Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:070:2023:9 Spaarrekening eigen woning: gevolgen van compensatie bij het uitfaseren van de gekoppelde effectenrekening

Aanleiding

Aan de spaarrekening eigen woning (hierna: SEW) is een effectenrekening gekoppeld. De belastingplichtige legt in op de SEW en het tegoed op die rekening wordt (deels) overgeboekt naar een effectenrekening om te beleggen. De bank heeft besloten de effectenrekening uit te faseren. Daarbij biedt de bank de belastingplichtige een compensatie voor eventuele (financiële) nadelige gevolgen. De compensatie wordt toegekend als de verwachte eindwaarde met beleggen hoger is dan wat op basis van dezelfde inleg mogelijk is met sparen. De bank is voornemens de compensatie te storten op de SEW. De belastingplichtige wil de compensatie echter ontvangen op een beleggingsrekening waarmee de belastingplichtige in box 3 wil beleggen.

Vraag

Wat zijn de fiscale gevolgen voor de SEW als de compensatie wordt gestort op een beleggingsrekening waarmee de belastingplichtige in box 3 wil beleggen?

Antwoord

De SEW wordt geacht geheel te zijn gedeblokkeerd. De belastingplichtige moet op dat moment afrekenen over het gehele opgebouwde rentebestanddeel als niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor de vrijstelling SEW.

Beschouwing

Wettelijk kader

In artikel 3.116a, tweede lid, onderdeel d van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001), zoals dat artikel op 31 december 2012 luidde, was het volgende bepaald:

“Van een spaarrekening eigen woning is sprake indien het betreft een rekening bij een bank waarbij de volgende voorwaarden in acht worden genomen: ………………. d. de op de rekening genoten inkomsten worden bijgeboekt op de rekening; bij deblokkering in de loop van het tijdvak waarover inkomsten worden genoten, vindt eerst nog bijboeking van die inkomsten plaats voordat tot deblokkering wordt overgegaan;…….”

Sinds 1 januari 2013 is deze bepaling opgenomen in artikel 10bis.5, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001.

Parlementaire geschiedenis

In de Kamerstukken II, 2006/07, 30432, nr. 10, p. 8 is het volgende opgemerkt:

“De vierde voorwaarde is dat de met de overgemaakte bedragen behaalde rendementen moeten worden bijgeboekt op de spaarrekening onderscheidenlijk moeten worden aangewend ter verkrijging van een of meer beleggingsrechten. Dit leidt ertoe dat ook voor de behaalde rendementen de blokkeringseis geldt. Het is dus niet mogelijk om tussentijds over een deel van het met sparen of beleggen behaalde voordeel te beschikken.”

Deze toelichting geeft het doel en de strekking aan: ook voor rendementen geldt een blokkeringseis.

De compensatie wordt toegekend als de verwachte eindwaarde met beleggen hoger is dan wat op basis van dezelfde inleg mogelijk is met sparen. Indien dit van toepassing is, volgt een compensatie om zo op te kunnen bouwen tot de verwachte eindwaarde op basis van beleggen. De te betalen compensatie vloeit voort uit de SEW en de (uitfasering van de) daaraan gekoppelde effectenrekening. Dus moet de compensatie worden gestort op de SEW.

Wordt de compensatie bijgeschreven op een beleggingsrekening van de belastingplichtige, waarmee hij in box 3 belegt? Dan betekent dit fiscaal dat een deel van het tegoed van de SEW aan de belastingplichtige wordt uitgekeerd. Een gedeeltelijke deblokkering van het tegoed heeft op grond van artikel 10bis.5, tweede lid, onderdeel b, Wet IB 2001 juncto artikel 10bis.5, vierde lid, onderdeel d, Wet IB 2001 tot gevolg dat het gehele tegoed fiscaal geacht wordt te zijn gedeblokkeerd. De belastingplichtige moet op dat moment afrekenen over het gehele opgebouwde rentebestanddeel, als niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor de vrijstelling SEW.

Deel deze pagina