Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Op deze pagina

KG:070:2022:2 Toedeling lijfrenterekening in uitkerende fase na overlijden rekeninghouder

Aanleiding

Bij een lijfrenterekening in de uitkerende fase overlijdt de rekeninghouder. De lijfrente keert € 3.000 per jaar uit en heeft een resterende looptijd van 10 jaar. Op het moment van overlijden is het tegoed op de rekening € 28.000. Er zijn 7 erfgenamen. De erfgenamen willen het tegoed toedelen aan 1 erfgenaam.

Vraag

Uit onderdeel 9.1.6 van het Besluit van 16 mei 2019, nr. 2019-115021, volgt dat het mogelijk is om de lijfrenterekening aan 1 erfgenaam toe te delen zonder fiscale gevolgen, aangezien het tegoed per erfgenaam lager is dan de grens voor de regeling afkoop kleine lijfrente. Geldt deze toedelingsmogelijkheid ook wanneer tegenover het ‘afzien van de eigen lijfrente-uitkeringen’ een tegenprestatie staat? Bijvoorbeeld omdat de erfgenamen in ruil voor hun recht op het lijfrentetegoed een deel uit de nalatenschap ontvangen. Zo nee, hoe moet een bank hiermee omgaan?

Antwoord

Ja. De toedelingsmogelijkheid geldt ook wanneer tegenover het ‘afzien van de eigen lijfrente-uitkeringen’ een tegenprestatie staat.

Beschouwing

In de onderdelen 9.1.5 en 9.1.6 van het Besluit van 16 mei 2019, nr. 2019-115021, is een oplossing geboden voor de administratieve problemen die ontstaan bij relatief kleine bedragen bij vererving van een lijfrenterekening of lijfrentekapitaal. Om te bepalen of sprake is van relatief kleine bedragen wordt aangesloten bij het bedrag van de regeling voor afkoop kleine lijfrente (artikel 3.133, lid 2, onderdeel d van de Wet inkomstenbelasting 2001). In deze casus zou bij splitsing van het lijfrentetegoed in 7 lijfrenterekeningen jaarlijks per rekening een uitkering plaatsvinden van € 428 (€ 3.000 / 7), dit komt neer op € 35,66 per maand. Doordat het mogelijk is om de lijfrenterekening toe te delen aan 1 erfgenaam, bedraagt de jaarlijkse uitkering dan € 3.000 (€ 250 per maand).

Toedeling van de lijfrenterekening door de ene erfgenaam aan de andere erfgenaam wordt feitelijk niet aangemerkt als een afkoop bij de ene erfgenaam. Het is daarom voor de inkomstenbelasting niet relevant of sprake is van een tegenprestatie voor het toedelen van de lijfrenterekening.

Deel deze pagina