:
- personen in (fictieve) dienstbetrekking, waaronder personen die hebben gekozen voor opting-in in de zin van artikel 4, onderdeel f, Wet LB;
- personen die onder de vrijwilligersregeling vallen van artikel 2, zesde lid, Wet LB.
In casu is geen van de uitzonderingen van toepassing. De patiënten staan op grond van jurisprudentie [voetnoot 1] niet in (fictieve) dienstbetrekking tot de tbs-instelling (ad 1). Ook de vrijwilligersregeling is gelet op de hoogte van de vergoedingen (meer dan € 1.900 per kalenderjaar) niet van toepassing (ad 2).
De Belastingdienst kan in een aantal situaties ontheffing verlenen van de renseigneringsverplichting aan een inhoudingsplichtige.[voetnoot 2] Dit staat ter beoordeling van de inspecteur. De Kennisgroep acht de kans echter klein dat de inspecteur ontheffing gaat verlenen omdat het belang van de informatie voor de Belastingdienst groot kan zijn. Er is immers mogelijk inkomstenbelasting verschuldigd over de vergoedingen. Bovendien is de tbs-instelling vrij gemakkelijk in staat de informatie te verstrekken.
De vergoedingen voor therapeutische werkzaamheden vallen daarom in beginsel onder de renseigneringsverplichting en deze geldt voor zowel de hogere als de lagere vergoeding. Beiden hangen immers samen met de therapeutische werkzaamheden voor de tbs-instelling.
Het zak- en kleedgeld valt niet onder de renseigneringsverplichting, omdat de patiënten hiervoor geen werkzaamheden of diensten verrichten voor de tbs-instelling.
Voetnoten
[Voetnoot 1, terug naar tekst] Vergelijk o.a. Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) 31 december 1996, ECLI:NL:CRVB:1996:ZB6577: Volgens de CRvB is over het algemeen de setting waarbinnen door een gedetineerde arbeid wordt verricht zodanig overheerst door de gevangenschap, dat een vergelijking met de begrippen dienstbetrekking en arbeidsverhouding mank gaat.
[Voetnoot 2, terug naar tekst] Artikel 22a, zesde lid, UBIB.