Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:202:2022:1 Coronazelftesten en uitgaven voor specifieke zorgkosten

Aanleiding

Om te bepalen of je besmet bent met het coronavirus, kan je een coronatest bij de GGD teststraat of de commerciƫle teststraat afnemen. Daarnaast is het ook mogelijk om een coronazelftest aan te schaffen bij onder meer supermarkten en drogisterijen. Door middel van deze coronazelftest kan worden bepaald of sprake is van een besmetting.

Vraag

Kunnen de kosten van de aanschaf van een coronazelftest in aftrek worden gebracht als uitgaven voor specifieke zorgkosten in de zin van artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel d, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)?

Antwoord

Nee, er is geen sprake van een hulpmiddel in de zin van artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel d, Wet IB 2001. De kosten van de aanschaf van een coronazelftest kunnen daarom niet als uitgaven voor specifieke zorgkosten in aftrek worden gebracht.

Beschouwing

Wettelijk kader

Ingevolge artikel 6.1 Wet IB 2001 is de persoonsgebonden aftrek het gezamenlijke bedrag van de in het kalenderjaar op de belastingplichtige drukkende persoonsgebonden aftrekposten. Uitgaven voor specifieke zorgkosten worden op grond van artikel 6.1, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001 aangemerkt als persoonsgebonden aftrekposten.

Artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel d, Wet IB 2001 bepaalt dat uitgaven voor specifieke zorgkosten de uitgaven zijn die wegens ziekte of invaliditeit zijn gedaan voor andere hulpmiddelen, voor zover deze hulpmiddelen van een zodanige aard zijn dat zij hoofdzakelijk door zieke of invalide personen worden gebruikt.

Drukkende kosten

Allereerst moet worden bepaald of sprake is van drukkende kosten in de zin van artikel 6.1 Wet IB 2001. Indien sprake is van een door de overheid, werkgever of school gratis verstrekte coronazelftest, dan is geen sprake van drukkende kosten. Indien de belastingplichtige heeft betaald voor een coronazelftest en daarvoor geen vergoeding wordt verkregen, dan drukken de aanschafkosten van de coronazelftest wel op de belastingplichtige.

Uitgaven wegens ziekte of invaliditeit

Op grond van artikel 6.17, eerste lid, aanhef, Wet IB 2001 moeten de uitgaven voor specifieke zorgkosten zijn gedaan vanwege ziekte of invaliditeit.

In beginsel is daarom van belang eerst vast te stellen of sprake is van een medische aandoening. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen de situatie dat geen sprake is van klachten en de situatie dat wel sprake is van klachten. Het is echter bij deze testen niet eenvoudig vast te stellen of de test wordt gedaan in verband met een medische aandoening (klachten) of niet (preventief testen, bijvoorbeeld in verband met sociale activiteiten of contact met besmette personen). In het geval van preventief testen is geen sprake van een medische aandoening. Mocht sprake zijn van klachten, dan is de vraag of de coronazelftest kwalificeert als hulpmiddel in de zin van artikel 6.17, eerste lid, onderdeel d, Wet IB 2001.

Hulpmiddel?

Om als hulpmiddel in de zin van artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel d, Wet IB 2001 te worden aangemerkt, moet de zaak een bijzondere hoedanigheid bezitten waardoor deze uitsluitend door zieke of invalide personen kan worden gebruikt of feitelijk hoofdzakelijk door zieke of invalide personen wordt gebruikt. Hiervan is bij een coronazelftest geen sprake. De coronazelftest kan ook worden gebruikt door gezonde personen en dit zal feitelijk ook veelal gebeuren om de aanwezigheid van een coronabesmetting uit te sluiten.

Conclusie

De coronazelftest is geen hulpmiddel in de zin van artikel 6.17, eerste lid, aanhef en onderdeel d, Wet IB 2001. De kosten van de aanschaf van een coronazelftest kunnen niet in aftrek worden gebracht.

Deel deze pagina

Op deze pagina