Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:057:2023:1 Rechtsvormwijziging en 30%-herziening

Aanleiding

In een kalenderjaar kan een onderneming zijn rechtsvorm wijzigen, van bijvoorbeeld een eenmanszaak naar een besloten vennootschap.

Vraag

Hoe wordt de herziening van de premie Algemeen Werkloosheidsfonds (premie AWf) op grond van artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, Besluit Wfsv, ook wel de 30%-herziening genoemd, vastgesteld als de rechtsvorm van een werkgever in de loop van een kalenderjaar wijzigt?

Antwoord

De 30%-herziening wordt beoordeeld op het niveau van de formele werkgever, derhalve per BSN/RSIN/loonheffingennummer. De verhouding tussen de aangegeven verloonde uren en de contracturen van een werknemer wordt in het kalenderjaar per afzonderlijke werkgever beoordeeld. Herziening van het lage percentage AWf, waar van toepassing, vindt ook per afzonderlijke werkgever plaats.

Een rechtsvormwijziging heeft niet per definitie tot gevolg dat sprake is van een nieuwe werkgever. Als door de rechtsvormwijziging wel sprake is van een nieuwe werkgever, met een nieuw BSN/RSIN/loonheffingennummer, geldt het bovenstaande. De 30%-herziening wordt in dat geval afzonderlijk voor de oude en de nieuwe werkgever berekend.

Beschouwing

Wettelijk kader

De premie AWf is verschuldigd door de werkgever op grond van artikel 25 Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv). De premie AWf kent twee percentages waarvan de toepasselijkheid wordt bepaald door de aard van de betreffende arbeidsovereenkomst. Als sprake is van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd niet zijnde een oproepovereenkomst in de zin van artikel 7:628a, negende en tiende lid, BW is het lage premiepercentage verschuldigd door de werkgever (hoofdregel). Op grond van artikel 27, eerste lid, laatste volzin, Wfsv moet het lage premiepercentage worden herzien in de gevallen waarin met terugwerkende kracht het hoge premiepercentage van toepassing is. Deze herzieningssituaties staan beschreven in artikel 2.3, eerste lid, Besluit Wfsv.

In casu is de herzieningssituatie beschreven in artikel 2.3, eerste lid, onderdeel b, Besluit Wfsv aan de orde. Dit betreft de situatie waarin een werkgever over het kalenderjaar voor een werknemer meer dan 30% meer verloonde uren in de loonaangifte heeft aangegeven dan het aantal uren dat ten aanzien van de dienstbetrekking of dienstbetrekkingen tussen de betreffende werkgever en werknemer is overeengekomen.

Begrip werkgever

Zoals blijkt uit artikel 1, onderdeel q, Wfsv is een werkgever, de werkgever in de zin van de Werkloosheidswet (WW). Een werkgever is derhalve de natuurlijke persoon of het lichaam tot welke de werknemer in dienstbetrekking staat (Artikel 9 Werkloosheidswet).

Rechtsvorm

De termen rechtsvorm en rechtsvormwijziging zijn niet wettelijk gedefinieerd. Wel meldt de Belastingdienst op haar website dat de vorm die een ondernemer kiest ter uitoefening van de onderneming, de rechtsvorm is. Er zijn verschillende rechtsvormen, zoals een eenmanszaak, vennootschap onder firma of besloten vennootschap. Een ingeschreven eenmanszaak wordt geregistreerd met het Burgerservicenummer (BSN) van de natuurlijke persoon/ondernemer. Als de onderneming met een andere rechtsvorm wordt ingeschreven, dan krijgt de onderneming een RSIN (Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatienummer). Met het BSN of RSIN bepaalt de Belastingdienst het omzetbelastingnummer en eventuele andere nummers, zoals een loonheffingennummer.

Gevolgen van een rechtsvormwijziging voor het werkgeverschap

Of een rechtsvormwijziging leidt tot het ontstaan van een nieuwe werkgever is afhankelijk van de juridische aard van de bestaande werkgever en de rechtsvorm waarin deze wordt gewijzigd.

Wijziging van rechtspersoon in rechtspersoon

Artikel 3 Burgerlijk Wetboek Boek 2 (BW) geeft aan welke rechtsvormen rechtspersoonlijkheid bezitten. Op grond van artikel 2:18 BW kan een rechtspersoon worden omgezet in een andere rechtsvorm (denk bijvoorbeeld aan het omzetten van een besloten vennootschap in een naamloze vennootschap). In lid acht van dit artikel staat:

“Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.”

Concreet betekent dit dat de rechtspersoon die wordt omgezet in een andere rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid (zie de artikelen 2:1 tot en met 2:3 BW) in de regel zijn rechtspersoonlijkheid behoudt en subject blijft voor de betreffende belastingmiddelen. Het RSIN van de rechtspersoon verandert dan niet, het hiervan afgeleide loonheffingennummer eveneens niet. Een overzicht van rechtsvormwijzigingen met behoud van het RSIN is via dit bestand te vinden op de website van de KvK (bladzijde 11 en verder).

In deze situatie blijft de rechtspersoon, weliswaar in zijn gewijzigde rechtsvorm, als werkgever onverminderd partij bij de arbeidsovereenkomst met de werknemer. Van een vermogensovergang is geen sprake, noch onder algemene noch onder bijzondere titel. De bepalingen inzake overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 e.v. BW zijn niet van toepassing. Als bij omzetting van een werkgever met rechtspersoonlijkheid in een andere rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid in de loop van het kalenderjaar sprake is van één werkgever met een gelijkblijvend RSIN en loonheffingennummer, wordt de 30%-herziening beoordeeld, en waar nodig toegepast, op basis van de dienstbetrekking(en) van de betreffende werknemer met deze werkgever.

Wijziging van natuurlijk persoon in samenwerkingsverband/rechtspersoon en vice versa

Als de rechtsvormwijziging er evenwel toe leidt dat het juridische subject, de persoon voor wiens rekening en risico de onderneming wordt gedreven wijzigt, wijzigt ook het belastingplichtige subject en de formeel-juridische werkgever. Na de rechtsvormwijziging verkrijgt de onderneming een nieuw RSIN (waar van toepassing) en loonheffingennummer. Denk bijvoorbeeld aan de inbreng van een eenmanszaak in een samenwerkingsverband (VOF, CV, maatschap) of rechtspersoon of vice versa. In dit geval gaat de bestaande onderneming over op het gewijzigde juridische subject en zal sprake zijn van overgang van onderneming in de zin van artikel 7:662 e.v. BW. Dit betekent dat de rechten en verplichtingen uit hoofde van bestaande arbeidsovereenkomsten van rechtswege overgaan van de overdragende oude werkgever (het oude juridische subject) op de verkrijgende nieuwe werkgever (het nieuwe juridische subject). Het nieuwe juridische subject wordt van rechtswege ofwel automatisch als werkgever partij in de betreffende arbeidsovereenkomst(en).

In ieder geval als sprake is van een rechtsvormwijzing van eenmanszaak naar samenwerkingsverband of rechtspersoon of vice versa.

Rechtsvormwijziging en 30%-herziening

Het Besluit van 24 juni 2019 tot wijziging van het Besluit Wfsv in verband met aanpassing van de premiedifferentiatie voor de WW en afschaffing van de sectorfondsen, staatsblad 2019/236, meldt op pagina 11:

“Voor het berekenen van de verhouding tussen verloonde en contractueel overeengekomen uren dient te worden gekeken naar het geheel van arbeidsrelaties tussen werkgever en werknemer in het betreffende kalenderjaar, ofwel op het niveau van het fiscaalnummer/RSIN/BSN. De verloonde uren, respectievelijk contractueel overeengekomen uren worden dan bij elkaar opgeteld”.

Uit deze passage blijkt duidelijk dat de wetgever een beoordeling op niveau van het belastingplichtige subject en de juridische, formele werkgever heeft beoogd. Een andere benadering zou overigens ook niet uitvoerbaar en niet houdbaar zijn nu dit onderscheid zou maken in de vaststelling van de 30%-marge bij overgangssituaties (al dan niet als gevolg van rechtsvormwijziging of binnen concern) en niet-overgangssituaties.

Als de rechtsvormwijziging leidt tot een overgang van onderneming is sprake van twee werkgevers. Dit betekent dat de verhouding tussen de aangegeven verloonde uren en de contracturen van een werknemer in het kalenderjaar per afzonderlijke werkgever wordt beoordeeld. Herziening, waar van toepassing, vindt per afzonderlijke werkgever plaats.

Deel deze pagina