Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:063:2023:27 BOR, schenking onderlangs aan vennootschap met meerdere aandeelhouders

Aanleiding

A heeft 100% van de aandelen in X BV. Deze vennootschap heeft 100% van de aandelen in Y BV. De twee kinderen van A, te weten B en C, hebben samen 100% van de aandelen in een nieuw opgerichte vennootschap Z BV. De aandelen Y BV worden voor nihil overgedragen aan Z BV.

Vraag

Vormt een schenking ‘onderlangs’ van aandelen in een deelneming aan een vennootschap met meer dan één aandeelhouder, een belemmering voor toepassing van de bedrijfopvolgingsregeling in de Successiewet 1956 (hierna: BOR)?

Antwoord

Nee, bij een schenking ’onderlangs’ van aandelen in een deelneming aan een vennootschap, is niet vereist dat die vennootschap slechts één aandeelhouder heeft. De goedkeuring van de Staatssecretaris van Financiën in onderdeel 3.8 van het beleidsbesluit van 17 januari 2013, nr. BLKB2012/1221M (Stcrt. 2013, 2175) kan ook op deze situatie van toepassing zijn.

Beschouwing

In onderdeel 3.8 van het beleidsbesluit van de Staatsecretaris van Financiën van 17 januari 2013, nr. BLKB2012/1221M, (Stcrt. 2013, 2175) over de BOR is een goedkeuring opgenomen voor drie situaties, waarbij sprake is van een indirecte verkrijging van aandelen. Het gaat om situaties die bekend staan als een schenking van aandelen ‘bovenover’ of ‘onderlangs’. Aan de hand van drie voorbeelden worden de goedgekeurde situaties toegelicht. In deze voorbeelden komen de aandelen toe aan één aandeelhouder of een vennootschap met één aandeelhouder. De vraag is of het beleidsbesluit ook geldt als in die situaties de verkrijgende vennootschap meerdere aandeelhouders heeft.

De kennisgroep ziet geen reden om de voorbeelden van het beleidsbesluit op dit punt strikt uit te leggen. Het beleidsbesluit beschrijft allereerst dat de BOR is opgezet vanuit het idee dat direct aandelen worden verkregen van een vennootschap die een onderneming drijft. De staatssecretaris vindt dit voor bepaalde situaties onredelijk en keurt daarom goed op welke situaties van indirecte verkrijging van aandelen de BOR ook van toepassing kan zijn. De hiervoor gebruikte voorbeelden maken tevens duidelijk waarop het voortzettingsvereiste ziet. Dat er voorbeelden zijn gebruikt, waarbij de verkrijgende vennootschap slechts één aandeelhouder heeft, is niet bedoeld als voorwaarde. Dit zou anders zijn als dit in de tekst van de goedkeuring was opgenomen of uit de voorbeelden bleek dat dit een voorwaarde was.

Duidelijk is dat de goedkeuring alleen geldt voor de drie genoemde situaties van indirecte schenking van aandelen. De goedkeuring hoeft niet te worden onthouden als in zo’n situatie de verkrijgende vennootschap meerdere aandeelhouders heeft. Indien de verkrijgende vennootschap meerdere aandeelhouders heeft, verkrijgen de aandeelhouders naar rato van hun belang in de verkrijgende vennootschap. De schenking aan deze aandeelhouders is dan gelijk aan het indirecte belang in de verkregen vennootschap.[voetnoot 1] Zij kunnen dan, als aan alle overige voorwaarden wordt voldaan, gebruik maken van de bedrijfsopvolgingsregeling.

Hetzelfde geldt als niet de aandelen van een deelneming, maar de aandelen van de holding worden overgedragen aan een vennootschap die meerdere aandeelhouders heeft.

Voetnoot

[Voetnoot 1, terug naar tekst] De schenker is de aandeelhouder van de vennootschap die de aandelen in de deelneming overdraagt.

Deel deze pagina