Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:024:2023:5 Meegekocht dividend bij niet-ingezeten lichaam

Aanleiding

Een niet-ingezeten lichaam verkrijgt Nederlandse aandelen inclusief meegekocht dividend. Op een later tijdstip ontvangt het niet-ingezeten lichaam op deze aandelen een liquidatie-uitkering onder inhouding van dividendbelasting. Het niet-ingezeten lichaam doet een beroep op de belastingdrukvergelijking van artikel 10a van de Wet op de dividendbelasting 1965 (hierna: Wet DB) en houdt daarbij rekening met de afboeking van het meegekocht dividend.

Vraag

Dient bij een beroep op artikel 10a Wet DB door een niet-ingezeten lichaam, dat op enig moment Nederlandse aandelen aanschaft inclusief meegekocht dividend en dat vervolgens onder inhouding van dividendbelasting een liquidatie-uitkering ontvangt, in het kader van de belastingdrukvergelijking rekening te worden gehouden met de afboeking van meegekocht dividend?

Antwoord

Nee, het Hof van Justitie EU heeft in de zaak Société Générale (ECLI:EU:C:2015:608) bepaald dat voor de vergelijking van de belastingdruk voor ingezeten en niet-ingezeten vennootschappen slechts rekening dient te worden gehouden met de kosten die rechtstreeks verband houden met de inning als zodanig van de dividenden.

Beschouwing

Een niet-ingezeten vennootschap komt op grond van artikel 10a Wet DB in aanmerking voor een teruggaaf van dividendbelasting voor zover de dividendbelasting per saldo (na vermindering met een andere teruggaaf op basis van de wet of een belastingverdrag) hoger is dan de vennootschapsbelasting die van een in Nederland gevestigde vennootschap zou zijn geheven.

In artikel 3, onderdeel c, Uitvoeringsbeschikking dividendbelasting 1965 is bepaald dat voor het bepalen van de vennootschapsbelasting die verschuldigd zou zijn indien het lichaam in Nederland gevestigd zou zijn slechts kosten in aanmerking genomen worden die rechtstreeks verband houden met de inning van de opbrengst van aandelen, winstbewijzen en geldleningen als bedoeld in artikel 1 Wet DB.

Het afboeken van meegekocht dividend op de kostprijs van de aandelen is bedoeld om de reële koopprijs van de aandelen te bepalen. Deze aftrek hangt derhalve niet samen met kosten die rechtstreeks verband houden met de inning als zodanig van de dividenden.

Artikel 10a Wet DB is per 1 januari 2017 ingevoerd naar aanleiding van het eindarrest van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2016:363) in de zaken X, Miljoen en Société Générale, volgend op het arrest van het Hof van Justitie EU van 17 september 2015 (ECLI:EU:C:2015:608).  

In de zaak Société Générale is door de verwijzende rechter expliciet de vraag gesteld of in het kader van de belastingdrukvergelijking rekening dient te worden gehouden met een eventuele afboeking van meegekocht dividend. Het Hof van Justitie EU hanteert in deze zaak een eng kostenbegrip (er dient slechts rekening gehouden te worden met de kosten die rechtsreeks samenhangen met de inning als zodanig van de dividenden) en stelt dat een afboeking van meegekocht dividend hier niet onder valt (zie rechtsoverwegingen 59 en 60).

Het voorgaande betekent ook dat er geen sprake is van een schending van de vrijheid van kapitaalverkeer indien er, in het kader van het bepalen van de belastingdruk voor een niet-ingezeten vennootschap, geen rekening wordt gehouden met een afboeking van meegekocht dividend.

Deel deze pagina

Op deze pagina