Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:013:2023:7 Waardevermindering bij schadeverleden

Aanleiding

Belastingplichtige doet aangifte voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) met een taxatierapport voor een motorrijtuig met een schadeverleden, waarbij er een extra waardevermindering wordt geclaimd voor het schadeverleden. Het motorrijtuig is bij het doen van de aangifte reeds (deels) hersteld. Belastingplichtige neemt de stelling in dat het schadeverleden alsnog een waardedrukkend effect heeft op de handelsinkoopwaarde van het motorrijtuig. Ook wordt de stelling ingenomen dat, ingeval geen sprake is van meer dan normale gebruiksschade, het motorrijtuig als zodanig niet in de koerslijst voorkomt, omdat bij de handelsinkoopwaarde in de koerslijst geen transacties met ex-schade motorrijtuigen zijn vertegenwoordigd.

Vragen

  1. Kan bij een aangifte BPM waarbij de koerslijstmethodiek wordt gehanteerd een waardevermindering plaatsvinden voor ex-schade?
  2. Kan de taxatiemethodiek worden toegepast bij een motorrijtuig dat op het moment van het belastbare feit geen schade meer heeft, maar wel een schadeverleden heeft?
  3. Is het mogelijk om een waardevermindering toe te passen voor het schadeverleden als er sprake is van een motorrijtuig dat ten tijde van het belastbare feit meer dan normale gebruiksschade heeft?

Antwoorden

  1. Nee. De koerslijst biedt geen mogelijkheid voor het in mindering brengen van een aftrek voor ex-schade op de handelsinkoopwaarde. Het is niet mogelijk om bij een aangifte bpm die is gebaseerd op de koerslijst, elementen toe te voegen die niet in de koerslijst voorkomen.
  2. Nee, toegang tot de taxatiemethode staat alleen onder voorwaarden open voor schadeauto’s en auto’s die “als zodanig” niet in een koerslijst voorkomen.  Ex-schade is geen onderscheidend criterium voor de toets of er sprake is van een motorrijtuig “als zodanig”. Dit betekent dat als een motorrijtuig met een schadeverleden naar merk, model, transmissie, brandstof, vermogen, carrosserie en uitvoering in een relevante koerslijst is benoemd, niet toegekomen wordt aan de taxatiemethodiek. Er is immers sprake van een voertuig dat als zodanig in de koerslijst is opgenomen.
  3. Ja, in dit geval is er toegang tot de taxatiemethode, omdat het voertuig meer dan normale gebruiksschade – niet zijnde essentiële gebreken – heeft. De taxateur dient in dat geval aan de hand van de individuele omstandigheden te onderbouwen dat het schadeverleden – en daarmee de reeds herstelde schade – een waardedrukkend effect heeft op de handelsinkoopwaarde en wat de hoogte daarvan is. Echter, deze vermindering als gevolg van ex-schade kan alleen meegenomen worden voor zover het schade betreft die niet verdisconteerd zit in de gehanteerde koerslijstwaarde.  

Beschouwing

Het is van belang dat voorafgaand aan de (eventuele) inhoudelijke toets op het waardeverminderend effect van het schadeverleden, eerst wordt beoordeeld welke aangiftemethodiek in het betreffende geval toegepast kan worden. Immers, alleen binnen de taxatiemethodiek is er in voorkomende gevallen ruimte voor het in aftrek brengen van een vermindering wegens schadeverleden.

Situaties in de praktijk

  • Op het moment van belastbaar feit is geen schade meer aanwezig
    De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 20 mei 2022[voetnoot 1] overwogen dat uitsluiting van de taxatiemethode alleen mogelijk is wanneer het desbetreffende motorrijtuig “als zodanig”, dat wil zeggen naar merk, model, transmissie, brandstof, vermogen, carrosserie en uitvoering in een relevante koerslijst is benoemd. Schadeverleden is hierbij geen onderscheidend criterium. Dit betekent dat als een voertuig als zodanig voorkomt in de koerslijst en er geen schade aanwezig is op het moment van het belastbare feit (de inschrijving), de aangifte BPM voor een gebruikt motorrijtuig enkel kan plaatsvinden op basis van de forfaitaire afschrijvingstabel of koerslijst.
    De koerslijst biedt geen mogelijkheid om een extra aftrek toe te passen als gevolg van schadeverleden.
  • Op het moment van belastbaar feit is wel schade aanwezig
    Is er sprake van een motorrijtuig dat ten tijde van het belastbaar feit meer dan normale gebruiksschade heeft of betreft het een voertuig dat niet (als zodanig) op de koerslijst voorkomt?
    In die gevallen mag de aangifte BPM met een taxatierapport worden gedaan. De taxateur kan op basis van individuele omstandigheden van het betreffende geval tot de conclusie komen dat het schadeverleden een waardedrukkend effect heeft op de handelsinkoopwaarde. De taxateur dient dan aannemelijk te maken dat het schadeverleden een omstandigheid is waarmee een potentiële koper rekening zal houden bij de inkoop van die specifieke auto.[voetnoot 2] Dit kan bijvoorbeeld blijken uit een verzekeringsrapport met bijbehorend fotomateriaal. Het is in dat geval wel van belang dat de taxateur – als onafhankelijk expert – met onderliggend bewijs onderbouwt hoe groot het waardedrukkend effect is en dat dit waardedrukkend effect niet reeds verdisconteerd is in de gebruikte koerslijstwaarde. Een verklaring van de belastingplichtige of diens gemachtigde is hiervoor niet afdoende.

Wettelijk kader

  • Blijkens artikel 10, eerste lid, Wet BPM 1992 wordt met betrekking tot gebruikte voertuigen de verschuldigde BPM, zoals bedoeld in artikel 9, eerste tot en met derde lid en twaalfde lid Wet BPM 1992, berekend met inachtneming van een vermindering.
  • Artikel 10, tweede lid, Wet BPM 1992 bepaalt vervolgens dat deze vermindering wordt uitgedrukt in een afschrijvingspercentage van de handelsinkoopwaarde ten opzichte van de historische nieuwprijs.
  • Blijkens artikel 10, zevende lid, Wet BPM 1992 wordt de afschrijving, zoals bedoeld in het tweede lid, mits daartoe bij de aangifte een verzoek wordt gedaan, gesteld op de som van de catalogusprijs en de BPM op het tijdstip waarop het voertuig voor het eerst in gebruik is genomen, verminderd met de waarde vermeld in een in de handel algemeen toegepaste koerslijst voor de inkoop van gebruikte voertuigen door wederverkopers in Nederland.
  • Op grond van artikel 10, achtste lid, onderdeel a, Wet BPM 1992 kan de waardevermindering worden bepaald met een taxatierapport, indien het motorrijtuig op het tijdstip dat bepalend is voor de hoogte van de vermindering;        
    • meer dan normale gebruiksschade heeft of niet voorkomt op een in de handel algemeen toegepaste koerslijst;
    • voldoet aan de bij of krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde eisen waardoor met dat motorrijtuig mag worden gereden op de weg.

Voetnoten

[voetnoot 1, terug naar tekst] Zie rechtsoverweging 4.2.3. in HR 20 mei 2022, ECLI:NL:HR:2022:640.

[voetnoot 2, terug naar tekst] Zie ook uitspraak van 18 oktober 2022 van Hof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:2022:8885.

Deel deze pagina