Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:051:2023:22 Woning en bestaande eigenwoningschuld naar box 3 en weer terug

Aanleiding

De belastingplichtige heeft vóór 2013 een woning gekocht, waarvoor hij een aflossingsvrije lening is aangegaan. De aflossingsvrije lening kwalificeert als een bestaande eigenwoningschuld (hierna: BEWS) in de zin van artikel 10bis.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Na 31 december 2012 verhuist de belastingplichtige naar een huurwoning en betrekt deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf. De oude woning, die tot dat moment als eigen woning kwalificeerde, wordt een vakantiewoning. Enkele jaren later gaat de belastingplichtige de oude woning weer anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruiken.

Vraag

Kwalificeert de aflossingsvrije lening vanaf het moment dat de belastingplichtige de oude woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaat gebruiken weer als een BEWS?

Antwoord

Ja. De aflossingsvrije lening kwalificeert als een BEWS in de zin van artikel 10bis.1, eerste lid, Wet IB 2001.

Beschouwing

Vanaf het moment dat de belastingplichtige na 31 december 2012 naar een huurwoning verhuist en deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf betrekt, gaan de oude woning en de daarbij behorende eigenwoningschuld over naar box 3. Als een woning en de daarbij behorende BEWS na 31 december 2012 in box 3 terechtkomen en op een later moment weer terugkeren naar box 1, kwalificeert de schuld na terugkeer in box 1 weer als een BEWS. De schuld is immers historisch gezien aangegaan ter verwerving van een eigen woning en die woning is vanaf het moment van terugkeer weer de eigen woning, zodat aan de voorwaarden voor kwalificatie van een BEWS is voldaan. Daarbij kan overigens in bepaalde gevallen de omvang van de BEWS ná terugkomst afwijken van die van vóór vertrek als gevolg van de  vervreemding, respectievelijk verwerving (ook wel fictieve vervreemding en verwerving genoemd) van de eigen woning. Zo kan als gevolg van de vervreemding op grond van artikel 3.119aa, eerste lid, Wet IB 2001 een eigenwoningreserve ontstaan, die bij de verwerving op grond van artikel 3.119a, derde lid, onderdeel a, Wet IB 2001 de maximale eigenwoningschuld verlaagt. Daarnaast kan de omvang van de BEWS bij terugkeer in deze situatie ook worden beperkt, als de woning in waarde is gedaald tijdens de box 3-periode en inmiddels een waarde heeft die lager is dan de BEWS (Kamerstukken II 2012/13, 33405, nr. 29).

In deze situatie geldt geen uiterste termijn voor terugkeer naar box 1. Terugkeer naar box 1 is ook ná 2020 mogelijk, maar uiterlijk tot 1 januari 2044, omdat op dat moment het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden vervalt (Kamerstukken II 2012/13, 33405, nr. 3, p. 9, 10 en 49).

Als de belastingplichtige zijn voormalige eigen woning al vóór 31 december 2012 had verhuurd, moet op grond van artikel 10bis.1, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001 terugkeer naar dezelfde woning plaatsvinden vóór 1 januari 2021 om nog recht te hebben op het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden.

Deel deze pagina