Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:013:2024:2 Heeft een motorrijtuig met een lepelsysteem een laadfunctie en kan het daarmee een zwaar motorrijtuig voor de Wet BZM zijn?

Aanleiding

Motorrijtuigen die worden gebruikt voor het ‘slepen’ of ‘bergen’ (bergingsvoertuigen) van personenauto’s, bestelauto’s, autobussen of zware motorrijtuigen, maken voor het uitvoeren van hun werkzaamheden regelmatig gebruik van de autosnelweg. Bepaalde bergingsvoertuigen hebben een ‘lepelsysteem’ en worden op verschillende manieren ingezet.

In het besluit Toepassing Wet BZM (vervallen per 1 oktober 2023) werd aangegeven dat bergingsvoertuigen, mits daadwerkelijk gebruikt voor het bergen van motorrijtuigen, in algemene zin niet aan de BZM onderworpen waren. Met de intrekking van het oude besluit en de publicatie van het Kaderbesluit BZM, ligt nu de vraag voor of in de hierna weergegeven motorrijtuigen met een toegestane maximum massa van 12000 kilogram of meer (Figuur I, II en III), waarbij een lepelsysteem aanwezig is, een laadfunctie hebben en zodoende aan te merken zijn als een zwaar motorrijtuig voor de Wet Belasting zware motorrijtuigen (hierna: Wet BZM).

Vragen

  1. Is het motorrijtuig in figuur I aan te merken als zwaar motorrijtuig voor de Wet BZM?
  2. Is het motorrijtuig in figuur II aan te merken als zwaar motorrijtuig voor de Wet BZM?
  3. Is het motorrijtuig in figuur III aan te merken als zwaar motorrijtuig voor de Wet BZM?

Figuur I

Een 'sleep-/takelwagen', waarbij het getrokken motorrijtuig met twee wielen in de lepels staat en met twee (of meerdere) wielen gebruik van de weg blijft maken:

Afbeelding, zie tekst boven voor beschrijving

Figuur II

‘Lepelwagen’ waarbij het getrokken motorrijtuig met twee wielen in de lepels staat en de overige wielen op een soort dolly staan:

Afbeelding, zie tekst boven voor beschrijving

Figuur III

'Lepelwagen'/motorrijtuig met een 'lepelsysteem' met een zelfstandige laadfunctie:

Afbeelding, zie tekst boven voor beschrijving

Antwoorden

1 & 2. Nee. De motorrijtuigen in figuur I en II beschikken niet over een laadbak of andere mogelijkheid voor goederenvervoer. Deze motorrijtuigen zijn daarom niet bestemd voor het vervoeren van goederen en kwalificeren niet als zwaar motorrijtuig voor de Wet BZM. Het al dan niet aanwezig zijn van een lepelsysteem doet hier niet aan af nu dit niet wordt gezien als laadfunctie van het motorrijtuig.

3. Ja, het motorrijtuig in figuur III beschikt over een laadfunctie. Het motorrijtuig is bestemd en/of kan worden gebruikt voor het vervoeren van goederen en kwalificeert daarmee als een zwaar motorrijtuig voor de Wet BZM.

Beschouwing

De introductie van het criterium ‘bestemd of gebruikt’ voor goederenvervoer in artikel 3 Wet BZM per 1 juli 2019, betekent dat vanaf die datum sneller belastingplicht ontstaat voor de BZM.

Vóór de wetswijziging van artikel 3 Wet BZM was namelijk alleen relevant of het motorrijtuig ‘uitsluitend bestemd’ was voor goederenvervoer. De algehele bestemming van de vrachtauto bepaalde in dat geval of deze voor de Wet BZM kon worden aangemerkt als zwaar motorrijtuig, ongeacht het gebruik dat er in een bepaald geval van kon worden gemaakt. Nu deze definitie is vervangen door ‘bestemd of gebruikt’ is voor de vraag of BZM is verschuldigd juist wél van belang hoe de combinatie op de weg wordt gebracht.

Artikel 3 Wet BZM geeft de volgende definitie voor een zwaar motorrijtuig:

“een motorrijtuig als bedoeld in artikel 2, onderdeel f, van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, bestemd of gebruikt voor het goederenvervoer over de weg, waarvan de toegestane maximum massa 12 000 kilogram of meer bedraagt dan wel waarvan de toegestane maximum massa vermeerderd met de toegestane maximum massa van het voertuig, niet zijnde een motorrijtuig, dat door dat motorrijtuig wordt voortbewogen, 12 000 kilogram of meer bedraagt;”

Over de wetswijziging van artikel 3 Wet BZM is in de Memorie van Toelichting het volgende opgenomen (Kamerstukken II 2018/19, 35029, nr. 3, p.18):

“Bij de artikelen V en VI wordt voorgesteld de artikelen 3 en 10 van de Wet belasting zware motorrijtuigen (Wet BZM) aan te passen aan het protocol tot wijziging van het Eurovignetverdrag van 6 december 2017 (het protocol). Bij artikel V, onderdeel A, wordt de definitie van zwaar motorrijtuig in artikel 3, onderdeel a, Wet BZM in lijn gebracht met de als gevolg van Richtlijn 2011/76/EU gewijzigde definitie van het begrip «voertuig» in artikel 2, onderdeel d, van de Eurovignetrichtlijn. (...)”

Het Kaderbesluit BZM geeft in paragraaf 2.2 betekenis aan het begrip ‘bestemd voor goederenvervoer’:

In artikel 3, onderdeel a, Wet BZM is de definitie van het begrip ‘zwaar motorrijtuig’ opgenomen. Een motorrijtuig moet onder andere ‘bestemd zijn of gebruikt worden voor het goederenvervoer over de weg’.

Een motorrijtuig is ‘bestemd voor het goederenverkeer over de weg’ als het een laadfunctie kan vervullen. Het is daarbij niet relevant of tijdens een rit daadwerkelijk lading wordt vervoerd. Zo kan een trekker zonder oplegger géén laadfunctie vervullen, waardoor een dergelijk motorrijtuig niet ‘bestemd is voor goederenvervoer over de weg’.

Deel deze pagina

Op deze pagina