Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:003:2024:14 Toepassing artikel 4.12a Wet IB 2001 bij een turboverdeling

Aanleiding

X is in gemeenschap van goederen gehuwd met Y. Tot de huwelijksgemeenschap behoren alle aandelen in X BV. X overlijdt. In zijn testament heeft X het vruchtgebruik van zijn nalatenschap gelegateerd aan Y en zijn zoon Z als enig erfgenaam benoemd. Voorafgaande aan de afgifte van het vruchtgebruiklegaat, worden alle tot de ontbonden huwelijksgemeenschap behorende aandelen in X BV aan de nalatenschap toegedeeld (turboverdeling).

Vraag

Kan de faciliteit van artikel 4.12a van de Wet inkomstenbelasting (hierna: Wet IB 2001) worden toegepast op reguliere voordelen uit aandelen die door middel van een zogenoemde turboverdeling aan de nalatenschap zijn toebedeeld?

Antwoord

Nee, de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 is beperkt tot de (onverdeelde) helft van de aandelen in X BV waartoe X gerechtigd was in de huwelijksgemeenschap.

Beschouwing

Op grond van artikel 4.12a Wet IB 2001 kunnen reguliere voordelen binnen 24 maanden na het overlijden van erflater op verzoek onbelast worden genoten. Het moet dan onder meer gaan om:

  • aandelen of winstbewijzen die krachtens erfrecht zijn verkregen, en
  • ter zake van die overgang bij de erflater inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen.

X was via de huwelijksgoederengemeenschap gerechtigd tot de helft van de aandelen in X BV. Na het overlijden van X worden bij de verdeling van die gemeenschap meer aandelen aan de nalatenschap toebedeeld (turboverdeling), dan enkel de aandelen waartoe hij gerechtigd was. Namelijk de (andere – onverdeelde) helft van de aandelen in X BV waartoe Y gerechtigd was via de huwelijksgemeenschap.

Omdat de aandelen in X BV waartoe Y gerechtigd was via de huwelijksgemeenschap, door Z niet krachtens erfrecht worden verkregen en ook bij X ter zake van deze aandelen geen inkomen uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen, is de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 voor Z niet op deze aandelen van toepassing. De faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 is voor Z beperkt tot de (onverdeelde) helft van de aandelen in X BV waartoe X gerechtigd was in de huwelijksgemeenschap.

Dat voor de doorschuifregeling van artikel 4.17a, dertiende lid, Wet IB 2001 (turboverdeling) is bepaald dat voor de toepassing van artikel 4.17a Wet IB 2001 en artikel 4.39a Wet IB 2001 voor deze aandelen wel geldt dat deze krachtens erfrecht zijn verkregen en dat Y als erflater wordt aangemerkt, doet hier niet aan af. Het bepaalde in artikel 4.17a, dertiende lid, Wet IB 2001 is immers niet van toepassing op artikel 4.12a Wet IB 2001. Bovendien is tijdens de parlementaire behandeling, Kamerstukken II 2009/2010, 32 129, nr. 8, p. 64, door de staatssecretaris opgemerkt dat de faciliteit van artikel 4.12a Wet IB 2001 bezien moet worden in het licht van het onvoorziene karakter van het moment van overlijden en dat de faciliteit niet van toepassing is op rechtshandelingen die welbewust en planmatig plaatsvinden.

De turboverdeling als bedoeld in artikel 4.17a, dertiende lid, Wet IB 2001, kwalificeert als een dergelijke rechtshandeling.

Deel deze pagina