KG:202:2024:1 IACK bij bird nesting
Publicatiedatum 16-01-2024, 14:21 | Laatste update 09-01-2025, 11:37 |
Aanleiding
Na een scheiding zijn belastingplichtige en de ex-partner een bepaalde vorm van co-ouderschap overeengekomen, het zogenaamde bird nesting. Bird nesting houdt in dat de ouders van woning wisselen in plaats van de kinderen. De kinderen verblijven steeds in dezelfde woning die in bezit is van de belastingplichtige. De ex-partner verblijft een aantal dagen per week in deze woning en zorgt voor de kinderen. Op dat moment verblijft belastingplichtige elders.
In deze casus wordt voldaan aan de overige voorwaarden die gelden voor de co-ouderschapsregeling voor de inkomensafhankelijke combinatiekorting (hierna: IACK), zoals opgenomen in artikel 8.14a, eerste lid, slotzinnen, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001).
NB: Tot 1 januari 2024 was de co-ouderschapsregeling opgenomen in artikel 44b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (hierna: URIB 2001). Per 1 januari 2024 is deze bepaling komen te vervallen en is de co-ouderschapsregeling voor de IACK in aangepaste vorm opgenomen in artikel 8.14a, eerste lid, Wet IB 2001. Voor de beantwoording van onderstaande vraag zijn de wijzigingen in de co-ouderschapsregeling per 1 januari 2024 niet relevant.
Vraag
Is er bij bird nesting sprake van twee verschillende huishoudens, waardoor de ex-partner in aanmerking komt voor de IACK?
Antwoord
Ja. Ondanks het verblijf op hetzelfde woonadres, is er bij bird nesting sprake van twee verschillende huishoudens waartoe de kinderen behoren.
Beschouwing
Er bestaat recht op de IACK op grond van artikel 8.14a, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 2001 indien het kind ten minste zes maanden tot hetzelfde huishouden als de belastingplichtige behoort. Indien sprake is van co-ouderschap kunnen beide ouders in aanmerking komen voor de IACK als de situatie voldoet aan de voorwaarde gesteld in artikel 8.14a, eerste lid, slotzinnen, Wet IB 2001 (co-ouderschapsregeling). Daarvoor is vereist dat het kind gedurende tenminste 156 dagen tot het huishouden van de beide ouders behoort. In het jaar van aanvang of beëindiging van co-ouderschap worden de 156 dagen naar tijdsgelang herrekend indien ten minste zes maanden sprake is van co-ouderschap.
Bij co-ouderschap moeten beide ouders afzonderlijk een huishouden voeren met de kinderen. Ook in de situatie van bird nesting is sprake van twee verschillende huishoudens. Er is geen sprake van samenwonende ouders, aangezien belastingplichtige de woning verlaat op het moment dat de ex-partner de woning betrekt. De ouders vormen dan ook niet gezamenlijk een huishouden met de kinderen. Op het moment dat één van beide ex-partners de woning van belastingplichtige betrekt, vormt diegene een zelfstandig huishouden met de kinderen. Aangezien de ouders niet tegelijkertijd bij de kinderen in de woning verblijven, is sprake van twee afzonderlijke huishoudens. Het maakt in deze situatie dus niet uit dat de ouders het huishouden met de kinderen voeren in dezelfde woning, zolang beide ouders maar afzonderlijk een huishouden voeren met de kinderen. Dit is ook in lijn met doel en strekking van de co-ouderschapsregeling voor de IACK.
Gezien het voorgaande wordt in deze situatie voldaan aan de voorwaarde dat de kinderen in elk van beide huishoudens van de ouders verblijft.