Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Op deze pagina

KG:202:2023:33 Recht op alleenstaande ouderenkorting bij AIO uitkering

Aanleiding                                            

Een alleenstaande belastingplichtige ontvangt van de Sociale Verzekeringsbank een aanvullende inkomensvoorziening ouderen uitkering (hierna: AIO-uitkering). Dit is een uitkering die is bedoeld voor iemand die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft, maar die geen of geen volledige AOW-uitkering heeft.            

Vraag

Heeft een alleenstaande belastingplichtige die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft, geen recht heeft op een AOW-uitkering en alleen een AIO-uitkering krijgt, recht op de alleenstaande ouderenkorting (hierna: AOK)?

Antwoord

Ja.

Beschouwing

Recht op de AOK bestaat op grond van artikel 8.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) voor de belastingplichtige die in het kalenderjaar in aanmerking komt voor een uitkering als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel a, van de Algemene Ouderdomswet (hierna: AOW), of daarvoor in aanmerking zou komen indien hij zou voldoen aan de voorwaarde van artikel 7, onderdeel b, AOW. 

In artikel 7, onderdeel b, AOW wordt voor het recht op AOW de voorwaarde gesteld dat men minimaal één kalenderjaar verzekerd is geweest voorafgaand aan het recht op AOW. Deze voorwaarde is gelet op de tweede zinssnede van artikel 8.18, eerste lid, Wet IB 2001 niet relevant voor de belastingplichtige die de AOW-gerechtigde leeftijd heeft bereikt, maar niet of korter dan één kalenderjaar verzekerd is geweest voor de AOW. Van belang is of recht zou bestaan op de bruto-ouderdomsuitkering voor ongehuwde pensioengerechtigden wanneer de belastingplichtige eerder wel verzekerd zou zijn geweest voor het recht op AOW. Dit is toegelicht in de parlementaire behandeling:

“De alleenstaande oudere die geen recht heeft op een AOW-uitkering omdat hij niet verzekerd is geweest (bijvoorbeeld omdat hij voor zijn 65-ste in het buitenland heeft gewoond) komt eveneens in aanmerking voor de alleenstaande ouderenkorting indien hij, zou hij wel verzekerd zijn geweest, recht zou hebben gehad op een AOW-uitkering als alleenstaande of als alleenstaande ouder.
(Kamerstukken II 2005/06, 30 306, nr. 3, p. 41).

Wanneer belastingplichtige een AIO-uitkering ontvangt, heeft de belastingplichtige in het verleden geen of geen volledige AOW opgebouwd. Zoals hiervoor is toegelicht is voor de toekenning van de AOK niet relevant dat de belastingplichtige minimaal één kalenderjaar verzekerd is geweest voor de AOW. De alleenstaande belastingplichtige met een AIO-uitkering kwalificeert zodoende voor de AOK.

Deel deze pagina