KG:051:2023:8 Herkwalificatie box 3-schuld tot eigenwoningschuld
Aanleiding
De belastingplichtige heeft voor het eerst een eigen woning gekocht. Hiervoor heeft hij een aflossingsvrije lening gesloten. De belastingplichtige heeft geen recht op het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden, waardoor deze lening op grond van artikel 3.119a, eerste lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) niet kwalificeert als eigenwoningschuld en in box 3 valt. Enkele jaren later zet de belastingplichtige de lening om in een annuïtaire lening die in ten hoogste 360 maanden volledig wordt afgelost.
Vraag
Kwalificeert de lening vanaf het moment van omzetting als eigenwoningschuld?
Antwoord
Ja.
Beschouwing
Met ingang van 2013 moet een schuld voldoen aan de voorwaarden van artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001 om te kwalificeren als eigenwoningschuld, waaronder een contractuele verplichting tot het gedurende de looptijd ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden volledig aflossen. Door de lening om te zetten in een lening die ten minste annuïtair en in ten hoogste 360 maanden wordt afgelost, kan de lening op grond van artikel 3.119c, achtste lid, Wet IB 2001 vanaf dat moment een eigenwoningschuld zijn (Kamerstukken II 2013/14, 33950, nr. 3, p. 4-5). Op grond van artikel 3.119c, eerste lid, Wet IB 2001 gaat de maximale looptijd van 360 maanden in vanaf het moment dat de lening als eigenwoningschuld wordt aangemerkt (Kamerstukken II 2012/13, 33405, nr. 3, p. 25).