Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:024:2022:13 Inkoopfaciliteit artikel 4c Wet DB en aangifte dividendbelasting

Aanleiding

Een inhoudingsplichtige heeft bij een inkoopprogramma gebruik gemaakt van de inkoopfaciliteit als bedoeld in artikel 4c van de Wet op de dividendbelasting (hierna: Wet DB). Als gevolg daarvan is de volledige inkoop vrijgesteld van dividendbelasting.

Vraag

Is een inhoudingsplichtige verplicht een aangifte dividendbelasting in te dienen indien door de toepassing van de inkoopfaciliteit als bedoeld in artikel 4c Wet DB geen dividendbelasting is verschuldigd?

Antwoord

Indien bij een inkoopprogramma gebruik is gemaakt van de inkoopfaciliteit als bedoeld in artikel 4c Wet DB en op grond daarvan geen dividendbelasting is verschuldigd hoeft geen aangifte dividendbelasting te worden ingediend.

Beschouwing

De dividendbelasting is een belasting die bij wege van aangifte moet worden afgedragen. Uit artikel 6 juncto artikel 8 juncto artikel 10 van de Algemene wet inzake rijksbelasting (hierna: AWR) volgt dat de plicht tot het doen van aangifte voor een dergelijke belasting ontstaat doordat de inspecteur de inhoudingsplichtige uitnodigt tot het doen van aangifte. Degene die niet is uitgenodigd tot het doen van aangifte is op grond van artikel 6, derde lid AWR juncto artikel 3, eerste lid, Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 gehouden om vóór het tijdstip waarop de belasting moet worden betaald, de inspecteur om uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.

Indien de inhoudingsplichtige niet is uitgenodigd om aangifte dividendbelasting te doen, bestaat daartoe geen plicht. De inhoudingsplichtige is bovendien niet verplicht om te verzoeken om uitnodiging tot het doen van aangifte. Daarvan is immers alleen sprake indien belasting moet worden betaald. Daar is in dit geval geen sprake van. Op grond van artikel 7, vierde lid, Wet DB is de inhoudingsplichtige verplicht de ingehouden dividendbelasting op aangifte af te dragen. Nu er als gevolg van de toepassing van artikel 4c Wet DB geen dividendbelasting is ingehouden behoeft er dus ook geen belasting te worden afgedragen.

Ter zake van een volledig vrijgesteld dividend behoeft dus geen aangifte dividendbelasting te worden ingediend. Dit volgt ook uit de parlementaire geschiedenis (Kamerstukken II 2016/17, 34 554, nr. 3, p. 31):

“Indien een inhoudingsplichtige geen dividendbelasting heeft ingehouden, hoeft deze op basis van artikel 7, vierde lid, van de Wet DB 1965 geen aangifte dividendbelasting in te dienen.”

Deel deze pagina

Op deze pagina