Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:057:2022:2 Toerekening WGA-uitkering met dagloonberekening inclusief een uitkering

Aanleiding

  • Een werknemer treedt in dienst bij een werkgever.
  • Voorafgaande aan deze dienstbetrekking had de werknemer recht op een WW-uitkering.
  • Tijdens de dienstbetrekking wordt de werknemer ziek.
  • Na de wachttijd ontvangt de werknemer een WGA-uitkering.
  • Bij de berekening van het dagloon voor de toekenning van de WGA-uitkering wordt, naast het loon dat de werknemer ontving van de werkgever, ook rekening gehouden met de WW-uitkering.
  • De werknemer ontving de WW-uitkering namelijk in de referteperiode voor de berekening van de WGA-uitkering.
  • Op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag bij de werkgever ontving de werknemer géén WW-uitkering meer.
  • De werkgever is een grote werkgever in de zin van artikel 2.5, eerste lid, onderdeel d, Besluit Wfsv.
  • De WGA-uitkering wordt voor het volledige bedrag toegerekend aan de werkgever voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas (hierna: Whk).

Vraag

Moet voor de berekening van de gedifferentieerde premie Werkhervattingskas een WGA-uitkering geheel worden toegerekend indien in de berekening van het uitkeringsdagloon een in de referteperiode genoten WW-uitkering is opgenomen of mag slechts een deel van de WGA-uitkering worden toegerekend, bijvoorbeeld op grond van artikel 2.11, zevende lid, Besluit Wfsv of artikel 117b, derde lid, onderdeel f, Wet financiering sociale verzekeringen (hierna: Wfsv)?

Antwoord

De gehele WGA-uitkering moet worden toegerekend.

Beschouwing

Op basis van de Wfsv en het Besluit Wfsv wordt voor de berekening van de gedifferentieerde premie Whk 2022 aan de werkgever toegerekend een in 2020 aan de werknemer betaalde WGA-uitkering van de werknemer die op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag in dienstbetrekking stond van de werkgever en die ten laste komt van de Werkhervattingskas, het Arbeidsongeschiktheidsfonds of een eigenrisicodrager WGA.

Het feit dat in de berekening van de hoogte van de WGA-uitkering een eerder ontvangen WW-uitkering is meegenomen, heeft geen invloed op de toerekening van de WGA-uitkering voor de berekening van de gedifferentieerde premie Whk. De wetgever heeft in de Wfsv, het Besluit Wfsv of de Regeling Wfsv namelijk geen bepaling opgenomen die dit deel van de WGA-uitkering uitsluit van de toerekening.

Artikel 117b, derde lid, Wfsv bepaalt dat een WGA-loonaanvullingsuitkering slechts mag worden toegerekend tot het bedrag van de WGA-vervolguitkering indien de werknemer een vervolguitkering zou hebben ontvangen in plaats van een WGA-loonaanvullingsuitkering. Deze bepaling is in deze situatie echter niet van toepassing, omdat dit geen onderdeel uitmaakt van de vraag. De vraag of sprake is van een loongerelateerde dan wel loonaanvullingsuitkering en of deze laatste hoger is dan de vervolguitkering is geen onderdeel van de discussie.

Artikel 2.11, zevende lid, van het Besluit Wfsv bepaalt dat een WGA-uitkering naar rato wordt toegerekend indien de werknemer op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag in dienstbetrekking stond tot meer dan één werkgever. Deze bepaling is in deze situatie ook niet van toepassing. Op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag stond de werknemer namelijk alleen in dienstbetrekking tot de betreffende werkgever. De werknemer ontving op dat moment ook geen WW-uitkering meer.

Nadere beschouwing

Wettelijke basis toerekening WGA-uitkering

De gedifferentieerde premie Whk voor een grote werkgever is de som van de individuele premiecomponenten voor de ZW en de WGA. De individuele premiecomponenten worden voor de ZW en de WGA afzonderlijk berekend op basis van het gemiddelde percentage vermeerderd of verminderd met een opslag of een korting op grond van een individueel werkgeversrisicopercentage, waarop een correctie wordt toegepast. Dit is bepaald in artikel 2.6, eerste lid jo. vierde lid, Besluit Wfsv.

Het individueel werkgeversrisicopercentage wordt berekend op basis van de toe te rekenen WGA-totaallasten die in het tweede kalenderjaar vóór het kalenderjaar waarvoor de premie wordt vastgesteld, zijn betaald. Dit is bepaald in artikel 2.11, tweede lid, Besluit Wfsv.

De definitie van WGA-totaallasten is opgenomen in artikel 2.5, eerste lid, onderdeel h, Besluit Wfsv. WGA-totaallasten zijn de lasten van uitkeringen als bedoeld in artikel 117b, eerste lid, onderdeel a, Wfsv voor zover deze uitkeringen ten laste komen van de Werkhervattingskas, het Arbeidsongeschiktheidsfonds of ten laste komen van een eigenrisicodrager, en uit een dienstbetrekking met een werkgever worden verstrekt of zijn toegekend aan werknemers, die uit de dienstbetrekking waaruit de WGA-uitkering is ontstaan recht hadden op een ZW-uitkering. In artikel 117b, derde lid, Wfsv zijn de uitzonderingen opgenomen wanneer een WGA-uitkering niet ten laste komt van de Werkhervattingskas.

Artikel 2.11, zesde lid, onderdeel a, Besluit Wfsv bepaalt dat de WGA-uitkeringen die worden toegerekend aan een werkgever onder andere de WGA-uitkeringen zijn van werknemers die op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag tot de werkgever in dienstbetrekking stonden of arbeidsongeschikt zijn geworden binnen vier weken na het einde van de dienstbetrekking.

Nu de werknemer op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag tot de werkgever in dienstbetrekking stond, komt de WGA-uitkering op grond van artikel 117b, eerste lid, Wfsv ten laste van de Werkhervattingskas.

Artikel 117b, derde lid, onderdeel f, Wfsv

De uitzonderingen van artikel 117b, derde lid, Wfsv zijn niet van toepassing, inclusief de uitzondering van onderdeel f van het derde lid. Deze uitzondering houdt in dat de WGA-loonaanvullingsuitkering niet tot een hoger bedrag mag worden toegerekend dan de vervolguitkering die de werknemer zou hebben ontvangen indien de werknemer geen loonaanvullingsuitkering zou hebben ontvangen. In deze uitzondering staat niet dat de WGA-uitkering alleen mag worden toegerekend voor het deel van de WGA-uitkering dat berekend is op basis van het loon dat de werknemer bij de betreffende werkgever heeft genoten.

Artikel 2.11, zevende lid, Besluit Wfsv

Artikel 2.11, zevende lid, Besluit Wfsv bepaalt dat een WGA-uitkering naar rato van de premieloonsom wordt toegerekend indien de werknemer op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag tot meer dan één werkgever in dienstbetrekking stond.

Deze bepaling is ook niet van toepassing. Op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag stond de werknemer maar tot één werkgever in dienstbetrekking. Aan deze werkgever wordt daarom de gehele WGA-uitkering toegerekend.

De WGA-uitkering komt ook niet gedeeltelijk voort uit een WW-uitkering, omdat de werknemer op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag geen WW-uitkering meer ontving.

Indien de werknemer op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag wel een WW-uitkering ontvangt, dan vindt de toerekening als volgt plaats. Als de werknemer vanuit deze WW-uitkering een ZW-uitkering ontvangt, dan wordt deze ZW-uitkering toegekend op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel d, ZW. De WGA-uitkering die voortkomt uit de ZW-uitkering op grond van artikel 29, tweede lid, onderdeel d, ZW, komt op grond van artikel 117b, derde lid, onderdeel c, Wfsv niet ten laste van de Werkhervattingskas. Als de werknemer op de eerste arbeidsongeschiktheidsdag dus zowel in dienst was bij een werkgever als een WW-uitkering ontving, dan moet de WGA-uitkering worden gesplitst in een deel dat voorkomt uit de dienstbetrekking en mag worden toegerekend aan de werkgever voor de berekening van de gedifferentieerde premie Whk en in een deel dat op grond van artikel 117b, derde lid, onderdeel c, Wfsv niet mag worden toegerekend.

Deel deze pagina

Op deze pagina