Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:023:2025:8 Toepassing deelnemingsvrijstelling op ontvangen vergoeding afkoop aanbiedingsplicht

Aanleiding

Een belastingplichtige bezit een deel van de aandelen van vennootschap X. Op dit aandelenbelang is de deelnemingsvrijstelling van toepassing. Vennootschap Y houdt het overige deel van de aandelen. De aandeelhouder die zijn aandelenbelang wenst te vervreemden, is verplicht deze eerst aan te bieden aan zijn mede-aandeelhouder. Gelet op het arrest van de Hoge Raad van HR 23 september 2016, ECLI:NL:HR:2016:2124, r.o. 2.4.2 is verondersteld dat geen sprake is van een opgesplitst belang. Op enig moment koopt Y de aanbiedingsplicht af zodat zij haar aandelenbelang aan een derde kan vervreemden. De belastingplichtige ontvangt hiervoor een vergoeding. Schematisch kan het voorgaande als volgt worden weergegeven.

Strromschema, zie de tekst voor meer informatie

Vraag

Is de ontvangen vergoeding aan te merken als een voordeel uit hoofde van een deelneming waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is?

Antwoord

Nee, de ontvangen vergoeding is niet aan te merken als een voordeel uit hoofde van een deelneming waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. De vergoeding houdt namelijk onvoldoende verband met de deelneming. De vergoeding vloeit voort uit het afkopen van de overeengekomen aanbiedingsplicht die betrekking heeft op het aandelenbelang dat juist niet in het bezit is of komt van de belastingplichtige.

Het belasten van de vergoeding komt evenmin in strijd met de ratio van de deelnemingsvrijstelling nu niet dezelfde winst tweemaal in een belasting naar de winst wordt betrokken.

Beschouwing

Wettelijk kader

Op grond van artikel 13, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969) blijven bij het bepalen van de winst voordelen uit hoofde van een deelneming, alsmede de kosten ter zake van de verwerving of vervreemding van die deelneming buiten aanmerking.

Beleid

Uit onderdeel 2.1.1 van het Besluit Deelnemingsvrijstelling, volgt dat het antwoord op de vraag of voordelen worden behaald uit hoofde van een deelneming wordt beheerst door de causaliteit. Dat wil zeggen dat de voordelen pas in voldoende verband tot de deelneming staan als deze voordelen voortvloeien uit het aandeelhouderschap in deze deelneming. 

In onderdeel 2.1.2 van het Besluit Deelnemingsvrijstelling is aangegeven dat de kostprijs van een deelneming wordt verhoogd met een betaling die is gericht op het versterken van de bestaande aandeelhoudersrechten.

Rechtspraak

Uit het arrest van de Hoge Raad van 10 juli 2020, ECLI:NL:HR:2020:1270 volgt dat voor het antwoord op de vraag of een aandelenpakket een deelneming vormt bij de belastingplichtige, doorslaggevend is of de belastingplichtige aan de met de verkoper van de aandelen gesloten overeenkomst een onvoorwaardelijk, feitelijk en rechtens afdwingbaar recht op levering van de desbetreffende aandelen ontleent.

In zijn arrest van 6 november 2020, ECLI:NL:HR:2020:1738 (cum/ex-arrest) overweegt de Hoge Raad met een verwijzing naar HR 22 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8488 dat de deelnemingsvrijstelling ertoe strekt te voorkomen dat in een deelnemingsverhouding dezelfde winst tweemaal in een belasting naar de winst wordt betrokken. Naar het oordeel van de Hoge Raad heeft Gerechtshof Amsterdam terecht overwogen dat zich met betrekking tot het zogenoemde ‘cum/ex-voordeel’ niet de situatie voordoet waarin moet worden voorkomen dat eenzelfde bedrijfsresultaat tweemaal in de heffing van vennootschapsbelasting wordt betrokken. Het cum/ex-voordeel vindt zijn oorsprong niet in de waardeontwikkeling van het betreffende aandeel maar uitsluitend in de wijze waarop de Duitse belastingwetgeving en Duitse beursregels toepassing vinden op cum/ex-transacties met betrekking tot dat aandeel. Gelet op de strekking van de deelnemingsvrijstelling kan het cum/ex-voordeel daarom niet worden aangemerkt als een door belanghebbende uit haar aandeelhouderschap genoten voordeel uit hoofde van een deelneming in de zin van artikel 13 Wet Vpb 1969.

Toepassing deelnemingsvrijstelling

In deze casus wordt op enig moment de aanbiedingsplicht die de mede-aandeelhouder heeft om de aandelen aan de belastingplichtige aan te bieden afgekocht. Op de ontvangen vergoeding is de deelnemingsvrijstelling niet van toepassing. Dat kan als volgt worden toegelicht.

De ratio van de deelnemingsvrijstelling is het voorkomen dat in een deelnemingsverhouding dezelfde winst tweemaal in een belasting naar de winst wordt betrokken.

Het antwoord op de vraag of voordelen worden behaald uit hoofde van een deelneming wordt beheerst door de causaliteit. In casu houdt de belastingplichtige een aandelenbelang in X waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. De ontvangen vergoeding kan evenwel niet worden toegerekend aan de reeds in bezit zijnde deelneming. Deze vergoeding vloeit namelijk voort uit het afkopen van de overeengekomen aanbiedingsplicht die betrekking heeft op het aandelenbelang dat juist niet in het bezit is of komt van de belastingplichtige. Het ontbreekt in casu tevens aan een onvoorwaardelijk, feitelijk en rechtens afdwingbaar recht op levering van het resterende aandelenbelang om tot een deelneming te komen waaraan de vergoeding kan worden toegerekend. Het belasten van de vergoeding komt evenmin in strijd met de ratio van de deelnemingsvrijstelling nu niet dezelfde winst tweemaal in een belasting naar de winst wordt betrokken.

Gelet op het voorgaande kan de ontvangen vergoeding niet worden aangemerkt als een door de belastingplichtige uit haar aandeelhouderschap genoten voordeel uit hoofde van een deelneming in de zin van artikel 13 Wet Vpb 1969.

Onderdeel 2.1.2 van het Besluit Deelnemingsvrijstelling leidt niet tot een andere uitkomst. Dat de kostprijs van een deelneming wordt verhoogd met een betaling die is gericht op het versterken van de bestaande aandeelhoudersrechten brengt niet zonder meer mee dat daarmee in een casus als de onderhavige bij de ontvanger van die betaling sprake is van een voordeel uit hoofde van de deelneming.  

Deel deze pagina