KG:059:2025:2 Logeerouders
Publicatiedatum 08-08-2025, 9:26 | Laatste update 08-08-2025, 9:26 |
Aanleiding
X en het gezin van X fungeren door tussenkomst van Stichting Y als logeergezin voor kinderen met een hulpvraag. Stichting Y is een regionale organisatie die zorg, ondersteuning en begeleiding biedt aan kinderen en jongeren en aan mensen met een verstandelijke beperking of niet-aangeboren hersenletsel.
Stichting Y biedt kinderen met een hulpvraag de mogelijkheid om af en toe te kunnen logeren in een logeergezin. De vraag om te logeren kan ook vanuit de ouders komen. Zij willen soms graag even ontlast worden. Het gaat veelal om kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking, autisme, ADHD of een ontwikkelingsachterstand. X en de logeerkinderen zijn geen familie van elkaar.
X heeft voor het zijn van logeerouder een overeenkomst gesloten met Stichting Y. X ontvangt hiervoor een vergoeding van Stichting Y (van € 35 per dag). In de regel gaat het voor X om twee weekenden per maand, zodat de maandelijkse vergoeding € 140 bedraagt. Uit de overeenkomst tussen X en Stichting Y volgt dat de vergoedingen die X van Stichting Y ontvangt, nooit hoger kan zijn dan de vergoeding die Stichting Y ontvangt van het zorgkantoor of van andere financiers van zorgverlening.
X maakt ter zake van het zijn van logeerouder onder andere kosten ter zake van maaltijden, gas/water/licht, kleding, schoenen en luiers, verzorgingsproducten, sporten, zwemmen/scouting, reiskosten van het halen en brengen van het kind, uitjes zoals pretpark/bios, het aanschaffen van spel- en ontwikkelmateriaal. Daarnaast worden zaken aangeschaft zoals een bed en beddengoed, een fietsstoeltje, kinderfiets, box, autostoeltje, kinderstoel. Op verjaardag en op feestdagen zoals Kerst of Sinterklaas wordt een cadeautje voor het logeerkind aangeschaft.
Door Stichting Y is een reëel onderzoek gedaan naar de door X gemaakte kosten en hierbij is door Stichting Y vastgesteld dat de gemaakte kosten van X de door X ontvangen vergoeding veruit overtreffen.
Vraag
Vormen de betalingen aan X voor het zijn van logeerouder een bron van inkomen?
Antwoord
Nee, er is geen sprake van een bron van inkomen. De werkzaamheden liggen in de persoonlijke sfeer. Het ideële karakter van de activiteiten staat voorop. Dit wordt bevestigd door de omstandigheid dat objectief is vastgesteld dat de kosten de ontvangen vergoeding veruit overtreffen.
Beschouwing
Inkomsten uit werkzaamheden zijn alleen belast als sprake is van een bron van inkomen. Het bronbegrip is niet geregeld in de wet, maar uitsluitend ingevuld door de jurisprudentie. Daarnaast is beoordeling van de bron ook afhankelijk van de feiten en omstandigheden.
Een resultaat (positief of negatief) kan alleen inkomen zijn als er een bepaalde bron aan ten grondslag ligt. Bij bronnen met arbeid moet aan de volgende 3 voorwaarden worden voldaan om te kunnen spreken van een bron van inkomen:
- deelname aan het economische verkeer
- het (subjectieve) oogmerk (geldelijk) voordeel te behalen
- de (objectieve) verwachting dat het voordeel redelijkerwijs kan worden behaald.
Bovendien moet er een causaal verband zijn tussen de verrichte arbeid en het behaalde voordeel.
Deelname aan het economisch verkeer
Van deelname aan het economisch verkeer is sprake als tegen een vergoeding werkzaamheden worden verricht buiten de gezins- en/of hobbysfeer. In deze casus worden betalingen ontvangen van Stichting Y. Aan de voorwaarde van deelname aan het economisch verkeer is hiermee voldaan.
Voordeel beogen (subjectief) en voordeel verwachten (objectief)
Indien iemand tegen beloning in het economische verkeer diensten verricht, vormt een eventueel ontvangen beloning in beginsel resultaat. Zie het medische proevenarrest HR 3 oktober 1990, ECLI:NL:HR:1990:BH7882.
Op dit uitgangspunt zijn in de rechtspraak een drietal uitzonderingen geformuleerd in het nasi- en bamireceptenarrest, HR 14 april 1993, ECLI:NL:HR:1993:ZC5321. In de voorgelegde casus is de derde door de Hoge Raad in dit arrest geformuleerde uitzonderingsgrond relevant, te weten de afbakening van het resultaat uit overige werkzaamheden ten opzichte van de activiteiten in de persoonlijke sfeer. De Hoge Raad formuleert het aldus:
“De vraag of een voordeel is beoogd kan daarnaast ook een rol spelen in die gevallen waarin weliswaar diensten of werkzaamheden in het economische verkeer zijn verricht doordat de belastingplichtige buiten de gezinssfeer is getreden, maar de behaalde voordelen niettemin buiten het inkomen dienen te blijven omdat zij in de persoonlijke sfeer liggen.”
Het gaat hier om activiteiten waar het voordeeloogmerk niet de verklaring vormt voor een ontvangen beloning.
Zie over de persoonlijke sfeer ook een eerdere uitspraak van de Hoge Raad van 15 juni 1960, ECLI:NL:HR:1960:AY0641. Hierin overweegt de Hoge Raad:
“dat toch in gevallen als het onderhavige, waarin een belastingplichtige ten behoeve van een ander diensten heeft verricht, welke in de persoonlijke sfeer liggen, en daarvoor een beloning heeft genoten, het, wil die beloning als opbrengst van arbeid in den zin der eerder vermelde wettelijke bepaling kunnen worden aangemerkt, niet voldoende is, dat een redelijk vooruitzicht op geldelijk voordeel bestond, doch tevens is vereist, dat dit vooruitzicht de reden, althans mede een reden, heeft gevormd tot het verrichten van de diensten”.
In de voorgelegde casus is dit het geval. Het is aannemelijk dat X logeerouder is vanuit persoonlijke, ideële overwegingen, te weten het bieden van een logeerplek voor kinderen met een hulpvraag door tussenkomst van Stichting Y. Het ideële, persoonlijke karakter wordt bevestigd door de omstandigheid dat door Stichting Y is vastgesteld dat de door X ontvangen vergoeding niet voldoende is om de door hem gemaakte kosten voor het zijn van logeerouder te dekken, en door de omstandigheid dat de kinderen met hulpvraag geen familie zijn van X.
Voor de beoordeling of de kosten de vergoeding overtreffen is het niet relevant of de kosten fiscaal al dan niet aftrekbaar zijn. Er dient immers eerst beoordeeld te worden of sprake is van een bron van inkomen. Slechts relevant is of de kosten worden opgeroepen door het zijn van logeerouder. Daar is in dit geval sprake van.
Conclusie
Er is geen sprake van een bron van inkomen. Hoewel sprake is van een voordeel in het economische verkeer, spelen de werkzaamheden zich in dit specifieke geval af in de persoonlijke sfeer.