Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:013:2022:4 Een afwijkend boekjaar kwartaal in relatie tot de artikel 8 - vergunning in de BPM

Aanleiding

Sinds 1 juli 2022 is het mogelijk om een artikel 8 vergunning voor de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: Wet BPM 1992) aan te vragen met als tijdvak een periode van 3 maanden. De standaardsituatie is daarbij dat een vergunning verleend wordt met als tijdvak een kalenderkwartaal. Echter, het kan ook voorkomen dat een importeur die een vergunning aanvraagt, gebruik maakt van een boekjaar dat niet samenvalt met een kalenderjaar. Dit leidt tot de vraag hoe omgegaan moet worden met een vergunningsverzoek voor een belastingplichtige met afwijkende boekjaarkwartalen.

Vraag

Kan een importeur na 1 juli 2022 een vergunning aanvragen voor een kwartaalaangifte, die afwijkt van een kalenderkwartaal, maar aansluit bij zijn boekjaar?

Antwoord

Ja, op grond van artikel 25, lid 2, Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (hierna: Uitvoeringsregeling AWR 1994) dient de inspecteur een afwijkend boekjaarkwartaal toe te staan. Dit artikel schrijft zelfs voor dat ingeval een belastingplichtige een boekjaar van 12 maanden heeft, dat niet samenvalt met een kalenderjaar, de afwijkende boekjaarkwartalen worden gevolgd.

Beschouwing

Op grond van artikel 8 Wet BPM 1992 kan de inspecteur op verzoek en bij voor bezwaar vatbare beschikking een vergunning verlenen voor het voldoen van de BPM per tijdvak. Voor de nader te stellen voorwaarden wordt verwezen naar artikel 6 Uitvoeringsregeling BPM 1992. In artikel 6 lid 1, lid 2 en lid 3 worden diverse voorwaarden (zoals vereisten aan de administratie, het al dan niet toestaan van taxatie aangiften etc.) bepaald. Artikel 6 lid 4 Uitvoeringsregeling BPM 1992 bepaalt vervolgens dat het niet voldoen aan deze voorwaarden een reden kan zijn voor de inspecteur om de vergunning te weigeren of bij voor bezwaar vatbare beschikking in te trekken.

Het tijdvak wordt noch in de Wet BPM 1992 noch in de Uitvoeringsregeling BPM 1992 nader bepaald. Hiermee lijkt het weigeren van een vergunning enkel op basis van een afwijkend boekjaarkwartaal uitgesloten. Daarbij komt dat in de Uitvoeringsregeling AWR 1994 wel expliciet een bepaling voor de te hanteren tijdvakken in de BPM is opgenomen. Artikel 25, lid 2 Uitvoeringsregeling AWR 1994 schrijft dwingend voor dat bij een belastingplichtige met een afwijkend boekjaar, niet de kalenderkwartalen worden gehanteerd, maar de afwijkende boekjaarkwartalen.

Deel deze pagina

Op deze pagina