Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Op deze pagina

KG:202:2023:26 Voorwaarden uit dieetkostentabel bij uitgaven voor specifieke zorgkosten

Aanleiding

Belastingplichtige heeft de ziekte van Crohn (een darmziekte). Hiervoor is een monosacharidenbeperkt dieet voorgeschreven. In de zogenoemde dieetkostentabel van artikel 37 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (hierna: URIB 2001) staat de ziekte van Crohn niet opgenomen. Een monosacharidenbeperkt dieet is in de dieetkostentabel wel opgenomen als onderdeel van het dieet behorend bij de dieettypering FODMAP bij het prikkelbare darm syndroom.

Vraag

Zijn de dieettypering, het ziektebeeld en de aandoening in de dieetkostentabel cumulatieve voorwaarden voor de toepassing van artikel 37 URIB 2001 of is het voldoende als sprake is van een dieettypering die is opgenomen in dit artikel?

Antwoord

De dieettypering, het ziektebeeld en de aandoening van de zogenoemde dieetkostentabel zijn cumulatieve voorwaarden voor de toepassing van artikel 37 URIB 2001.

Beschouwing

Ingevolge artikel 6.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) is de persoonsgebonden aftrek het gezamenlijke bedrag van de in het kalenderjaar op de belastingplichtige drukkende persoonsgebonden aftrekposten. Uitgaven voor specifieke zorgkosten worden op grond van artikel 6.1, tweede lid, onderdeel d, Wet IB 2001 aangemerkt als persoonsgebonden aftrekposten.

Artikel 6.17, eerste lid, onderdeel f, Wet IB 2001 bepaalt dat uitgaven voor specifieke zorgkosten de extra kosten van een op medisch voorschrift gehouden dieet zijn, tot een bedrag dat is bepaald bij ministeriële regeling. In artikel 37 URIB 2001 is de zogenoemde dieetkostentabel opgenomen met een bedrag per combinatie van dieettypering, ziektebeeld en aandoening.

Artikel 11 van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 is de voorganger van artikel 37 URIB 2001. Bij de wijziging van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 van 18 december 1998 heeft de staatssecretaris het volgende opgemerkt.

“In artikel 11, derde lid, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 is een samenloopbepaling opgenomen. Deze bepaling dient een tweeledig doel. Allereerst staat daarmee vast dat de in het eerste lid opgenomen bedragen slechts als uitgaven ter zake van ziekte, invaliditeit en bevalling in aanmerking worden genomen indien de dieethoudende persoon leidt aan één van de in het eerste lid omschreven ziektebeelden én een eveneens in dat lid omschreven dieet volgt dat bij dat ziektebeeld is opgenomen. Zo wordt voor een energie- en eiwitverrijkt dieet bij het ziektebeeld cystic fibrosis een bedrag van f 50 op jaarbasis in aanmerking genomen en niet het hogere bedrag voor een energie- en eiwitverrijkt dieet voor ondervoeding/groeiachterstand bij kinderen. Ten tweede maakt deze bepaling duidelijk dat ter zake van een dieet waarop meer dan een dieetomschrijving van toepassing is slechts één bedrag in aftrek mag worden genomen.”
(Ministeriële regeling van 18 december 1998, nr. WDB 98/437M, Stcrt. 1998, 248, p. 2)

Artikel 11, derde lid, van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 is ongewijzigd overgenomen in artikel 37, derde lid, URIB 2001. In beide regelingen luidde de tekst:

“Voor de toepassing van het eerste lid geldt voor een dieet waarvoor meer dan één bedrag in aanmerking zou komen, alleen het hoogste van de voor het van toepassing zijnde ziektebeeld geldende bedragen.”

Voor bepalingen die ongewijzigd uit de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 zijn overgenomen, blijft de toelichting bij de desbetreffende bepaling in de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 1990 van belang (Ministeriële regeling van 19 december 2000, nr. WDB 2000/959M, Stcrt. 2000, 250, p. 11).

In 2010 is artikel 37, derde lid, URIB 2001 gewijzigd en zijn samenloopregels gegeven voor drie verschillende situaties. Er is geen inhoudelijke toelichting op deze wijziging gegeven (Ministeriële regeling van 17 december 2009, nr. DB 2009-735M, Stcrt. 2009, 20549).

Met de wijzigingen in artikel 37 URIB 2001 is de eis van cumulatie van voorwaarden niet losgelaten. De koppeling tussen ziektebeeld, aandoening en dieettypering komt zelfs sterker naar voren. Indien louter van het dieet uitgegaan zou kunnen worden, zou onderdeel a van het derde lid immers overbodig zijn geweest. Bovendien zou dan in het eerste lid volstaan kunnen worden met een opsomming van de dieettyperingen met bijbehorende bedragen. Ook uit de kopregel van de tabel uit artikel 37, eerste lid, URIB 2001 kan worden afgeleid dat het gaat om cumulatieve voorwaarden om voor de dieetkostenaftrek in aanmerking te komen. Derhalve zijn de dieettypering, het ziektebeeld en de aandoening van de zogenoemde dieetkostentabel cumulatieve voorwaarden.

Deel deze pagina