Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

KG:202:2024:31 Schenking aan ANBI voor deelname aan reis vanuit ANBI en giftenaftrek

Aanleiding

Een algemeen nut beogende instelling (hierna: ANBI) biedt een reis aan voor haar donateurs. De donateurs hebben tijdens de reis onder andere de mogelijkheid om ter plaatse te zien welke werkzaamheden door de ANBI worden verricht. De ANBI koopt de reis in bij een erkende reisorganisatie. Deze organisatie biedt een vergelijkbare reis aan voor € 2.500. De reis wordt ook voor € 2.500 aangeboden aan de donateurs, met als voorwaarde voor deelname dat de donateur de verplichting heeft om een bedrag van € 500 aan de ANBI te schenken. Na betaling van het totaalbedrag (€ 3.000) mag de donateur deelnemen aan de reis.

Vraag

Kan het bedrag van € 500 als een gift worden aangemerkt als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB 2001)?

Antwoord

Ja, het bedrag van € 500 kan als gift worden aangemerkt als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel a, Wet IB 2001.

Beschouwing

In artikel 6.33, onderdeel a, Wet IB 2001 is vermeld dat als giften worden aangemerkt bevoordelingen uit vrijgevigheid en verplichte bijdragen waar geen directe tegenprestatie tegenover staat.

De vraag is of in deze casus gesproken kan worden van vrijgevigheid. Als een donateur de door de ANBI aangeboden reis wil maken, is hij verplicht om naast de kostprijs van de reis een extra bedrag van € 500 te betalen. Dit is een voorwaarde om aan de reis deel te kunnen nemen. De donateur kiest er vrijwillig voor om de reis met de ANBI te maken en niet een vergelijkbare reis te boeken bij een reisorganisatie. De donateur die de reis met de ANBI wil maken, is daarom uit vrijgevigheid ook bereid om de donatie van € 500 te doen.

De prijs van de reis is niet aan te merken als een verkapte tegenprestatie voor de donatie van € 500. De donateur kan voor € 2.500 een vergelijkbare reis boeken bij een erkende organisatie. Dat de donateur een reis krijgt die wellicht beter aansluit op zijn/haar (filantropische) interesse is moeilijk geldelijk te waarderen en zal hoogstens van bijkomende aard zijn.

Op grond van het vorenstaande kan worden geconcludeerd dat de betaling van de donatie boven op de kostprijs van de reis als een gift als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel a, Wet IB 2001 kan worden aangemerkt.

Deel deze pagina