KG:003:2022:4 Meermalig gebruik passantenregeling
Publicatiedatum 28-02-2023, 11:21 | Laatste update 24-03-2023, 11:17 |
Aanleiding
Belastingplichtige houdt een aanmerkelijk belang in een in het buitenland gevestigde vennootschap en is op enig moment in 2018 uit Nederland geëmigreerd.
Omdat op dat moment werd voldaan aan de voorwaarden van artikel 4.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001), de zogenoemde passantenregeling, heeft er in Nederland geen emigratieheffing (artikel 4.16, eerste lid, onderdeel h, Wet IB 2001) plaatsgevonden.
In 2021 is belastingplichtige weer in Nederland komen wonen.
Vraag
Kan een belastingplichtige bij een tweede emigratie uit Nederland nogmaals gebruikmaken van de passantenregeling van artikel 4.18 Wet IB 2001?
Antwoord
Ja, als belastingplichtige voldoet aan de in artikel 4.18 Wet IB 2001 gestelde voorwaarden is dit mogelijk.
Beschouwing
Artikel 4.18 Wet IB 2001 luidt als volgt:
“Artikel 4.16, eerste lid, onderdeel h, is niet van toepassing bij een aanmerkelijk belang in een niet in Nederland gevestigde vennootschap indien het anders dan door overlijden ophouden binnenlands belastingplichtige te zijn, hieronder begrepen de situatie waarin de belastingplichtige voor de toepassing van de Belastingregeling voor het Koninkrijk, de Belastingregeling voor het land Nederland of een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting wordt geacht geen inwoner van Nederland meer te zijn, plaatsvindt binnen acht jaren nadat de belastingplichtige in Nederland is gaan wonen en de belastingplichtige gedurende de laatste vijfentwintig jaar in totaal niet langer dan tien jaren in Nederland heeft gewoond.”
Hieruit volgt dat aan het wonen in Nederland, een tweetal voorwaarden wordt gesteld:
- de belastingplichtige moet voorafgaand aan de emigratie minder dan 8 jaar in Nederland hebben gewoond; en
- gedurende de laatste 25 jaar mag de belastingplichtige in totaal niet meer dan 10 jaar in Nederland hebben gewoond.
Op grond van de letterlijke tekst van artikel 4.18 Wet IB 2001 kan een belastingplichtige, als voldaan wordt aan de hiervoor genoemde twee voorwaarden, gebruik maken van de passantenregeling. Met name het gebruik van de woorden “in totaal” duidt erop, dat de passantenregeling meerdere keren door één belastingplichtige kan worden toegepast.
Het meerdere keren gebruik kunnen maken van de passantenregeling ligt in lijn met de zogenoemde kortingsregeling voor toepassing van de 30%-regeling voor uitgezonden werknemers van artikel 10ef Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 (hierna: UB LB). Deze kortingsregeling houdt kort gezegd in dat de looptijd van de 30%-regeling wordt verminderd indien sprake is geweest van een eerdere tewerkstelling of een eerder verblijf in Nederland. In artikel 10ef, tweede lid, UB LB wordt – net als bij de passantenregeling – aangesloten bij een termijn van 25 jaar.