Ga direct naar de inhoud Ga direct naar de footer

Op deze pagina

KG:204:2022:32 Moment afdracht RVU eindheffing

Aanleiding

Een werkgever stelt de afdracht van eindheffing als er sprake is van een regeling voor vervroegde uittreding (hierna: RVU) in twee situaties uit[voetnoot1]:

  1. In geval van vrijstelling van arbeid. De werkgever bepaalt in december de verschuldigde grondslag voor de RVU eindheffing voor alle werknemers van wie de arbeidsovereenkomst het betreffende kalenderjaar is beƫindigd na een periode van non-activiteit en ontvangst van RVU-uitkeringen.
  2. Als intern of aan de Belastingdienst is voorgelegd of al dan niet sprake is van een RVU. De werkgever draagt de RVU eindheffing dan pas af zodra duidelijk is dat sprake is van een RVU-uitkering.

Als de werkgever echter eindheffing afdraagt 4 maanden na beƫindiging van de arbeidsovereenkomst krijgt hij een foutmelding bij het indienen van de aangifte (conditie 1920[voetnoot2]).

Vraag

Over welk tijdvak moet de werkgever RVU eindheffing afdragen in de volgende situaties:

  1. Bij vrijstelling van arbeid (non-activiteitsregeling)
  2. Als na het doen van de uitkering pas duidelijk is dat sprake is van een RVU?

Antwoord

De RVU eindheffing is verschuldigd over het loontijdvak waarin de werknemer de RVU-uitkering geniet. Als achteraf pas duidelijk is dat sprake is van een RVU-uitkering, moet de werkgever de loonaangifte over het loontijdvak waarin de werknemer de uitkering heeft genoten corrigeren.

Beschouwing

Wet- en regelgeving

Een RVU-uitkering wordt op grond van artikel 32ba van de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) aangemerkt als loon dat als eindheffingsbestanddeel belast wordt. Volgens het tweede lid wordt een uitkering of bijdrage of een premie beschouwd te zijn gedaan of voldaan op het tijdstip waarop zij betaald of verrekend is, ter beschikking is gesteld of rentedragend is geworden.

De werkgever moet de eindheffing afdragen bij de aangifte over het loontijdvak waarin het loon is genoten (artikel 27a, tweede lid, Wet LB). Als hij een onjuiste aangifte heeft gedaan, moet hij die corrigeren (artikel 10a van de Algemene wet inzake rijksbelasting en artikel 28a Wet LB).

Ad 1: Vrijstelling van arbeid/non-activiteit

Tijdens een non-activiteitsregeling betaalt de werkgever gedurende de non-activiteitsperiode loon door. Het moment van betalen van de uitkering geldt dan als genietingsmoment van het loon. De werkgever is de RVU eindheffing dan verschuldigd bij de aangifte over het loontijdvak waarin het genietingsmoment ligt. Als de werkgever conform handelt, ontvangt hij geen foutmelding van de Belastingdienst.

Ad 2: Pas nadat de uitkering is gedaan wordt duidelijk dat sprake is van een RVU

De werkgever moet de eindheffing over de RVU-uitkering afdragen bij de aangifte over het loontijdvak waarin de uitkering is gedaan. Als achteraf blijkt dat sprake is van een RVU-uitkering zal de werkgever de aangifte over het tijdvak waarin de uitkering is gedaan moeten corrigeren. Als de werkgever conform handelt, ontvangt hij geen foutmelding.

Voetnoten

[Voetnoot1, terug naar tekst] Dit schijnen meer werkgevers te doen.

[Voetnoot2, terug naar tekst] Zie Gegevensspecificaties aangifte loonheffingen 2022.

Deel deze pagina