Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:013:2022:3 Dubbele heffing bij herimport van een eerder geëxporteerd motorrijtuig?

Aanleiding

X heeft op enig moment de tenaamstelling van een op zijn naam gesteld motorrijtuig in het kentekenregister laten vervallen, omdat hij het motorrijtuig buiten Nederland heeft gebracht en het motorrijtuig overeenkomstig Richtlijn 1999/37/EG van de Raad van 29 april 1999 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen (PbEG 1999, L 138) heeft ingeschreven in een andere lidstaat van de Europese Unie. X heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een verzoek om teruggaaf van BPM te doen, zoals bedoeld in artikel 14a van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna Wet BPM 1992).

Na verloop van enige tijd verwerft Y het bovengenoemde motorrijtuig en besluit dit naar Nederland te brengen en opnieuw te naam te doen stellen in het kentekenregister.

Vragen

  1. Is de herimport van het motorrijtuig en hernieuwde tenaamstelling in de beschreven casus een belastbaar feit, als bedoeld in artikel 1, lid 7, van de Wet BPM 1992?
  2. Is de belasting verschuldigd, op grond van artikel 1, lid 7, van de Wet BPM 1992, als Y de aangifte indient buiten de periode van 13 weken na het vervallen van de tenaamstelling en er geen verzoek om teruggaaf is gedaan?

Antwoorden

  1. Ja, ingeval op het moment van de herinschrijving de teruggaaf als bedoeld in artikel 14a van de Wet BPM 1992, is of kan worden verleend. Bijvoorbeeld als Y binnen 13 weken na export door X het voertuig weer importeert en (her)inschrijft. Op dat moment kan de teruggaaf namelijk nog worden verleend. 
  2. Nee, Y is geen belasting verschuldigd nu de teruggaaf als bedoeld in artikel 14a van de Wet BPM 1992, niet is of kan worden verleend. 

Beschouwing

Per 1 januari 2022 is de tekst van artikel 1, lid 7, Wet BPM 1992 aangepast. De tekst luidt nu:

“Ingeval voor een motorrijtuig waarvoor een teruggaaf als bedoeld in artikel 14a, eerste lid, of artikel 16 is of kan worden verleend een herinschrijving plaatsvindt, is de belasting verschuldigd ter zake van die herinschrijving.”

Gelet op de tekst van (het nieuwe) artikel 1, lid 7, van de Wet BPM 1992 vindt bij herinschrijving van een motorrijtuig waarvoor geen teruggaaf meer mogelijk is op grond van artikel 14a Wet BPM 1992, omdat de 13 weken termijn is verstreken, geen belastbaar feit plaats. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat een verzoek om ambtshalve teruggaaf niet wordt gezien als een situatie waarin teruggaaf is of kan worden verleend zoals vermeld in artikel 1, lid 7, van de Wet BPM 1992. Er wordt immers niet meer voldaan aan één van de materiële voorwaarden voor toepassing van artikel 14a van de Wet BPM 1992, namelijk de 13 weken termijn.

Daar komt nog bij dat de wetgever meer in het algemeen heeft aangegeven dat niet beoogd is om dubbel BPM te heffen (Kamerstukken II 2021/22, 35928, nr. 3, p. 44). Een heffing van BPM bij zowel X als Y zou wel ontstaan als herinschrijving van een motorrijtuig waarvoor geen BPM teruggaaf is verzocht een belastbaar feit oplevert.

Deel deze pagina

Op deze pagina