KG:023:2025:6 Afkoop putoptie niet aftrekbaar (deelnemingsvrijstelling)
Publicatiedatum 08-05-2025, 10:46 | Laatste update 08-05-2025, 10:46 |
Aanleiding
Een belastingplichtige en vennootschap Y houden beide een belang in X. Y verkrijgt van de belastingplichtige tegen betaling van € 10 het recht om haar belang in X te vervreemden aan de belastingplichtige (putoptie). De belastingplichtige heeft daarmee de verplichting om het belang van Y in X voor de uitoefenprijs van € 100 te kopen als Y de putoptie uitoefent. Na het sluiten van de optieovereenkomst daalt de waarde van het belang naar nihil. Op enig moment wordt besloten om X te ontbinden. De belastingplichtige, Y en X komen tot een overeenkomst. Daarbij verplicht belastingplichtige zich onder meer om € 100 te storten in X, die op haar beurt een betaling van € 100 dient te verrichten aan Y. Y heeft de verplichting om haar putoptie niet uit te oefenen. Dit samenstel van rechtshandelingen is door de inspecteur fiscaal geduid als de afkoop door de belastingplichtige van de putoptie. De belastingplichtige behaalt als gevolg van de afkoop een negatief resultaat van € 90 op de putoptieverplichting. Als de putoptie zou zijn uitgeoefend zou het verkregen belang bij de belastingplichtige tot een deelneming behoren.
Vraag
Kan het negatieve resultaat van € 90 dat door de belastingplichtige op de putoptieverplichting wordt behaald als (liquidatie)verlies ten laste van de winst worden gebracht?
Antwoord
Nee, het negatieve resultaat van € 90 dat door de belastingplichtige wordt behaald kan niet als (liquidatie)verlies ten laste van de winst worden gebracht. Uit het zogenoemde ‘Falcons-arrest’ volgt dat het resultaat op een putoptie, onder de deelnemingsvrijstelling valt, ook indien de optie uiteindelijk niet wordt uitgeoefend of als de optie wordt overgedragen.
Het opgeofferde bedrag voor de reeds in bezit zijnde deelneming wordt niet verhoogd met het negatieve resultaat op de putoptieverplichting, zodat het negatieve resultaat ook niet als liquidatieverlies in aanmerking genomen kan worden.
Beschouwing
Wettelijk kader
Op grond van artikel 13, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969) blijven bij het bepalen van de winst voordelen uit hoofde van een deelneming, alsmede de kosten ter zake van de verwerving of vervreemding van die deelneming buiten aanmerking. Van een deelneming is onder meer sprake indien de belastingplichtige voor ten minste 5% van het nominaal gestorte kapitaal aandeelhouder is van een vennootschap waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld.
Op grond van artikel 13d, eerste lid, Wet Vpb 1969, vindt de deelnemingsvrijstelling geen toepassing ten aanzien van een verlies op een deelneming dat tot uitdrukking komt nadat het lichaam waarin de belastingplichtige deelneemt, is ontbonden (liquidatieverlies). Het liquidatieverlies wordt op grond van artikel 13d, veertiende lid, Wet Vpb 1969, in aanmerking genomen op het tijdstip waarop de vereffening is voltooid.
Rechtspraak
De Hoge Raad oordeelt in HR 22 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8488 (Falcons-arrest), onder meer dat indien het belang bij een tot een deelneming behorend aandeel wordt opgesplitst, zoals door het schrijven van een optie op een aandeel, het met de strekking van de deelnemingsvrijstelling strookt bij beide belanghebbenden bij dat aandeel de deelnemingsvrijstelling toe te passen, zodat de deelnemingsvrijstelling geldt voor alle voor- en nadelen van dat aandeel. Dit uitgangspunt brengt mee dat het resultaat op een optie op tot een deelneming behorende aandelen eveneens onder de deelnemingsvrijstelling valt indien de optie uiteindelijk niet of niet geheel wordt uitgeoefend. Dit heeft tot gevolg dat dan door de schrijver van een putoptie ontvangen vergoeding onder de deelnemingsvrijstelling valt. Dit is anders indien de schrijver van de optie bij uitoefening van de optie geen deelneming zou hebben verkregen. Ook als de putoptieverplichting wordt overgedragen zal het resultaat op de optie onder de deelnemingsvrijstelling vallen indien de schrijver van de putoptie bij uitoefening van de optie een deelneming zou hebben verkregen, aldus de Hoge Raad.
Aftrekbaarheid resultaat op afkoop putoptierecht
In deze casus houdt de belastingplichtige een deelneming in X. Daarnaast heeft de belastingplichtige een verplichting om het belang van Y in X te kopen als Y de putoptie uitoefent. De belastingplichtige behaalt een negatief resultaat van € 90 op de putoptieverplichting als gevolg van de afkoop. Dit resultaat kan niet als (liquidatie)verlies ten laste van de winst worden gebracht. Dat kan als volgt worden toegelicht.
Deelnemingsvrijstelling
Uit het Falcons-arrest (r.o. 3.3.5 en 3.3.6) volgt dat het resultaat op een putoptie, onder de deelnemingsvrijstelling valt, ook indien de optie uiteindelijk niet wordt uitgeoefend of als de optie wordt overgedragen. Dit heeft tot gevolg dat in deze casus op het negatieve resultaat van € 90 ter zake van de putoptie de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Het behaalde resultaat kan om die reden niet ten laste van de winst worden gebracht.
Liquidatieverlies en opgeofferd bedrag
Naast de putoptieverplichting houdt de belastingplichtige een deelneming in X waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. Het negatieve resultaat als gevolg van de afkoop van de putoptieverplichting kan evenmin als liquidatieverlies ten laste van de winst worden gebracht. Dit resultaat maakt geen onderdeel uit van het voor de reeds in bezit zijnde deelneming opgeofferde bedrag. De ontvangen premie en de betaalde vergoeding voor de afkoop van de putoptieverplichting houden namelijk geen verband met die reeds in bezit zijnde deelneming. Ter illustratie wordt gewezen op de situatie waarin de schrijver van de putoptie geen aandelenbelang houdt in de vennootschap waarop de putoptieverplichting betrekking heeft. Het negatieve resultaat op de optieverplichting houdt verband met het aandelenbelang dat juist niet in bezit is of komt.
Het opgeofferde bedrag voor de deelneming wordt dan ook niet verhoogd met het negatieve resultaat op de putoptieverplichting.