Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:202:2023:43 Fiscaal partnerschap in geval van een pensioenregeling met partner zonder NAW gegevens

Aanleiding

Een werkgever kan ervoor kiezen het nabestaandenpensioen voor zijn werknemers te baseren op het zogenoemde bepaalde of onbepaalde partnersysteem. Een bepaald partnersysteem wil zeggen dat alleen voor de werknemers met een partner een nabestaandenpensioen wordt verzekerd. Deze partner moet dan zijn aangemeld bij de pensioenuitvoerder. Een onbepaald partnersysteem wil zeggen dat voor iedere werknemer een nabestaandenpensioen wordt verzekerd. Hierbij hoeft de werknemer zijn of haar partner niet aan te melden bij de pensioenuitvoerder. De partner is dan niet met naam en adresgegevens (hierna: NAW-gegevens) bekend bij de pensioenuitvoerder. Zodra de werknemer overlijdt, wordt gekeken of de werknemer een partner had en zo ja, of er dan wordt uitgekeerd. Bij sommige onbepaalde partnersystemen is het overigens wel mogelijk om een partner aan te melden.

Volgens artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) wordt (mede) onder een fiscaal partner verstaan een persoon die op hetzelfde woonadres staat ingeschreven in de basisregistratie personen (hierna: BRP) en die voor toepassing van een pensioenregeling als partner van de belastingplichtige is aangemeld.

Vraag

Is op grond van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 sprake van fiscaal partnerschap als een werknemer zijn partner niet heeft aangemeld bij de pensioenuitvoerder in geval van een onbepaald partnersysteem (er is wel een partnerpensioen verzekerd)?

Antwoord

Nee, als een partner niet is aangemeld en daardoor niet als partner met NAW-gegevens bekend is bij de pensioenuitvoerder, dan wordt niet voldaan aan de eis dat de partner moet zijn aangemeld voor de pensioenregeling zoals bedoeld in artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001. De wetgever heeft er bewust voor gekozen om fiscaal partnerschap vast te stellen aan de hand van objectieve criteria. Wanneer een nabestaandenpensioen wordt opgebouwd in een onbepaald partnersysteem, is enkel sprake van fiscaal partnerschap op grond van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 als de partner is aangemeld voor de pensioenregeling.

Beschouwing

Fiscaal partnerbegrip

Het partnerbegrip is in 2011 geheel vervangen. Daarbij stond centraal dat aan de hand van objectieve criteria wordt bepaald wanneer sprake is van partnerschap en wanneer het partnerschap eindigt.

In artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: AWR) is een basispartnerbegrip opgenomen. Volgens het basisbegrip zijn partners: gehuwden, geregistreerde partners en samenwonenden met een notarieel samenlevingscontract die in de BRP op hetzelfde woonadres staan ingeschreven. Artikel 1.2 Wet IB 2001 bevat een aanvullende regeling voor partnerschap. Uitgangspunt hierbij is dat partnerschap aan de hand van objectieve criteria kan worden bepaald (MvT, Kamerstukken 2009/2010, 32130, nr. 3, p. 25 en 35). Eén van deze criteria is dat als partner wordt aangemerkt degene die in de BRP op hetzelfde adres staat ingeschreven en die voor de toepassing van de pensioenregeling als partner van de belastingplichtige is aangemeld (artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001).

Partnersystemen voor de pensioenregeling

Een onbepaald partnersysteem houdt in dat alle werknemers zijn verzekerd voor een partnerpensioen. De pensioenuitvoerder gaat uit van statistische gegevens  waaruit blijkt welk deel van de Nederlandse bevolking een partner heeft en baseert hier de premie op. De werkgever hoeft niet aan de pensioenuitvoerder door te geven of iemand gehuwd dan wel samenwonend is. Indien de medewerker komt te overlijden, keert de pensioenuitvoerder uit op het moment dat wordt aangetoond dat er een partner is die voldoet aan de partneromschrijving in het betreffende pensioenreglement. Tot het overlijden van een medewerker is diens partner dus niet met NAW-gegevens bekend bij de pensioenuitvoerder. Er zijn echter ook onbepaalde partnersystemen waarbij de partner wel kan worden aangemeld bij de pensioenuitvoerder.

Bij een bepaald partnersysteem dient de burgerlijke staat bekend te zijn bij de pensioenuitvoerder. De werkgever is verantwoordelijk de juiste informatie van zijn werknemers door te geven aan de pensioenuitvoerder. Wijzigingen moeten binnen een bepaalde termijn worden doorgegeven aan de pensioenuitvoerder. Als er tijdens het overlijden geen partner bekend is bij de pensioenuitvoerder, keert de pensioenuitvoerder niet uit omdat de niet aangemelde partner niet verzekerd is voor een partnerpensioen. Bij een bepaald partnersysteem moet de partner met NAW-gegevens bekend zijn bij de pensioenuitvoerder om in aanmerking te komen voor een partnerpensioen.

Sprake van fiscaal partnerschap bij onbepaald partnersysteem?

Er zijn onbepaalde partnersystemen waarbij de partner niet is aangemeld (= met NAW-gegevens niet bekend bij de pensioenuitvoerder), maar deze partner wel is verzekerd voor een partnerpensioen. De vraag is of in die situatie de partner is ‘aangemeld’ in de zin van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001.

Aangezien de wetgever bij de invoering van artikel 1.2 Wet IB 2001 er bewust voor heeft gekozen dat het fiscaal partnerschap wordt bepaald op basis van objectieve criteria, is geen sprake van fiscaal partnerschap als de partner niet is aangemeld voor de pensioenregeling omdat sprake is van een onbepaald partnersysteem. De partner is dan niet met NAW-gegevens bekend bij de pensioenuitvoerder en daardoor is niet aan de hand van een objectief criterium vast te stellen of sprake is van fiscaal partnerschap.

Er zijn ook varianten van onbepaalde partnersystemen waarbij de partner wel kan worden aangemeld. Dit leidt ertoe dat als deze partner (via de werkgever) wordt aangemeld, de partner bij de pensioenuitvoerder met NAW-gegevens bekend is. In dit geval is wel aan de hand van een objectief criterium vast te stellen of sprake is van fiscaal partnerschap. Hierbij is dan wel sprake van fiscaal partnerschap.

NB: Als is voldaan aan het begrip partner voor de pensioenregeling, is vaak ook al op andere gronden sprake van fiscaal partnerschap. Zoals bij gehuwden, geregistreerde partners, samenwonenden met een samenlevingscontract of samenwonenden waarbij al aan één van de andere objectieve criteria uit artikel 1.2, eerste lid, Wet IB 2001 is voldaan (bijvoorbeeld samen een eigen woning hebben of er staat een minderjarig kind op het woonadres ingeschreven). Slechts in de gevallen dat geen sprake is van fiscaal partnerschap op grond van artikel 5a AWR of artikel 1.2, eerste lid, Wet IB 2001 (afgezien van onderdeel c), is deze vraag relevant.

Conclusie

Aangemeld in de zin van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001 betekent dat de partner daadwerkelijk moet zijn aangemeld (via de werkgever) bij het pensioenfonds, waardoor de partner met NAW-gegevens bekend is bij het pensioenfonds. Alleen dan kan aan de hand van objectieve criteria worden vastgesteld dat sprake is van fiscaal partnerschap. Als de partner niet is aangemeld en daarmee niet bij de pensioenuitvoerder met NAW-gegevens bekend is, is geen sprake van fiscaal partnerschap op grond van artikel 1.2, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 2001. Hier doet niet aan af dat eventueel bij overlijden van de belastingplichtige een partnerpensioen wordt uitgekeerd aan degene met wie hij dan samenwoont.

Deel deze pagina

Op deze pagina