KG:070:2023:17 Pre Brede Herwaarderingslijfrente en aankopen lijfrente met een derde als begunstigde
Publicatiedatum 04-07-2023, 15:01 | Laatste update 11-02-2025, 14:31 |
Aanleiding
De belastingplichtige is verzekeringnemer van een kapitaalverzekering met lijfrenteclausule, waarop het Pre Brede Herwaarderingsregime van toepassing is. De kapitaalverzekering expireert. De belastingplichtige koopt met het expiratiekapitaal een direct ingaande lijfrente aan met een willekeurige derde als herroepelijke begunstigde. De willekeurige derde is meerderjarig en ongehuwd. De willekeurige derde is woonachtig in Nederland.
Vraag
Wat zijn de gevolgen voor de inkomstenbelasting?
Antwoord
De lijfrentetermijnen zijn bij de willekeurige derde belast als periodieke uitkeringen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.100 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001).
Beschouwing
Op grond van artikel 25 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (hierna: Wet IB 1964) (tekst 1991) behoren termijnen van lijfrenten tot de inkomsten uit vermogen. Op grond van artikel 75 Wet IB 1964 (tekst 2000) blijven deze regels van kracht zoals die golden op 31 december 1991. Op grond van hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel O, eerste lid, aanhef, onderdeel a en slotzin, van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001 worden deze inkomsten aangemerkt als belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 3.100 Wet IB 2001.
Gezien het bovenstaande zijn de lijfrentetermijnen, zolang de willekeurige derde begunstigde is en dus aan de willekeurige derde worden uitgekeerd, belast als periodieke uitkeringen bij deze willekeurige derde.
Het aankopen van de lijfrente ten behoeve van de herroepelijke begunstigde leidt niet tot heffing van inkomstenbelasting bij de belastingplichtige, nu als gevolg van het van toepassing zijnde Pre Brede Herwaarderingsregime geen sprake is van een verboden handeling.
Toelichting op update van 11 februari 2025
Het betreft enkele redactionele wijzigingen. Inhoudelijk zijn geen wijzigingen beoogd.