Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:070:2023:16 Afkoop partneralimentatie met bestaande lijfrente in de eigen besloten vennootschap

Aanleiding

Een belastingplichtige gaat scheiden en moet aan zijn ex-partner alimentatie betalen (hierna: partneralimentatie). De belastingplichtige wil de partneralimentatie afkopen met een bestaande lijfrente bij zijn eigen besloten vennootschap (hierna: BV), die is ontstaan uit stakingswinst en/of de fiscale oudedagsreserve.

Vraag

Kan de partneralimentatie worden afgekocht met een bestaande lijfrente in de BV zonder dat dit wordt beschouwd als een vervreemding van die lijfrente?

Antwoord

Ja. De ex-partner die de lijfrente krijgt, moet wel een binnenlandse belastingplichtige zijn.

Beschouwing

Volgens artikel 3.133, tweede lid, onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) worden in geval van vervreemding van een aanspraak op lijfrente (in de zin van artikel 1.7 Wet IB 2001) de daarvoor betaalde premies en het daarover behaalde rendement als negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aanmerking genomen. In artikel 3.134, tweede lid, Wet IB 2001 zijn limitatief de situaties opgesomd waarin bij echtscheiding uitzonderingen worden gemaakt op artikel 3.133 Wet IB 2001. Eén van deze uitzonderingen is de situatie dat een aanspraak op een lijfrente wordt gebruikt ter voldoening of afkoop van een alimentatieverplichting. In dat geval mag de ex-partner worden aangewezen als onherroepelijke begunstigde van de aanspraak of mag de aanspraak (geheel of gedeeltelijk) worden omgezet in een aanspraak als bedoeld in artikel 3.124 en artikel 3.125 Wet IB 2001 voor de ex-partner. De ex-partner moet hiervoor wel een binnenlands belastingplichtige zijn.

Als de alimentatieplichtige zijn lijfrente overdraagt ter voldoening of afkoop van een alimentatieverplichting, heeft hij evenwel geen recht op een persoonsgebonden aftrekpost. Tot de onderhoudsverplichtingen, bedoeld in artikel 6.3, eerste lid, onderdelen b en d, Wet IB 2001 behoren niet de afkoopsommen en verrekenbedragen die worden gedaan in de vorm van lijfrenten en andere inkomensvoorzieningen, voor zover de voor die voorzieningen betaalde premies reeds eerder als uitgave voor inkomensvoorziening in aanmerking zijn genomen. Dit is overeenkomstig artikel 6.4, tweede lid, Wet IB 2001.

Deel deze pagina

Op deze pagina