Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de filters Ga direct naar de footer

KG:051:2025:8 Recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden en fictieve vervreemding

Aanleiding

Een belastingplichtige heeft vóór 2013 zijn eerste eigen woning gekocht voor
€ 200.000 en is voor dit bedrag een aflossingsvrije lening aangegaan. De aflossingsvrije lening kwalificeert als een bestaande eigenwoningschuld (hierna: BEWS) in de zin van artikel 10bis.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Na 2013 verhuist de belastingplichtige naar een huurwoning en betrekt deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf. De oude woning wordt op dat moment een vakantiewoning. Hierdoor gaan de oude woning en de aflossingsvrije lening over naar box 3. Na een jaar koopt de belastingplichtige een nieuwe woning, waarvoor hij een aflossingsvrije lening van € 200.000 aangaat. Hij verhuist onmiddellijk naar deze nieuwe woning. De nieuwe woning kwalificeert als eigen woning in de zin van artikel 3.111 Wet IB 2001. Na toepassing van de bijleenregeling bedraagt de maximale eigenwoningschuld
€ 200.000.

Vraag

Kwalificeert de aflossingsvrije lening voor de nieuwe eigen woning als een BEWS?

Antwoord

Nee. De aflossingsvrije lening voor de nieuwe eigen woning kwalificeert niet als een BEWS in de zin van artikel 10bis.1, eerste lid, Wet IB 2001.

Beschouwing

BEWS

Op basis van artikel 10bis.1, eerste lid, Wet IB 2001 is een BEWS een schuld die op 31 december 2012 kwalificeerde als eigenwoningschuld. De hoogte van de bestaande eigenwoningschuld bedraagt maximaal het saldo op
31 december 2012. In artikel 10bis.1, derde lid, eerste zin, Wet IB 2001 is geregeld dat als na 31 december 2012 op de BEWS wordt afgelost, het bedrag van de BEWS wordt verminderd met die aflossing. In artikel 10bis.1, derde lid, tweede zin, Wet IB 2001 is vervolgens bepaald dat onder aflossen niet wordt verstaan het geheel of gedeeltelijk aflossen van de BEWS, voor zover tot ten hoogste het afgeloste bedrag uiterlijk op 31 december van het daaropvolgende kalenderjaar opnieuw een schuld in verband met een eigen woning bestaat.

Fictieve vervreemding en recht op overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden

Vanaf het moment dat de belastingplichtige na 31 december 2012 naar de huurwoning verhuist en deze anders dan tijdelijk als hoofdverblijf betrekt, vindt voor de oude eigen woning op grond van artikel 3.119aa, vierde lid, Wet IB 2001 een zogenoemde fictieve vervreemding plaats. Als gevolg van de fictieve vervreemding kan op grond van artikel 3.119aa, eerste lid, Wet IB 2001 een eigenwoningreserve ontstaan die bij de verwerving van een nieuwe eigen woning de maximale eigenwoningschuld op grond van artikel 3.119a, derde lid, onderdeel a, Wet IB 2001 verlaagt. Door de fictieve vervreemding gaan de oude woning en de daarbij behorende schuld over naar box 3. Omdat de eigenwoningregeling op dat moment voor de oude woning is geëindigd, is ook artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB 2001 niet van toepassing. De BEWS is immers niet afgelost, maar is vanwege een fictieve vervreemding overgegaan naar box 3.

Een fictieve vervreemding wordt dus niet gezien als het aflossen van de BEWS in de zin van artikel 10bis.1, derde lid, Wet IB 2001 (Kamerstukken II 2014/15, 34002, nr. 10, p. 109). Ook kan er op het moment van fictieve vervreemding in ieder geval geen sprake zijn van herbesteding van de schuld in de zin van onderdeel 3.5.1 van het besluit van de Minister van Financiën van 10 juni 2010 (Stcrt. 2010, 8462), omdat er in de voorgelegde situatie op dat moment nog geen nieuwe woning was.

Dat betekent dat het overgangsrecht voor bestaande eigenwoningschulden niet kan herleven voor de schuld die wordt aangegaan voor de nieuwe eigen woning. De schuld voor de nieuwe eigen woning moet voldoen aan de voorwaarden van artikel 3.119a, eerste lid, Wet IB 2001 om te kunnen kwalificeren als eigenwoningschuld.

Gaat de belastingplichtige op een later moment weer in de oude woning wonen, dan keren de woning en de daarbij behorende schuld vanaf dat moment terug naar box 1. De schuld van de oude woning kwalificeert na terugkeer in box 1 weer als een BEWS. Daarbij kan overigens in bepaalde gevallen de omvang van de BEWS ná terugkomst afwijken van die van vóór vertrek. Zie KG:051:2023:22.

Deel deze pagina