Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:070:2022:1 Lijfrenterekening en uitbetalen van het tegoed aan niet-natuurlijk persoon

Aanleiding

De rekeninghouder van een lijfrenterekening, waarvan de uitkeringen reeds zijn ingegaan, overlijdt. Het tegoed op de lijfrenterekening komt deels toe aan een niet-natuurlijk persoon. De bank wil dat deel van het tegoed in 1 keer uitbetalen aan de niet-natuurlijk persoon.

Vraag

De vraag is of de bank het deel van het tegoed, dat toekomt aan de niet-natuurlijk persoon, in 1 keer kan uitbetalen zonder inhouding van loonheffing en zonder heffing van inkomstenbelasting bij de erflater en de overige erfgenamen.

Antwoord

De bank kan het lijfrentetegoed, voor zover dat toekomt aan de niet-natuurlijk persoon, in 1 keer uitbetalen zonder inhouding van loonheffing.

Van heffing van inkomstenbelasting is geen sprake bij de erflater/erfgenamen voor het lijfrentetegoed dat toekomt aan de niet-natuurlijk persoon.

Beschouwing

Wettelijk kader

Bij het in 1 keer uitbetalen van het lijfrentegoed, is sprake van afkoop als bedoeld inĀ artikel 3.133, tweede lid, onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). In artikel 34, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB 1964) is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld ingevolge welke loonbelasting mede wordt geheven van natuurlijke personen die een afkoopsom genieten ter zake van een afkoop als bedoeld inĀ artikel 3.133, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001.

In artikel 34 Wet LB 1964 wordt gesproken over natuurlijke personen. Daar wordt niet gesproken over de niet-natuurlijk persoon. De bank kan het lijfrentetegoed, dat toekomt aan de niet-natuurlijk persoon, derhalve in 1 keer uitbetalen zonder inhouding van loonheffing.

In artikel 3.133, eerste lid juncto artikel 3.133, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001 is bepaald dat bij afkoop negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking worden genomen bij de gerechtigde, indien de rekeninghouder is overleden. Maar, de gerechtigde is de niet-natuurlijk persoon. Van heffing van inkomstenbelasting is dan geen sprake. In artikel 1.1 Wet IB 2001 is namelijk bepaald dat inkomstenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen.

Deel deze pagina