Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:051:2023:11 Aflossingseis na verkrijging economische eigendom woning bij echtscheiding

Aanleiding

De belastingplichtige en zijn partner hebben vóór 2013 samen een woning gekocht (beiden voor 50%), waarvoor zij een aflossingsvrije lening zijn aangegaan. Na 2013 gaan de belastingplichtige en zijn partner scheiden. Volgens het echtscheidingsconvenant blijft de belastingplichtige in de woning wonen en draagt zijn ex-partner de economische eigendom van haar eigendomsaandeel in de woning over aan de belastingplichtige. In het echtscheidingsconvenant is ook geregeld dat de belastingplichtige vanaf dat moment het aandeel van zijn ex-partner in de aflossingsvrije lening overneemt.

Vraag

Is het aandeel in de aflossingsvrije lening dat de belastingplichtige van zijn ex-partner overneemt een eigenwoningschuld?

Antwoord

Nee. Het aandeel in de aflossingsvrije lening dat de belastingplichtige van zijn ex-partner overneemt, voldoet niet aan de voorwaarden voor kwalificatie van eigenwoningschuld van artikel 3.119a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001).

Beschouwing

Het verkrijgen van het eigendomsaandeel van de ex-partner door de belastingplichtige wordt voor hem op grond van artikel 3.119aa, vierde lid, Wet IB 2001 gezien als verwerving van een eigen woning. Deze verwerving financiert hij door het aandeel van de ex-partner in de aflossingsvrije lening over te nemen. Het overnemen van het aandeel van de ex-partner in de aflossingsvrije lening heeft tot gevolg dat bij de belastingplichtige een nieuwe schuld ontstaat. Nu de schuld na 2013 is opgekomen moet een schuld voldoen aan de voorwaarden van artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001 om te kwalificeren als eigenwoningschuld, waaronder een contractuele verplichting tot het gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflossen. Omdat een aflossingsvrije lening niet voldoet aan deze voorwaarde, kwalificeert het aandeel in de aflossingsvrije lening dat de belastingplichtige overneemt van de ex-partner niet als eigenwoningschuld. Vanaf het moment dat de aflossingsvrije lening wordt omgezet in een lening die wel voldoet aan de voorwaarden van artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001, kwalificeert de lening op grond van artikel 3.119c, achtste lid, Wet IB 2001 wel als eigenwoningschuld (Kamerstukken II 2013/14, 33950, nr. 3, p. 4-5).

Deel deze pagina