Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:041:2022:1 Werknemer op Nederlandse veerboot

Aanleiding

A, woont in België en werkt 6 maanden per jaar in een dienstbetrekking voor een Nederlandse particuliere werkgever. A vaart met een veerboot, geëxploiteerd door de Nederlandse werkgever, over de grensmaas tussen België en Nederland. Het betreft een fiets- en voetveer. A werkt 50% van zijn tijd in Nederland en 50% in België.

Vraag

Kwalificeert het fiets- en voetveer als ‘schip’ in de zin van artikel 15, derde lid van het verdrag tussen Nederland en België.

Antwoord

Ja, het fiets- en voetveer kwalificeert als schip in de zin van artikel 15, derde lid van het verdrag tussen Nederland en België. Dat het veer steeds maar een korte afstand aflegt is niet relevant.

Toepassing van genoemd artikel heeft tot gevolg dat het loon van A belast is in Nederland omdat de werkelijke leiding van de onderneming in Nederland is gelegen.

Beschouwing

Het belastingverdrag Nederland – België 2001 wijst de heffing over het loon van A toe aan Nederland. Er is sprake van een beloning die A ontvangt ter zake van een dienstbetrekking uitgeoefend aan boord van een schip (art. 15, par. 3 belastingverdrag Nederland – België 2001). De veerboot is als een schip aan te merken en de veerboot vervoert goederen/mensen. Er is sprake van exploitatie van een schip. Dat het schip maar een korte afstand aflegt, maakt dat niet anders. De beloning is belast in de staat waar de werkelijke leiding van de onderneming is gelegen die dat schip exploiteert. De werkelijke leiding van de onderneming die het schip exploiteert is gelegen in Nederland. Het heffingsrecht komt dan aan Nederland toe.

Deel deze pagina

Op deze pagina