KG:070:2022:8 Looptijd bancaire oudedagslijfrente in geval van wijziging AOW-leeftijd

Publicatiedatum 10-03-2023, 10:34 | Laatste update 11-02-2025, 10:41 | Standpunt

Aanleiding

De belastingplichtige wil de eerste termijn van een bancaire oudedagslijfrente laten uitkeren vóór het kalenderjaar waarin hij de AOW-leeftijd bereikt. Op het moment van het uitkeren van de eerste termijn van de oudedagslijfrente is de AOW-leeftijd van de belastingplichtige nog niet definitief vastgesteld. Dit komt omdat de belastingplichtige een leeftijd heeft die meer dan vijf jaar voor zijn geprognotiseerde AOW-leeftijd ligt.

Als de uitkeringen van een bancaire oudedagslijfrente eerder ingaan dan in het jaar waarin de AOW-leeftijd wordt bereikt, geldt een minimale termijn voor de uitkeringsperiode van twintig jaar, vermeerderd met het aantal jaren dat de lijfrentegerechtigde jonger is dan de AOW-leeftijd op het moment dat de eerste uitkering plaatsvindt.

Vraag

Als bij het vaststellen van de duur van de uitkerende bancaire oudedagslijfrente rekening wordt gehouden met de geprognotiseerde AOW-leeftijd en achteraf blijkt dat de daadwerkelijke AOW-leeftijd hoger is, ligt de einddatum van de bancaire lijfrente-uitkering minder dan twintig jaar na de AOW-datum. Is dit fiscaal toegestaan?

Antwoord

Ja. Het ontmoet fiscaal geen bezwaar dat de bancaire oudedagslijfrente een minimale duur heeft die is afgestemd op de AOW-leeftijd zoals bekend op het moment van het ingaan van de uitkerende bancaire oudedagslijfrente. Op het moment dat de AOW-leeftijd achteraf hoger blijkt te zijn, hoeft de duur van de uitkerende bancaire oudedagslijfrente dus niet verlengd te worden.

Beschouwing

Voor een lijfrenterekening geldt een minimale looptijd van twintig jaar, vermeerderd met het aantal jaren tussen het tijdstip van het uitkeren van de eerste termijn en de pensioengerechtigde leeftijd, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, van de Algemene Ouderdomswet, van de lijfrentegerechtigde. Dit is geregeld in artikel 3.126a, vierde lid, onderdeel a, onder 2^o, van de Wet inkomstenbelasting 2001.