KG:011:2025:3 Verliesverrekening verlengd boekjaar 2012/2013
Publicatiedatum 06-02-2025, 10:15 | Laatste update 06-02-2025, 10:16 |
Aanleiding
Per 1 januari 2022 zijn de temporiseringsmaatregel en de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn ingevoerd in artikel 20 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969). Naar aanleiding hiervan is de vraag opgekomen of voor een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013 een onbeperkt voorwaartse verliesverrekeningstermijn geldt. Ook is de vraag opgekomen of bij verrekening van dit verlies de temporiseringsmaatregel van toepassing is.
Vragen
- Geldt voor een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013 een onbeperkt voorwaartse verliesverrekeningstermijn?
- Is bij verrekening van dit verlies de temporiseringsmaatregel van toepassing?
Antwoorden
- Nee, de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn is van toepassing op verliezen die afkomstig zijn uit een boekjaar dat is aangevangen op of na 1 januari 2013 en ultimo 2021 nog voorwaarts verrekenbaar zijn.
- Nee, de temporiseringsmaatregel is niet van toepassing op de verrekening van dit verlies. Ook niet als het verlies wordt verrekend met winst uit 2022.
Beschouwing
Vraag 1
Per 1 januari 2022 zijn de temporiseringsmaatregel en de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn ingevoerd. Met ingang van 1 januari 2022 luidt de tekst van artikel 20, tweede lid, Wet Vpb 1969 als volgt:
“Een verlies wordt verrekend met de belastbare winsten, onderscheidenlijk de Nederlandse inkomens, van het voorafgaande jaar en de volgende jaren, mits het verlies door de inspecteur is vastgesteld bij voor bezwaar vatbare beschikking. Daarbij vindt verrekening in een jaar slechts plaats tot een bedrag van € 1.000.000 vermeerderd met 50% van de belastbare winst, onderscheidenlijk het Nederlandse inkomen, van dat jaar nadat die winst, onderscheidenlijk dat inkomen, is verminderd met een bedrag van € 1.000.000.”
De onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn is van toepassing op verliezen uit boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013 en die ultimo 2021 nog voorwaarts verrekenbaar zijn. Zie in dit verband ook Kamerstukken I, 2020/21, 35572, F, p. 7:
"De voorgestelde wijzigingen met betrekking tot de voorwaartse
verliesverrekening zullen van toepassing zijn op alle verrekenbare
verliezen die ontstaan vanaf 1 januari 2022 of die ultimo 2021 nog
voorwaarts verrekenbaar zijn. De voorgestelde maatregel is derhalve van
toepassing op verliezen die stammen uit boekjaren die aanvangen op of
na 1 januari 2013. Dat betekent dat verliezen uit boekjaren die zijn
aangevangen vóór 1 januari 2013 op grond van de in die jaren geldende
termijnen voor voorwaartse verliesverrekening – conform de huidige
overgangsbepalingen – uiterlijk tot negen jaar na afsluiting van het
boekjaar, dus uiterlijk op 31 december 2021, kunnen worden verrekend.
Daarna kunnen deze verliezen niet meer worden verrekend."
De verliezen uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013 zijn ultimo 2021 nog wel voorwaarts verrekenbaar. Maar dit boekjaar vangt aan na 1 januari 2013 en dat het boekjaar aanvangt na 1 januari 2013 is doorslaggevend. Bij Koninklijk Besluit van 21 mei 2021 (Staatsblad 2021, 257, p. 1), is ten aanzien van de inwerkingtreding namelijk het volgende opgenomen:
“(…)Artikel XXVI, onderdelen Aa, Ab en Ba tot en met Bc, artikel XXVID en artikel XXXVII, onderdeel B, van het Belastingplan 2021 treden in werking met ingang van 1 januari 2022 en vinden voor het eerst toepassing met betrekking tot boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022, met dien verstande dat de wijzigingen met betrekking tot de voorwaartse verliesverrekening, in afwijking van de tot en met 31 december 2021 geldende tekst van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, toepassing vinden met betrekking tot verliezen die zijn geleden in boekjaren die zijn aangevangen op of na 1 januari 2013, voor zover deze verliezen worden verrekend met belastbare winsten of Nederlandse inkomens genoten in boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2022.(...)”
Vraag 2
Voor de inwerkingtredingsdatum bekijkt de wetgever de onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn en de temporiseringsmaatregel in samenhang. Tegenover de beperkende temporiseringsmaatregel staat de gunstige onbeperkte voorwaartse verliesverrekeningstermijn. Zie hiervoor Kamerstukken II, 2020/21, 35572, nr. 12, p. 4:
“De huidige voorwaartse verliesverrekening is beperkt tot zes jaar. De beperking in de tijd komt te vervallen. Daartegenover staat dat indien de verliezen uit voorafgaande jaren gezamenlijk een bedrag van € 1 miljoen te boven gaan, de verrekening in een bepaald jaar slechts plaatsvindt tot een bedrag van € 1 miljoen vermeerderd met 50% van de belastbare winst, onderscheidenlijk het Nederlandse inkomen, van dat jaar nadat die winst, onderscheidenlijk dat inkomen, is verminderd met een bedrag van € 1 miljoen.”
“De voorgestelde wijzigingen met betrekking tot de voorwaartse verliesverrekening zullen van toepassing zijn op alle verrekenbare verliezen die ontstaan vanaf 1 januari 2022 of die ultimo 2021 nog voorwaarts verrekenbaar zijn. Het kabinet acht dat gerechtvaardigd omdat deze wijzigingen zowel begunstigend als beperkend zijn voor belastingplichtigen en de bestaande verrekenbare verliezen niet verloren gaan.”
Bij de beantwoording van vraag 1 is geconcludeerd dat de invoering van de onbeperkte verliesverrekeningstermijn niet geldt voor het verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013. Omdat het boekjaar aanvangt voor 1 januari 2013 is de temporiseringsmaatregel niet van toepassing bij verrekening van dit verlies met belastbare winsten gedurende de beperkte verliesverrekeningstermijn. Het niet van toepassing zijn van de temporiseringsmaatregel sluit aan bij de door de wetgever nadrukkelijk bedoelde samenhang tussen de onbeperkte verliesverrekeningstermijn en de temporiseringsmaatregel.
Overigens zijn er ook verliezen die ontstaan zijn in boekjaren die op of na 1 januari 2013 zijn aangevangen, maar die niet meer voorwaarts verrekenbaar zijn ultimo 2021. Denk hierbij bijvoorbeeld aan voeging in de fiscale eenheid met als gevolg dat er één of meerdere korte boekjaren ontstaan. Deze verliezen zijn ultimo 2021 niet meer voorwaarts verrekenbaar omdat inmiddels negen boekjaren zijn verstreken en krijgen dus ook geen onbeperkt voorwaartse verliesverrekeningstermijn.
Conclusie
De overgangsregeling zoals genoemd in het Koninklijk Besluit van 21 mei 2021 (Staatsblad 2021, 257, p. 1), is alleen van toepassing op boekjaren die aangevangen zijn op of na 1 januari 2013 en per ultimo 2021 nog voorwaarts verrekenbaar zijn. Het is dus niet van toepassing op een verlies uit het boekjaar dat aanvangt in 2012 en eindigt op 31 december 2013.