KG:032:2025:1 Is een grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in titel 7a van Boek 2 BW, zonder wijziging van de feitelijke vestigingsplaats, een belastbaar feit voor de Wet Vpb 1969?
Publicatiedatum 19-02-2025, 11:51 | Laatste update 21-02-2025, 9:55 |
Aanleiding
In juni 2024 wordt een feitelijk in Nederland gevestigde en naar Nederlands recht opgerichte besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (hierna: X BV) op grond van titel 7a van Boek 2 uit het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) omgezet in een Société à Responsabilité Limitée naar Luxemburgs recht (hierna: SARL). De feitelijke vestigingsplaats blijft ongewijzigd.
Vraag
Is een grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in titel 7a van Boek 2 BW van X BV in een SARL, zonder wijziging van de feitelijke vestigingsplaats, een belastbaar feit voor de vennootschapsbelasting?
Antwoord
Nee. De omzetting van X BV in een SARL op grond van titel 7a van Boek 2 BW, zonder wijziging van de feitelijke vestigingsplaats, is geen belastbaar feit voor de vennootschapsbelasting.
Beschouwing
Wettelijk kader – fiscaal en civiel
Binnenlandse omzettingen
- De fiscale bepaling over de civielrechtelijke omzetting van een rechtspersoon in een andere rechtsvorm is artikel 28a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (hierna: Wet Vpb 1969).
- Artikel 28a, eerste lid, Wet Vpb 1969 luidt als volgt (wettekst 2024):
“1. Bij een omzetting op de voet van artikel 18 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van een rechtspersoon in een andere rechtsvorm, anders dan van een naamloze vennootschap in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of omgekeerd dan wel van een vereniging in een stichting of omgekeerd, wordt:
a. de rechtspersoon geacht te zijn geliquideerd;
b. het vermogen van de rechtspersoon geacht te zijn uitgekeerd aan de deelgerechtigden tot dat vermogen naar de mate van hun gerechtigdheid, en
c. het vermogen van de andere rechtsvorm geacht daarin te zijn ingebracht.”
- Op grond van dit eerste lid ziet die bepaling dus uitsluitend op omzettingen op de voet van artikel 2:18 BW. Zie ook onderdeel 10 van het besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 30 maart 2022 (Stcrt. 2022, 9307, hierna: Beleidsbesluit omzetting rechtspersonen). Artikel 28a Wet Vpb 1969 ziet dus op ‘binnenlandse omzettingen’, zij het dat de daarin opgenomen fiscale ficties hoe dan ook niet gelden voor omzettingen van een naamloze vennootschap in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of vice versa. Voor deze omzettingen heeft dan ook de hoofdregel te gelden dat geen sprake is van een belastbaar feit voor de vennootschapsbelasting. Artikel 2:18, achtste lid, BW luidt namelijk:
“Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.”
Door het voortbestaan van de rechtspersoon is geen sprake van een vermogensovergang of overdracht. Zie ook onder meer onderdeel 10.1 van het Beleidsbesluit omzetting rechtspersonen.
Grensoverschrijdende omzettingen
- Tot 1 januari 2023 bevatte het BW geen regeling met betrekking tot zogenoemde grensoverschrijdende omzettingen. Omdat voor die situatie onduidelijkheid kon bestaan over de mogelijke samenloop met artikel 28a Wet Vpb 1969, zie onderdeel 11 van het Beleidsbesluit omzetting rechtspersonen, bevat dat besluit een goedkeuring. Daarin is, voor zover nodig, goedgekeurd dat een omzetting van een rechtsvorm naar het recht van een lidstaat van de EU/EER in een Nederlandse nv of bv of omgekeerd, onder voorwaarden wordt gelijkgesteld met de omzetting van een nv in een bv. De goedkeuring leidt dus tot de afwezigheid van een belastbaar feit langs de hiervoor geschetste lijnen (zie ook onderdeel 11.1 van het Beleidsbesluit omzetting rechtspersonen).
- Op 1 januari 2020 is de Mobiliteitsrichtlijn in werking getreden. Dit betreft Richtlijn (EU) 2019/2121 van 27 november 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen. De Mobiliteitsrichtlijn heeft tot gevolg gehad dat de Vennootschapsrichtlijn is gewijzigd en aangevuld, met name met nieuwe onderdelen die zien op zogenoemde grensoverschrijdende omzettingen en splitsingen.
- Deze wijzigingen en aanvullingen zijn in het Nederlandse civiele recht geïmplementeerd door middel van de Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen (Stb. 2023, 252). Door middel van deze implementatiewet is vanaf 1 september 2023 onder meer titel 7a toegevoegd aan Boek 2 BW.
- Het eerste artikel van Titel 7a (”Bijzondere bepalingen voor grensoverschrijdende omzettingen”) is artikel 2:335 BW, dat als volgt luidt:
“1. Deze titel is van toepassing indien een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid wordt omgezet in een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte of indien een kapitaalvennootschap naar het recht van een andere lidstaat van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte wordt omgezet in een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.
2. De grensoverschrijdende omzetting beëindigt het bestaan van de vennootschap niet.
3. Deze titel is niet van toepassing op een vennootschap die een icbe is als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht.”
- In casu is sprake van een grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in artikel 2:335, eerste lid, BW. Het tweede lid is daarmee ook van toepassing, met daarin het equivalent van het eerdergenoemde artikel 2:18, achtste lid, BW.
- Op grond van dit tweede lid van artikel 2:335 BW leidt de onderhavige grensoverschrijdende omzetting van X BV in een SARL niet tot een beëindiging van het bestaan van X BV. De onderhavige grensoverschrijdende omzetting leidt dus niet tot een vermogensovergang of overdracht.
- Verder is hier artikel 2:335a, eerste lid, BW van belang. Deze bepaling luidt:
“De artikelen 18, 71, 72, 181, 182 en 183 zijn niet van toepassing bij een grensoverschrijdende omzetting.”
- Aangezien artikel 28a Wet Vpb 1969 alleen van toepassing is op omzettingen op de voet van artikel 2:18 BW en die bepaling expliciet buiten toepassing wordt gesteld bij een grensoverschrijdende omzetting, is artikel 28a Wet Vpb 1969 niet van toepassing op deze grensoverschrijdende omzetting.
- Op grond van het voorgaande en in samenhang met de ongewijzigde feitelijke vestigingsplaats is de grensoverschrijdende omzetting van X BV in een SARL geen belastbaar feit voor de vennootschapsbelasting. De omzetting vindt als zodanig fiscaal geruisloos plaats.
- De voorgaande analyse en uitkomst is van overeenkomstige toepassing op de situatie waarin sprake is van een omzetting van een in Nederland gevestigde SARL die wordt omgezet in een bv, waarbij de feitelijke vestigingsplaats in Nederland blijft.
- Aan de hiervoor onder punt 4 genoemde goedkeuring uit het Beleidsbesluit omzetting rechtspersonen wordt niet toegekomen. Er hoeft voor situaties als de onderhavige vanaf 1 september 2023 dus geen gebruik meer van te worden gemaakt.
Conclusie
- De grensoverschrijdende omzetting als bedoeld in titel 7a, Boek 2 BW van X BV naar een SARL en omgekeerd is, zonder wijziging van de feitelijke vestigingsplaats, geen belastbaar feit voor de vennootschapsbelasting.