Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:202:2024:27 Bankrekening met BEM-clausule en box 3

Aanleiding

Minderjarigen kunnen een erfenis, schenking of bijvoorbeeld een schadevergoeding krijgen. Om dit vermogen te beschermen, kan het geld op een bankrekening met zogenoemde BEM-clausule worden gezet. Een bankrekening met een BEM-clausule is een geblokkeerde bankrekening. BEM is de afkorting van ‘Belegging Erfenis en andere gelden Minderjarigen’. Er kan alleen geld van een dergelijke bankrekening worden opgenomen met toestemming van de kantonrechter. De rente mag wel tussentijds worden opgenomen.

De BEM-clausule vervalt in beginsel automatisch als het kind 18 jaar oud wordt. In uitzonderingsgevallen is een BEM-clausule mogelijk tot een latere leeftijd. Dit moet dan nadrukkelijk zijn opgenomen in de officiële stukken die een rol spelen bij de (aanvraag van een) bankrekening met BEM-clausule.

Vragen

  1. Behoort een bankrekening waarop een BEM-clausule is gevestigd tot de bezittingen in box 3?
  2. Zo ja, hoe wordt deze bankrekening gewaardeerd in box 3?

Antwoorden

  1. Ja, een bankrekening behoort tot de bezittingen in box 3. Het feit dat er een BEM-clausule is gevestigd op de bankrekening, maakt dit niet anders.
  2. De bankrekening wordt in box 3 op de nominale waarde gewaardeerd. De BEM-clausule vormt geen waardedrukkende factor.

Beschouwing

Bankrekening met BEM-clausule is een bezitting

Het geld op een bankrekening op de naam van een minderjarig kind, behoort tot de box 3-bezittingen van dat kind op grond van artikel 5.3, tweede lid, onderdeel e, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001). Het feit dat er een BEM-clausule is gevestigd op deze bankrekening maakt dat niet anders. In de Wet IB 2001 is geen vrijstelling opgenomen voor een dergelijke bankrekening.

Waardering bankrekening met BEM-clausule

De bankrekening met BEM-clausule moet worden gewaardeerd op de nominale waarde. Op de bankrekening wordt op een normale wijze rente bijgeschreven. Het bedrag van de rente is vrij opneembaar door de verzorgers (dit kan de ouder zijn, maar ook de voogd of een bewindvoerder). Daarnaast kan (weliswaar via een verzoek daartoe bij de kantonrechter) geld worden opgenomen van de bankrekening, indien daartoe een noodzaak blijkt te zijn. Dat het saldo pas na het bereiken van de 18-jarige leeftijd van de minderjarige opeisbaar is, is geen drukkende factor om de waarde op een lagere waarde dan de nominale waarde te waarderen.

NB: Op grond van artikel 2.15, tweede lid, Wet IB 2001 wordt de rendementsgrondslag voor het belastbare inkomen uit en sparen en beleggen van een minderjarig kind toegerekend aan de ouder die het gezag over het kind uitoefent.

Deel deze pagina