Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Op deze pagina

KG:202:2024:19 Kwalificatie verplichting schenker bij een schenking vrij van recht in box 3

Aanleiding

Een ouder (hierna: schenker) doet een schenking aan zijn drie kinderen (hierna: begiftigden). In de notariële schenkingsakte is onder meer bepaald dat de (eventueel) verschuldigde schenkbelasting ter zake van de schenking voor rekening van de schenker komt. Dit wordt ook wel aangeduid als een ‘schenking vrij van recht’.

Vraag

Kan de verplichting van de schenker om de schenkbelasting voor zijn rekening te nemen bij de schenker in box 3 in aanmerking worden genomen?

Antwoord

Ja, de verplichting van de schenker vloeit voort uit de schenkingsovereenkomst en niet rechtstreeks uit de Successiewet 1956. De uitzondering van artikel 5.3, derde lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001) is hierop niet van toepassing.

Beschouwing

Belastingschulden mogen op grond van artikel 5.3, derde lid, onderdeel c, Wet IB 2001 niet worden meegenomen in box 3. In de onderdelen d en e worden hierop uitzonderingen gemaakt voor erfbelastingschulden en daarmee verband houdende verplichtingen.

De verplichting die de schenker op zich heeft genomen, vloeit voort uit de schenkingsovereenkomst, terwijl de schenkbelastingschuld die uit de Successiewet 1956 voortvloeit, op de begiftigden rust. Het zijn de begiftigden die de aanslag schenkbelasting krijgen opgelegd en zij zijn aansprakelijk voor het betalen ervan. De verplichting van de schenker is daarmee niet te beschouwen als een verplichting tot betaling van de belastingschuld van de begiftigden. Het bepaalde in artikel 5.3, derde lid, onderdeel c, Wet IB 2001 is dus niet op deze verplichting van de schenker van toepassing. Schenker kan deze verplichting rekenen tot de waarde van de schulden waardoor zijn rendementsgrondslag in box 3 lager wordt. Hierbij dient mogelijk rekening te worden gehouden met de schuldendrempel.

De verplichting van de schenker om de schenkbelasting voor zijn rekening te nemen, vormt daar tegenover voor de begiftigden een vordering (overige bezitting) in box 3.

NB: Op grond van artikel 5.4a Wet IB 2001 worden met ingang van 1 januari 2023 bepaalde vorderingen en schulden tussen fiscaal partners en tussen een ouder en zijn minderjarig kind gedefiscaliseerd. In die verhoudingen worden bij een schenking vrij van recht de vordering en de schuld niet in box 3 in aanmerking genomen.

Deel deze pagina