KG:070:2022:5 Looptijd levenslange nabestaandenlijfrente van de partner wijzigen in een tijdelijke
Publicatiedatum 10-03-2023, 10:10 | Laatste update 18-02-2025, 12:34 |
Aanleiding
De belastingplichtige heeft een overeenkomst gesloten voor een levenslange nabestaandenlijfrente met zijn partner als begunstigde. Na het overlijden van de belastingplichtige wil de partner de levenslange nabestaandenlijfrente omzetten in een tijdelijke nabestaandenlijfrente.
Vraag
Mag de looptijd van een nabestaandenlijfrente ten behoeve van de partner ook tijdelijk zijn?
Antwoord
Ja. Voor een lijfrenteverzekering geldt dat de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) in artikel 3.125, eerste lid, onderdeel b, geen eisen stelt voor de einddatum van een nabestaandenlijfrente ten behoeve van de partner. Er moet wel worden voldaan aan het onzekerheidsvereiste (1%-criterium).
Voor een lijfrenterekening en lijfrentebeleggingsrecht geldt een minimale looptijd van 5 jaar voor een nabestaandenlijfrente ten behoeve van de partner. Dit is geregeld in artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel b, onder 4, Wet IB 2001.
Beschouwing
Uit de wettekst en de Kamerstukken II 1988/89, 21198, nr. 3, p. 11 en 12 volgt dat een nabestaandenlijfrente met een tijdelijke looptijd waarvan de partner de begunstigde is, is toegestaan. Vanuit fiscaal oogpunt ontmoet het dan ook geen bezwaar de levenslange nabestaandenlijfrente om te zetten in een tijdelijke. Het is aan een verzekeraar of hij wil meewerken aan het omzetten van een reeds ingegane levenslange lijfrente in een tijdelijke lijfrente. Dit in verband met verzekeringstechnische aspecten.
Toelichting op update van 18 februari 2025
Het betreft enkele redactionele wijzigingen. Verder is de aanleiding verduidelijkt. Inhoudelijk zijn geen wijzigingen beoogd.