Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Op deze pagina

KG:059:2022:1 Dwangsommen en resultaat uit overige werkzaamheden

Aanleiding

Een particulier dient verschillende aanvragen en bezwaren in bij een bestuursorgaan. Omdat het bestuursorgaan niet (tijdig) beslist, ontvangt de belanghebbende uiteindelijk diverse dwangsommen die samen oplopen tot een aanzienlijk bedrag.

Vraag

Kan het verkrijgen van een dwangsom van een bestuursorgaan wegens niet-tijdig beslissen als resultaat uit overige werkzaamheden (artikel 3.90 Wet inkomstenbelasting 2001, hierna: Wet IB 2001) in aanmerking worden genomen?

Antwoord

Nee, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden.

Beschouwing

Opmerking vooraf: Voordat kan worden toegekomen aan de vraag of sprake is van resultaat uit overige werkzaamheden, moet op basis van de bronnenvolgorde in de Wet IB 2001 eerst worden beoordeeld of de dwangsom is ontvangen in het kader van de uitoefening van een onderneming of een dienstbetrekking. Bij de beantwoording van deze vraag gaat de kennisgroep ervan uit dat daarvan geen sprake is.

De bron “Resultaat uit overige werkzaamheden” ziet op werkzaamheden verricht in het economisch verkeer, waarbij voordeel wordt beoogd of redelijkerwijs te verwachten is. De uitbetaling van een dwangsom wegens niet tijdig beslissen door een bestuursorgaan is normaal gesproken niet het beoogde gevolg van het indienen van een aanvraag of bezwaar. De dwangsom is het gevolg van het niet-tijdig beslissen van het bestuursorgaan. Het vormt geen vergoeding voor een dienst van de belanghebbende en kan ook niet anderszins als werkzaamheid worden aangemerkt (zie bijvoorbeeld HR 15 februari 2019, ECLI:NL:HR:2019:138). Het indienen van een aanvraag bij een bestuursorgaan vormt op zichzelf geen werkzaamheid. Het genoemde arrest laat evenwel de ruimte om een dwangsom tot het resultaat te rekenen als de aanvraag wordt gedaan in het kader van een werkzaamheid. In het (voor de loonheffingen gewezen) arrest maakt de Hoge Raad onderscheid tussen betalingen in de hoedanigheid van werkgever (loon) en betalingen in de hoedanigheid van bestuursorgaan (geen loon). Een dwangsom wegens niet tijdig beslissen vindt niet zozeer grond in de dienstbetrekking dat zij als daaruit genoten loon moet worden aangemerkt. Dat criterium geldt echter voor loon uit dienstbetrekking en is niet van toepassing op resultaat uit overige werkzaamheden. Wanneer de aanvraag zodanig verband houdt met een werkzaamheid dat deze tot de werkzaamheidssfeer moet worden gerekend, is een zodanig verband met de werkzaamheid aanwezig dat de dwangsom tot het resultaat moet worden gerekend. Ook in bijzondere omstandigheden kan een van een bestuursorgaan ontvangen dwangsom wel tot het resultaat uit overige werkzaamheden worden gerekend. Van dergelijke bijzonder omstandigheden kan bijvoorbeeld sprake zijn als een belanghebbende met kennelijk als enige doel het verkrijgen van dwangsommen veelvuldig bezwaren en verzoeken indient bij bestuursorganen.

Deel deze pagina